Pelgrimspad – 5 – okt.2018 – Weert – Heeze – Someren

We wandelen dit keer alleen op vrijdag en zaterdag. Maar daartoe reizen we al op donderdagavond af om te overnachten even buiten Someren-Heide bij Driena, een boerenweduwe. Eenvoudig onderkomen, maar Brabants-hartelijk op haar best. Het KNMI heeft verontrustende weersvoorspellingen gedaan, maar ervaring heeft  geleerd, dat de weerpraktijk anders is, dat het meestal meevalt. Ook nu is dat weer het geval. De verwachte regen blijft tijdens de wandeling uit; het is wel bewolkt, maar onder zo’n lucht valt goed te wandelen. Wederom een koffie bij Sluis 16, maar nu wandelen we de brug over naar de andere zijde van de Zuid-Willemsvaart. We steken de IJzeren Rijn over, een oude, rechtstreekse verbinding tussen de haven van Antwerpen en het Ruhrgebied. In 1879 aangelegd, maar sinds 1991 niet meer in gebruik, tot vooral verdriet van de Belgische regering.  Het gedeelte Hamont- Weert is sinds 2007 wel weer in gebruik. We passeren Manege Horne Hoeve en lopen naar Weerterbergen, een vakantiepark. We buigen weer naar de spoorlijn en steken die over en gaan rechts af. Over een geasfalteerd fietspad door bosschages komen we spoedig op de Boshoverheide met een urnenveld uit de late bronstijd en vroege ijzertijd (100-600 voor Chr.) In deze tijd placht men de doden te cremeren, de as in een urn te begraven onder een opgeworpen heuvel. Dit urnenveld is een van de meest oostelijke van een groep, die karakteristiek is voor de Belgische en Nederlandse Kempen. Het is een van de grootste van zijn soort in Noordwest-Europa. Er kunnen 700 tot 1000 grafheuvels zijn geweest. Het veld verkeert niet meer in de staat van de oorspronkelijke gebruikers. Archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat de dode op een brandstapel met stammen tot 3m lengte werd gelegd; kleding, sieraden en wellicht een dodenmaal of offergaven werden meegegeven. De urn werd begraven in een kuil, die in de regel was omgeven door een greppeltje. Over het graf en binnen de greppel werd met grote heideplaggen een heuvel opgeworpen om zo de dode een eeuwige rust te geven.

img_3107     historische-objecten-urnenveld-boshoverheide

We buigen over de heide weer naar de spoorlijn en steken die over achter bungalowpark Weerterbergen langs en komen in bosgebied. Daar stuiten we op twee dames die aandachtig naar de grond  turen van het brede zandpad waarover we lopen. Bij hen gekomen  zien we stokjes in de grond gestoken. De vriendelijke, goedlachse jonge vrouwen blijken onderzoek te doen naar dierensporen. Nog niet eenvoudig, omdat er nog al wat veel duidelijker sporen te zien zijn van voetstappen, rijwielen en grotere voertuigen. 

img_3112

Bij horecagelegenheid ‘t Blaakven komen we op de Geuzendijk. Tot 1795 moesten de protestanten (“Geuzen’) van Weert langs deze weg ter kerke naar het in Staats Brabant gelegen Budel. Weert behoorde tot het Graafschap Horne, dat bij de Vrede van Münster in 1648 tot het bisdom Luik bleef behoren en dus RK. ( Filip de Montmorency, graaf van Horne werd met Lamoral, graaf van Egmont op 5 juni 1568 op de grote markt in Brussel onthoofd. Hun goederen werden verbeurd verklaard en Horne kwam bij Luik) De Geuzendijk werd ook gebruikt door Weerter lakenhandelaren om dat beroemde laken in Antwerpen te verkopen. Marskramers gebruikten het om in Weert hun koopwaar te slijten.

gysius-oorsprong-en-voortgang_9090-tif     egmont__hoorne                                                          Graaf van Horne                            Standbeeld Egmont en Horne – Brussel

Op de Geuzendijk rechtsaf, een stukje over de Maarheezerhuttendijk, eerste bosweg links, einde rechts en langs een perceel heide en vervolgens bijna 2 km  over een breed bospad evenwijdig aan eerder genoemde dijk, tot we bij een spoorlijn  (Eindhoven -Maastricht) komen. Deze steken we over en lopen tot aan de A2, waar we in restaurant De Wildenberg Goudrenet een koffiestop houden.

img_3117      img_3114

Over de A2 komen we in het Weerterbos, vanouds een moerasgebied, omgeven door heide en eikenbos. Een groot moeras ontoegankelijk tot in de 19e eeuw. Na 1900 is begonnen met het aanplanten van dennenbomen en populieren. Het is eigendom van het Limburgs Landschap. Bij boerderij de Grashut is een vrij groot weidegebied, waarvan we boven een tweetal begrazers zien.  Na De Grashut rechtsaf een grindpad op tussen bomen. Al spoedig ligt rechts van ons de Grenskerk. Buiten het graafschap Horne was Brabant bij de vrede van Münster Staats geworden en dus protestant. Met een vrije uitoefening van de RK eredienst was het gedaan.Daar werd iets op gevonden: net over de grens met Horne werd in het Weerterbos vermoedelijk al in 1650 een kerkje gebouwd. Nu nog heet een pad over de heide van Maarheeze naar De Grashut ‘de oude Kerkdijk’. Heeze en Leende hadden een eigen weg: ‘het Kerkdijkje’. De diensten werden verzorgd door de Minderbroeders van Weert, die bij Nederweert een jaar eerder een plek creëerden voor de Heilige Mis. Nog steeds heet de weg van Someren door Someren-Eind de Kerkendijk. De Grenskerk was in gebruik tot 1672; vanuit Heeze tot 1681. Aan de hand van een oude kaart is men in 1953 gaan graven en vond men oude funderingen en vloertegeltjes. Vermoedelijk was het kerkje van hout. De fundamenten zijn weer opgebouwd en er is een altaar opgericht, versierd met geglazuurde tegels met voorstellingen van de Heilige Eucharistie.

img_3118     img_3119

Een kilometer over het grindpad en dan linksaf, dwars door natuurgebied De Hugterheide, dat geen heide is, maar een eeuw geleden met bomen beplant stuifzandgebied. In dit bos zouden edelherten huizen. Voor ons hielden ze zich afdoende schuil. Na een kilometer rechtsaf , de Koenraadweg over die rechts leidt naar het gehucht Hugten. Dit buurtschap is een landbouwontginning te midden van natuurgebieden. Het dateert al sinds de middeleeuwen, getuige een document uit 1223, waarin edelman Dirk III van Altena zijn bezitsrechten overdraagt aan de Munsterabdij in Roermond. De componist Henk Badings, in 1907 in Bandung geboren, overleed in Hugten op 26 juni 1987. Door bos komen we op Rummeling en linksaf slaande komen we bij een eind 19e eeuw door Staatsbosbeheer aangelegd groot naaldbos terecht: De Pan. We lopen langs het bos, waarvan de wortels onder de zandweg doorlopen en er soms ook bovenuit komen. Links tuinbouwgrond en opeens een grenspaal, met op de ene zijde : Baronie Hees en Leen (richting bos) en aan de andere zijde Baronie Cranendonck. We zitten in het eeuwenoude door Brabant en Gelre omstreden gebied. In 1334 bracht het geslacht Horne de Heerlijkheid ‘Hees en Leen’ in het hertogdom Brabant. In 1760 koopt Jan Maximiliaan van Tuyll de Heerlijkheid Hees en Leen. Hij gaat in conclaaf met zijn buurman, toen prins Willem V van Oranje, Heer van Cranendonck en Eindhoven. Zo ontstaan de grenspalen, waarvan er nog 13 over zijn. Nog in de ban van de paal komt links uit de velden een sjees aangereden, met op de bok moeder en dochter, een vrolijk makend tafereel. We slaan rechtsaf, dwars door een bos en steken de Sterkselsche Aa over. Verder het bos door, langs een heide. Het bos heet hier Vroolijke Jager en grenst aan ooit ontgonnen heidegebied bij Someren-Eind. Op dat bos loopt de Kraaiendijk uit, waar richting genoemd dorp ons logeeradres ligt. We verfrissen ons. En eten prima in Someren-Eind,restaurant Heidehof. Inmiddels is de voorspelde regen met bakken uit de hemel aan het neerdalen.

henkbadings       img_3120                                                              Henk Badings                               Baronie van Hees en Leen

img_3121       img_3122                    Baronie Cranendonck

img_3125            img_3126

Eveneens tegen elke verwachting in is zaterdag 27 oktober een stralend zonnige dag. Na de circa 21 km van gisteren is mijn rechterknie niet in de meest optimale conditie. Dus wordt besloten de 19 km die vandaag ons te wachten stond in te korten met een kilometer of zes. Het gedeelte Kraaiendijk naar de Provincialeweg Someren – Heeze laten we over voor een volgende keer. De eerste auto parkeren we bij De Soete Inval aan genoemde Provincialeweg, de tweede bij NS-station Heeze. Vandaar beginnen we onze wandeling die eerst naar hartje Heeze voert. Tegenover de Protestantse Kerk eerst koffie, want de rest van de dag zou er geen horeca meer zijn. In het café verzamelen zich deze zaterdagochtend leden van de plaatselijke fanfare. De naam ‘Heeze’ betekent ‘laag struikgewas’. In 2016 is ten zuiden van het dorp een urnenveld blootgelegd uit 1000 voor Chr. Heeze vormt zich in de middeleeuwen rond Kasteel Heeze, voorheen Huis Eymerick. In de 19e eeuw genoot Heeze bekendheid als herstellingsoord voor ooglijders en dat zorgde voor hotels en pensions. Schilders kwamen naar het dorp om het boerenleven te penselen, zoals Jacob Ritsema, August Allebé, Willy Sluiter en Jan Sluyters.           Hans Wiegel heeft nog een tijdje in het dorp gewoond, evenals de oud-schaatsers Chris Witty en Froukje Oonk en voormalig wielrenster Mieke Havik. Eeuwen eerder was een van de Martelaren van Gorcum in Heeze geboren. Van internationale bekendheid is het epilepsiecentrum Kempenhaeghe.                                                                                                                      We gaan op pad voor een lange heidetocht. Komen langs het kasteel en een herinnering aan een dodelijk ongeluk. Waneer ik deze confronterende herdenkingsmonumenten zie, gaat er een huivering door me heen. Linksaf, rechtsaf, linksaf, rechts, links door de Hubertusbossen. Zo worden ze op de kaart in het boekje genoemd, maar de eigenlijke naam is Herbertusbossen, genoemd naar de eerste met naam gekende kasteelheer, Herbertus uit 1197. Op een kaart uit 1794 staan deze bossen nog niet vermeld, maar bij opname in het kadaster van 1830 wel. Het is een ontginningsgebied, met ook wat landbouwgrond. De bospaden zijn aangelegd volgens het principe van de Engelse stijl. Er zijn percelen met 130 jaar oude grove dennen en een stukje eikenbos van 134 jaar. Beuken van 90 jaar zijn geen zeldzaamheid.De bosbouw was bedoeld voor houtproductie, jacht, recreatie, windvang en tegengaan van erosie.

img_3127     500px-sint-martinuskerk_heeze_p1060719                      Protestantsekerk                                    St.Martinuskerk

img_3128   img_3129

unknown     25-in-de-hubertusbossen

Dan bereiken we de Strabrechtse Heide, een paar honderd meter langs de rand er van en dan rechtsaf voor de grote oversteek. De heide is 112 ha groot en samen met zijn buurman de Lieropse Heide is het het grootste heidegebied in Noord-Brabant. Het natuurreservaat kent een afwisseling van stuifzand, struik- en dopheidevelden en natte gedeelten met vennen. Kempische heideschapen en Schotse runderen houden het gebied open. Havik, wulp, heikikker en rugstreeppad horen o.a. tot de ‘bewoners’. We zien torenvalken voorbij schieten of in heftig ‘gebed’. De route voert langs het Waschven, waaraan het benen strekken met een boterham een aangename onderbreking vormt. We passeren de Galgeberg, een stuifzandheuvel. Vonden hier vroeger executies plaats? Na een paar bochten komen we langs het Beuven te wandelen, een van de grootste van ons land. Tot in de tachtiger jaren was dit ven niet meer dan riet op een bodem van een dikke laag fosfaatvrij slib. De gemeente Someren is toen een schoonmaakactie gestart. In 4000 vrachtwagenladingen werd het slib weggevoerd. Studenten van de Erasmusuniversiteit namen hun ‘groentijd’ letterlijk door het verwijderen van het houtopslag. Sinds 1991 is Beuven een beschermd natuurmonument, dat nog steeds onderhoud vraagt, getuige de sporen van zwaar vervoer. Na het Beuven volgt Starven, die we ronden. We lopen dan door bosgebied. Stukje hei over en er langs en omheen naar de Provincialeweg Someren- Heeze en naar De Soete Inval. Een drankje en dan de auto bij station Heeze ophalen en gescheiden op huis aan. Rest nog te vertellen dat de route niet langs de Hoenderboompaal voert, een oude grenspaal tussen gemeenten en het Grafven, zo genoemd omdat in 1595 zogenaamde ‘heksen’  er de dood vonden.

img_3131      img_3132