May en mij en pindakaas

Tussen Theresa May en mij zijn weinig overeenkomsten. Eigenlijk – voor zover ik weet – slechts één. Dat zij domineesdochter is en ik dominee komt in de buurt. Ik las of zag en hoorde op tv – ik weet niet meer precies waar en hoe – dat de veel geplaagde Britse premier ‘s avonds voor het slapen gaan twee lepeltjes pindakaas nuttigt. En dat doe ik ook. Vroeger placht ik een boterham met dat heerlijke goedje te verorberen, evenals toen ook Adriaan van Dis, maar nu alleen twee kleine lepels vol. Het lijkt wel of het slapen beter lukt en het helpt ook tegen een kriebelhoest. Waarom: ik heb geen idee. Wellicht door de olie die in de pindakaas zich bevindt. In de huidige smeerbare vorm is pindakaas ontwikkeld door John Harvey Kellogg in 1893 vanwege een overschot in de pindaproduktie. Hij was een in 1852 geboren arts in Michigan, waar hij een sanatorium dreef met holistische methodiek, waar de nadruk vooral gelegd werd op voeding, klysmata en lichaamsbeweging. Hij was een fanatieke vegetariër en de uitvinder van de cornflakes. En dus ook van pindakaas. Voor de aanhangers van de Nashville-verklaring is hij ook een interessante figuur. Hij was tegen elke vorm van seksualiteit. Masturbatie bij jongens kon je volgens hem tegen gaan door besnijdenis zonder verdoving: de kortstondige pijn zou een reinigende werking op de geest veroorzaken. Voor meisjes was het toepassen van pure fenol op de clitoris een uitstekende manier om door hem als abnormaal gekwalificeerde lusten te onderdrukken. Kijk, dat zal mensen voor wie seksueel verkeer uitsluitend bedoeld terwille van de voortplanting aanspreken. Terug nu naar de pindakaas, waarbij mij nu een anekdote te binnenschiet van een vrouw die haar schoothondje letterlijk voor haar schoot gebruikte en ter bevordering van de bevrediging van haar opwindende lusten pindakaas op haar intieme deel smeerde en dat door haar ‘vriendje’ liet oplikken.  Pindakaas biedt meer mogelijkheden dan je denkt! Enfin ik smeer het al sinds mijn kindertijd op een boterham en eet het gezonde goedje ook graag puur. Want gezond is het :rijk aan plantaardige vetten, eiwitten, vitamines B1, B3 en E,linolzuur en nog zo wat. Je moet wel de goede en dus duurdere merken kopen, omdat bij de goedkopere varianten de pindaolie wordt vervangen door goedkopere en ongezondere palmolie bijvoorbeeld.    De naam ‘pindakaas’ is een merkwaardige. In het Engels is het ‘peanut butter’, dus zou je verwachten dat het bij ons pindaboter zou heten. Maar toen Calvé in 1948 in Nederland het op de markt bracht mocht dat niet, omdat de naam boter exclusief was vastgelegd voor roomboter om verwarring met margarine te voorkomen. Waarom werd het dan niet pindamargarine genoemd of iets dergelijks? En werd het pindakaas?  Het woord werd al gebruikt in Suriname. In 1783 kwam verscheen daar het handgeschreven Neger-Englisches Wörterbuch van de Duitse zendeling C.L.Schumann die het Surinaamse gerecht ‘pinda-dokunnu’ vertaalde als ‘Pinda-käse’. Dat gerecht bestond uit een blokvormige massa gestampte pinda’s, waarvan, zoals bij kaas, plakken werden gesneden. Vóór Calvé had in 1944 de Surinaamse bakker Harry Bharos in Paramaribo al een pindakaasbedrijf aan huis, wat in 1952 uitgroeide tot een bedrijf buitenshuis, dat Bharos Pindakaas in diverse soorten en smaken op de Surinaamse markt bracht. Pittige Surinaamse pindakaas mag ik ook graag eten, ofschoon je met sambal over je pindakaasboterham je het zelfde effect bijkans kan bereiken. Tot slot : er is nog een (oud-) politicus die in verband met pindakaas gebracht kan worden. Was Jimmy Carter niet een pandabeer uit Georgia?