Muzikale hoogmis

Het is het laatste grote werk dat uit Bachs ganzenveer kwam. De Hoge Messe oftewel de Missa in b klein. En misschien moet je hier wel er aan toevoegen: ‘lest best’. Al jaren zeg ik dat Bach de Himalaya is in de muziek en de Mattheus daarbinnen de Mount Everest, maar steeds meer neig ik er toe de Hohe Messe als zijn absoluut hoogtepunt te kwalificeren. Het is wel een vergelijking van appels en peren. Dat moet er wel bijgezegd. Jos van Veldhoven, de dirigent van de Nederlandse Bachvereniging zegt: “De Hohe Messe is Bachs muzikale testament. Op één avond hoor je het allerbeste wat hij in zijn leven heeft geschreven. de muziek heeft alles in zich: Kerstmis en Pasen, leven en dood. de vrede op arde wordt prachtig beschreven in het ‘Et in terra pax’ uit het Gloria; iedereen blijft verbijsterd achter”. In ieder geval kan ik zeggen dat de uitvoering die ik gisteravond hoorde in de Rotterdamse doelen o.l.v. deze Van Veldhoven de beste was die ik ooit hoorde. Totale ontroering èn verbijstering; geraakt tot in alle vezels verlieten we de zaal.

Van Veldhoven kiest voor een kleine bezetting, waarin de solisten ook koorwerk verrichten, aangevuld met een groep ripiënisten om dat koor waar nodig te versterken. En dat zijn ook allemaal zangers met solistische kwaliteit. Over het totaal aantal zangers is altijd veel discussie. Ton Koopman zei onlangs in een interview met de NRC (naar ik meen) dat Bach waarschijnlijk een veel groter koor gebruikte dan huidige minimalisten, zoals Butt en Rifkin ( en tegenwoordig ook van Veldhoven) plegen te doen. het is voor mij moeilijk oordelen. wat de Hohe Messe betreft weten we dat Bach het werk zelf nooit heeft uitgevoerd. Wat we niet weten is waarom en waartoe hij het werk schreef. wat ik wel weet dat de kleine bezetting gisteren uitmuntend werkte: heel transparant, zonder verlies van samenhang en ‘body’. Van Veldhoven zorgt voor een heel dynamische aanpak, met verschillende tempi voor de diverse onderdelen en ook binnen de afzonderlijke onderdelen zelf – crescendo’s en diminuendo’s vloeien heel naturel in elkaar over. En als hij voor een pittig tempo kiest, zoals bijvoorbeeld in het Hosanna, dan klinkt het nooit gejaagd, zoals het bijvoorbeeld bij Koopman wel eens overkomt. De basis is rust, soliditeit. Bij Bach in het algemeen en zeker in het bijzonder in de Hoge Messe spelen zangstemmen en instrumentale stemmen een gelijkwaardige rol. En dat was gisteren in perfectie te horen. De zangers zingen als instrumenten en de instrumenten spelen als zangers. Waar de zangers solo of als duet zingen is er steeds een ander instrument dat eveneens een hoofdrol krijgt. Die solo’s waren allemaal top. Met als absoluut hoogtepunt het Agnus Dei, gezongen door de mannelijke alt David Erler: kippenvel, rugrillingen; een muisstille zaal vanwege de loepzuivere zang, verstild en edoch krachtig, van een onwezenlijke schoonheid. De andere solozangers overigens waren Hana Blazikova, sopraan; Anna Reinhold, sopraan; Thomas Hobbs, tenor en Peter Harvey, bas.

Kortom een heerlijke avond, waarin vele emoties gewekt werden. Het was vertier, het was aanstekelijk, het ontroerde diep, het was meesterschap, het was Openbaring en wederom het besef dat Bach een van Gods grootste geschenken is aan ons , zo goed begrepen door Van Veldhoven en zijn mensen, zo royaal en kundig om ons in dat geschenk te laten delen.