Urker schedels

Wat maakt iemand tot een echte Nederlander? Ik meen dat het in feite er op neer komt dat de ‘ware’ Nederlander iemand is die een ander niet als zodanig kwalificeert, ondanks dat hij/zij onze taal beheerst, keurig meedraait in de samenleving, werk heeft en zich grotendeels aan de wet houdt etc. De berg is een berg, omdat er een dal aan zijn voeten ligt, zo iets.

Bij diegenen die de multicultuur als mislukt beschouwen  en als onmogelijk – en die eigenlijk ook verafschuwen – ligt een superioriteitsgevoel op de bodem van ziel en denken, die doet denken aan de Farizeeërs die in de tempel zich biddend op de borst slaan en blij zijn niet te zijn als die verachte tollenaars.

Zij doen er goed aan om nog eens naar een programma als ‘Verborgen verleden’, waarin de herkomst van Bekende Nederlanders wordt onderzocht, te kijken. Dan wordt duidelijk dat zij (bij  de een meer, bij de ander minder) het resultaat zijn van multiculturele ‘input’. Maxima zei het al: Dè Nederlander bestaat niet.

 

In de 19e eeuw deed de Utrechtse hoogleraar Pieter Harting (1812-1885) als bioloog en fysisch geograaf onderzoek naar de mensen op Urk, omdat hij veronderstelde dat zij de afstammelingen zijn van de zgn.oer-Nederlander.

Voor zijn onderzoek kreeg hij hulp van Johannes Fredericus van Hengel (1811-1892).

Deze wijdde het grootste deel van zijn leven als gemeentegeneesheer aan de verbetering van de hygiëne en de  leefomstandigheden van Hilversum. En hij schreef met een collega en zijn opvolger “Geneeskundige Plaatsbeschrijving van Het Gooiland’, een uniek en zeer gedetailleerd biologisch, medisch en sociologisch rapport, ruim voorzien van cijfers en statistieken.

 

In 1876 gaat Van Hengel met pensioen om vervolgens nog een poosje waar te nemen op Urk. Vandaar roept hij ‘vermogende personen van het Gooi’ op “een bijdrage te leveren ten behoeve van een tehuis waar oude vissers kunnen worden verpleegd”. Maar op Urk doet hij ook iets wat pas in 2005 wordt ontdekt. Ten behoeve van Hartings onderzoek ontvreemdde Van Hengel drie schedels uit Urkse graven.  In een brief aan Harting maakt Van Hengel zelf melding van die ontvreemding èn ruil: hij verwisselde ze met drie Hilversumse schedels die hij met olieverf beschilderde om ze ouder te doen lijken. Het waren Urkers met historisch bewustzijn die in het Utrechtse universiteitsmuseum de Urker schedels hadden zien liggen en die actie zijn gaan ondernemen, hetgeen leidde tot het comité ‘Urker schedels’. Pas op 5 juni 2010 keerden de schedels op Urk terug, waar ze op 20 juli plechtig naar Urkse traditie werden herbegraven op het kerkhof rond de kerk op de kop van Urk, bij het monumentale vissersmonument.

 

In de media is er nauwelijks aandacht voor. Alleen het NOS-journaal deed bij monde van Paulien Broekema verslag.

Dit is als artikel eerder verschenen in Argus, een twee-wekelijkse krant voor liefhebbers.