RUST

ND COLUMN 24 – JULI 2021

Medebewoners L. en R. moeten niets van geloof en/of kerk weten. Ik zal niet verklappen hoe ze dat bij tijd en wijle ‘verkondigen’. Daar zijn ze me te dierbaar voor. En: zalig de inconsequenten! 

Want er gaat geen vakantie voorbij zonder veelvuldig bezoek aan kathedralen. 

Gisteren kwamen ze terug van veertien dagen Bourgogne en bij de groepsborrel werd de lof gezongen op weer menig kathedraal: van Autun tot Nevers, van Vezelay tot Toul. De zang van de lof overtrof het geknars van de kritiek. 

‘Wat zoeken jullie in kerken dan?’, vroeg de Brabantse goed katholiek opgevoede L. Het prompte antwoord: ‘Rust’. 

En in dat woord werd de draagvlak gelegd voor een gesprek boven alle discussie, al dan niet bijterig en op verhoogde toon, uit.

Rust: een pas op de plaats, een halt in de tijd, een cesuur, een fermate. Bij het woord hoort een verzuchting, een ‘he he’. Het is op adem komen, de benen strekken, een teug water en een bete broods.

Rust is liggen in een grazige weide, aan een frisse bron; een ‘nachtmaal der genade’ (Martinus Nijhoff ), een volle kelk van gelukzaligheid, een van vrede welriekend lijf en leven.

Rust is psalm 23, niet voor niets zo vaak gekozen bij kerkelijke uitvaarten, waar we de gestorvene begeleiden naar haar of zijn laatste rustplaats!

Rust is daar waar het bestaan onbelast is. Vrij van ketenen, ont-slaafd. Rust is grondverlangen en misschien ook wel grondrecht.

‘Komt allen tot mij die vermoeid en belast zijn’, zegt Jezus. Je kunt denken dat hij diegenen roept die afgemat zijn, maar je kunt ook achter allen een komma denken, want wie is er niet moe en belast?

Zeker in deze tijd. Of is dat gemonkel van een oude man. Want zie de jeugd die nadat minister De Jonge de vlag liet zakken de discotheken en nachtclubs instormden om onvermoeibaar met ‘Janssen’ gingen dansen. Of was ook dat juist een vorm van ontlasten, hun grazige weide en frisse waterstromen?

De wachtkamers zitten vol, de Huizense groepspraktijk kan het niet meer aan, telefoonlijnen van hulpdiensten zijn overbelast. Tallozen zuchten onder het juk van regeringsmaatregelen. Niet alleen zij die de Toeslagenaffaire fysiek en psychisch voelen schrijnen en drukken.

En dan zijn er ook nog de lasten van eigen keuzes die verkeerd uitpakken, met verkeerde intenties genomen, de gesproken en gedane zonden, die soms helaas  geen keer kennen.

Gewetenslast en gewetenswroeging die om rust schreeuwen of schreien. We zijn thrill-zoekers, maar uiteindelijk ten lange leste – gelovig of niet – rustzoekers. 

En geen beter plekken dan kerken. Om een kaars op te steken, naar een orgel te luister, zomaar te zitten of de schatten van verbeelding naar binnen te zuigen. 

Niet al te volle musea hebben bij mij ook de uitwerking van ontlasting. Zoals laatst in Belvedere Oranjewoud, waar werk van Jan Mankes aangaande dieren te bewonderen valt. Het steenuiltje op een beker, de beroemde geit, de schimmel met over zijn holle rug rustgevend verte-landschap van boerderij en kerk, kraaien die bij hem niet de dreiging van de dood oproepen, maar juist geruststellen. 

Graag zoek ik – ik heb het hier eerder beleden – de kathedrale ruimte van de schepping. Zoals afgelopen week in een wandeling rond Jorwert en van Blauwhuis naar Sneek, waar de grutto’s, scholeksters, tureluurs als engelen rondvlogen en de veldleeuwerik de koepel van het zwerk vond in  heerlijke zang.

Over belasting gesproken: wat zucht de schepping niet naar rust, naar bevrijding uit ketenen, waarmee wij haar boeien. Wij en niet alleen de boeren. Wij, die in toegenomen hedonisme hen gedreven hebben tot rusteloze exploitatie van Gods goede gronden.

Sabbat voor de aarde, sabbat voor ons zelf, sabbat voor de in honger en onrecht geketende kinderen Gods. Om met een cantate van  Bach te spreken: ‘Dazu ist erschienen der Sohn Gottes’. 

Zet deze cantate op en de spanning wijkt. Wellicht zeggen zelfs L. en R.: ‘Toch goed dat er een God is’ (Reve