DE EEM

ND RIVIERENSERIE ZOMER 2021

HIER NIET PLASSEN. Met koeienletters stond het geschreven. Elke wandelaar en fietser op het pontje was gewaarschuwd. Want vanaf dat knusse en befaamde veer bij Eemdijk was het bord zonder bril goed te lezen. Het bord is weg en ontsiert de idyllische plek niet meer.
We weerstaan de neiging om drs. P. maar zelfs te neuriën, laat staan te zingen. Het komt ook alleen de pontbaas toe, een goedmoedig man, die zijn werk met zin doet en de pont tot plezierpont maakt. Eemdijk biedt verpozing in eetcafé Ootje Eppie en bezinning in de Gereformeerd Vrijgemaakte kerk recht er tegenover. Het dorp kent nog twee kerken: de Chr.Gereformeerde met een toren die eindigt in een opengeslagen Bijbel en de Gerformeerde PKN kerk. Verder strekt het dorp zich in vaak dure huizen uit langs de dijk, zowel richting Spakenburg, als richting Baarn.

Eembrugge, jazeker genoemd naar de brug over de rivier, kent voor landverkeer veel oponthoud, zeker des zomers, want de Eem wordt druk bevaren door vooral plezierscheepjes. Ooit stond hier Huis ter Eem, een buiten van de bisschop van Utrecht, waardoor Eembrugge nog immer officiëel stadsrechten heeft. Een oord zonder enige voorziening, met een brug die ook nog al eens vast blijft zitten, omhoog of juist neergelaten.

Ook nog wel eens voor de Eemlijn, die voor fietsers en wandelaars in de zomer vaart van Huizen of Spakenburg naar Amersfoort en terug. De naam van de stad van de Kei, de Lange Jan, de dierentuin en van het ND verwijst naar haar oorsprong: voorde = doorwaadbare plaats in de Amer oftewel Eem.

In Amersfoort komen het Valleikanaal (vanaf Rhenen), de Lunterse Beek en de Barneveldse Beek samen en gaan bij de Koppelpoort als Eem verder, tot in het IJsselmeer, nu daar Eemmeer geheten. De Eem voert vrijwel al het water van de gehele Gelderse vallei af.
Vanaf de – vooral tussen Amersfoort en Baarn kronkelende rivier – heb je op dijk en boot een magnifiek zicht op enerzijds de Utrechtse Heuvelrug, waaruit de ruim 45 meter hoge toren van de Oude Kerk van Soest bijkans als een opgeheven vinger steekt en anderzijds de eeuwenoude weidegronden, waarover Rinke Tolman, geboren Fries, Soester ingezetene als veldbioloog lyrisch en vakkundig schreef in de dagen onzer jeugd: een eldorado van grutto’s, kieviten, kemphanen, tureluurs en veldleeuweriken. De kemphaan is helaas verdwenen, anderen zijn er nog om oog en ziel te verrukken.

In het westen vangen op de Eemnesser Wakkerendijk de wat gedrongen toren van Eemnes-Binnen en de hoge van Eemnes-Buiten de verre blik. In het oosten die van Bunschoten.
Boven dit laagland hangen ook de wolken laag, maar krijgt de wandelaar en fietser juist ruimte in hart en longen en komt het in het hoofd tot helderheid. En tot herinnering. Want in onze schooljaren fietsten we menig zaterdag naar Spakenburg voor een wedstrijd van onze FC Huizen tegen of de Blauwen (Spakenburg) of de Rooien (IJsselmeervogels). Bij winst vlogen we, na verlies deerde wind en regen. Maar altijd was er het pontje om even op adem te komen en tot stilte.