OMSINGELD LEIDEN

WANDELARTIKEL ND

Waar lopen we vandaag?

Beste vrienden wonen in de Sleutelstad. Leiden dus. Op een mooie zondagmiddag net voor de grote sneeuwval waagden we ons gedrieën aan een ommetje rond de stad, over de haar omringende singels, bijna helemaal aaneengesloten middels nieuwe bruggetjes.

Wat is er te zien?

De singels zijn ontstaan in de 17e eeuw, om precies te zijn in 1659, als een vestinggracht rond de oorspronkelijk ommuurde binnenstad . Tot 1869 vormden ze de stadsgrens. We startten aan de Zoeterwoudse Singel. Het gebied aan de buitenkant behoorde eeuwen toe aan Zoeterwoude, vandaar.

We lopen met de klok mee en wandelen eerstens in en door wat het Plantsoen heet, een stadspark in Engelse landschapsstijl, met monumentale bomen. Deze zijn in de holten voorzien van miniatuurkaboutertjes, kaarsen en kerststalletjes. Ze vertederen. Een voliere uit 1939 met kleurrijke exotische gevederden trekt de aandacht van oud en jong. En het monument uit 1924 ter herdenking van 350 jaar Leidens Ontzet, waar ieder jaar op 2 oktober een krans wordt gelegd. We wandelen langs statige herenhuizen, verlaten het park, lopen over de Jan Houtmankade, met de enige – van de 33 – 15e eeuwse muurtoren als herinnering aan de middeleeuwse ommuring. We steken de Vliet over, het water dat de Geuzen – met haring en witte brood – de stad binnenbracht op 3 oktober 1574. In de buurt van de Korte Vlietbrug verschuilt zich een beeldje dat herinnert aan de Pilgrim Fathers.

Na de Oude Sterrenwacht betreden we de Hortus Botanicus uit 1590, de oudste van ons land.

Via de Kweekschool voor Zeevaart uit 1879 en de voorname buste van Prins Hendrik komen we op de Rembrandtplaats. Een gevelsteen in een nieuwbouwhuis herinnert aan het geboortehuis van de molenaarszoon.
De molen daarna – de Put – dankt zijn naam aan een andere Leidse molenaar, Jan Janszoon Put; het betreft de herbouw van een molen die in 1817 werd gesloopt.

De Morspoort is met de Zijlpoort, ook op onze route , een van de twee overgebleven oude stadspoorten. Daarachter wacht het Museum Volkenkunde, eerder het Academisch Ziekenhuis. Een camera op statief eert de Leidse fotograaf Israel David Kiek, die hier zijn atelier had. In zijn geest maken we inderdaad ook hiervan een inderdaad : ‘kiekje’.!

De authentieke stellingmolen uit 1743 De Valk is de enige van de 19 op de vroegere stadswallen. We passeren de Nieuwe Energie, ooit een spinnerij van sterke garens, sajet geheten, nu een

bedrijfsverzamelgebouw. Op het terrein van de voormalige gasfabriek kuieren we door het Energiepark. Niet te ontwijken is de E.On-centrale met z’n 80 meter hoge schoorsteen uit 1909.Het voorziet de Leidenaar van licht en warmte.
Door het Huigpark en het Blekerspark bereiken we kapel en begraafplaats Zijlpoort. Een RK gewijde plaats, waar nog immer begraven kan worden.
Het is ook het enige specifiek christelijke wat we tegen zijn gekomen.
Onder de Zijlpoort door stroomt de Oude Rijn de stad binnen. Boeren moesten hier accijnzen betalen voor de waren die ze op de markt te koop aan boden; de rederijkers vergaderden in de poort. Later kwam er een schooltje voor armen en nu is het horeca,, open in betere tijden dus.

Door het Katoenpark komen we op een van de vredigste plekken van de Leidse binnenstad, begraafplaats Groenesteeg. Sinds 1975 wordt er niemand meer begraven. Onder fraaie bomen liggen de zerken van hoogleraren, fabrikanten, predikanten en stadbestuurders. En wellicht ook van slachtoffers van ‘Goeie Mie’, een bewoonster van de Groenesteeg die ouderen en zieken in de buurt

verzorgde en daar haar naam aan te danken had. Zij ‘zorgde’ echter met arseen. Na drie jaar ongestoord vergiftigen werd ze ontmaskerd, met zeker 27 doden op haar geweten, maar wellicht nog tientallen meer.
Na het Cathrijn Jacobsdochterhof staan we aan het Utrechtse Veer, waar aan de overkant onze tocht begon.

Is de wandeling aangegeven?

Op internet is vooral de site Singelpark Stadswandeling handig. De tocht is ruim 6 kilometer lang.