Category Archives: natuur

Zwarte ibis

Eindelijk licht en lucht van voorjaar. De geur van gras kriebelde voor het eerst tot spontane niesbuien. Ik liep met vriend Rob over de paden en weiden van het Bentwoud in een voor het eerst aangenaam zonnetje en een lichte bries om het hoofd. Hier en daar nog sneeuwresten. Een modderig parkeerterrein vol auto’s van hondenuitlaters en van een paar vogelspotters, die zich met hun enorme telelenzen hadden geposteerd en niet van hun plek kwamen. Wij zwierven en wij zagen ze wederom: blauwe kiekendieven, van de vrouwelijke kunne. ‘Er moeten ook mannetjes zijn’, zei zo’n aan de ‘grond genagelde’ spotter, toen we hem passeerden. ‘Ik heb verdorie een uur onder m’n schuilnet gezeten en heb niets gezien’, zei een ander die er nu de brui aangaf. Wij zagen van heel dichtbij een torenvalk op de uitkijk zitten van een boomtop: prachtige spiedende ogen, schitterend verenkleed, extra opgelicht door het middaglicht.  Een buizerd wiekte ons voorbij en weer zagen we kiekendieven zweven, de witte stuit duidelijk zichtbaar en kenmerk van de vrouwelijke variant. Intussen al zwervend een uur lang uitgewaaid. Maar het mooiste moest nog komen. Vriend Rob stuurde naar de Starrevaart, dwars door het aan een wetering liggende Stompwijk, waar een carnavalsoptocht van over tien dagen pontificaal werd aangekondigd. We sloegen rechtsaf om over de A4 de vaart, die geen vaart is maar een plas, te bereiken. Er stond een jongeman met telelens naar iets te loeren. Wij keken en zagen: hij had zwarte ibissen in het vizier! De auto gestopt en ons bij hem gevoegd. Vier van deze van oorsprong Zuid-Europese vogel stonden met hun wulpachtige kromme snavel in het drassige weiland naar voedsel te pikken. Een nomadische vogel die in ons land niet broedt en eigenlijk in april-juni of september- november hier sporadisch waargenomen kan worden nu vol in het vizier op Valentijnsdag! 

Unknown

 

De middag was nu al goed, maar de Starrevaart bracht nog meer vogelgenot. In de ruime kijkhut een viertal oudere Leidenaren – duidelijk hoorbaar aan hun tongval – met prachtige telelenzen en ons zeer behulpzaam bij het spotten van een keur aan eendensoorten. Naast talrijke smienten zagen we wintertalingen, tafeleenden, slobeenden, brilduikers, pijlstaarten en nonnetjes dobberen. Pijlstaarten hadden Rob en ik nog nooit gezien en de anderen nog nooit zo van dichtbij. Opgewekt en met verende tred liepen we weer naar het parkeerterrein. Terug in Leiden bij mijn auto was een oud mannetje een verwilderde boereneend aan het voederen en op de terugweg naar huis zag ik bij Alphen aan de Rijn een boer die voor het eerst een tiental koeien de wei in had gestuurd. Het was een wonderschone middag!

Unknown-1  wintertaling

Unknown-2  pijlstaart

Unknown-3  slobeend

Unknown-4  tafeleend

Unknown-5  brilduiker

Unknown-6  nonnetje

Kiekendieven

Voor vogelliefhebbers is het bijna een ‘must’: de Vogeldagboeken van Adri de Groot. Adri de Groot woont in het Groene Hart in de buurt van Zoetermeer en trekt er dagelijks op uit met zijn telelens om vogels te spotten en te fotograferen. Hij ‘vangt’ de meest bijzondere gevederde vrienden en zet prachtige foto’s op zijn website, waarop je je gratis kunt abonneren. De meeste van zijn vogelvondsten treft hij aan in het natuurgebied De Wilck bij Hazerswoude, het Bentwoud bij Benthuizen, het Westerpark in Zoetermeer en de Starrevaart bij die plaats. Regelmatig reist hij ook af naar het havengebied van Scheveningen.  Nieuwsgierig geworden naar deze plekken vol verrassingen toog ik gisteren met vriend Rob, woonachtig in Leiden, naar een paar van die plekken. Eerst naar De Wilck, waar Rob vaak komt om te vissen en daar Adri ontmoette met zijn telelens. Op drie punten staan roestige schermen op een verhoging met kijkgaten. Door het drassige ruige weidegebied kun je wandelen, mits de toegangshekken niet vergrendeld zijn. Helaas is dat nu het geval. Vanwege de kleine zwaan die er is neergestreken. De Groot was er nu niet en helaas konden we de zeldzame kleine zwaan ook niet in het vizier van onze kijkers krijgen. Wel duizenden smienten, honderden kieviten en een  groot aantal grote zilverreigers. Vanaf twee plekken zochten we het natuurgebied af, aanvankelijk miezerde het nog, maar spoedig trok de lucht open en koesterden we ons in een bleek zonnetje. Na een voortreffelijke uitsmijter in De Egelantier te Hazerswoude-Dorp trokken we naar het Bentwoud, een recent aangelegd natuurgebied, met een rand van hoge bomen, bosjes van jonge bomen en gronden van riet en ruigten, doorsneden door sloten en wandelpaden. Het parkeerterrein stond aardig vol met auto’s van hondenuitlaters, maar er verschenen ook meerdere vogelaars, de meesten uitgerust met telelenzen. Een vrouw vertelde ons dat zij bij Bleiswijk fraters had gespot en liet ons de foto’s er van zien. De Groot had ze onlangs in Scheveningen weten te ‘vangen’. Een man met snor kwam gretig op ons af, in zijn kielzog zijn vrouw met het gezicht van iemand die graag iets anders had gedaan. “Zijn hier ook roofvogels?” Zonder kijker kon je torenvalken zien hangen, wegwieken of rusten op een paal of boomtak. Maar hij bedoelde buizerds. Mijn hemel, buizerds, moet je daarvoor naar het Bentwoud. Het miegelt in ons land van de buizerds. En zie daar, daar klapwiekt ook in het Bentwoud aan onze snufferd voorbij. Veel interessanter is dan de mededeling van een man die zegt dat er blauwe kiekendieven moeten zijn. De vrouw van de fraters is intussen ons voorbij gestiefeld en heeft haar telelens op de driepoot gezet en roept opeens dat ze bruine kiekendieven heeft gespot. En ook een ijsvogel. Die is inmiddels gevlogen en krijgen we niet in het vizier. Wel die kiekendieven. Twee stuks, zwevend, rustend, opvliegend. Maar dat zijn geen bruine, maar de beloofde blauwe: een vrouwtje en een jong. Aanvankelijk gingen we mee met de determinatie van het frater-vrouwtje, maar met name Rob had al snel zijn twijfels. Dan is het handig een vogelboek bij je te hebben en toen werd duidelijk dat het frater-vrouwtje dan wel een enorme telelens meetorste en wij slechts kijkers (wel goede), maar dat het nog niets zegt over de kwaliteit van het waarnemen. Daar kun je bij Adri de Groot wel van op aan en dus is het dagelijks openen van zijn mail immer een opwindend genot.

Veldleeuwerik en brilduiker

Het stralende weer nodigde uit tot een wandeling naar de vogelkijkhut aan de rand van het Markiezaatsmeer. Samen met vriendin A. en gewapend met verrekijker vanaf parkeerplaats bij de Kraaienberg voor een groep leerlingen van het Juvenaat uit Bergen op Zoom o.l.v. van gemeentelid en natuurkenner als vrijwilliger in dienst van Het Brabants Landschap uit door een drassig weiland en langs bosschages naar die prachtige plek aan het water. de wilde paarden graasden op afstand, een groep kauwen lawaaiden rond een boom met holtes voor hun nesten, grauwe ganzen troepten bijeen. Op het pad naar de hut een paar fitissen, goed te zien en te horen ,alsmede een matkop. Rond de kijkhut en ook erin weggegooid vuil. Later vertelde Leo, dat ze al vuilniszakken vol hadden opgeruimd: overblijfselen van een illegaal feestje in de hut de afgelopen nacht, een ruig feest ook, gezien de vele condooms die gevonden zijn. vanuit de hut zagen we honderden meters verder tegen een eiland in het meer niet alleen ettelijke zwanen, maar ook lepelaars. Er moeten er al weer honderd zijn neergestreken. Een broedende meerkoet in het riet vlak voor de hut; een paartje grauwe gans met vijf jonkies zwemmen voorbij.  Een paar krakeenden rusten in het hoge gras van een landtong. Hoog in de lucht, alleen met kijker zichtbaar: een veldleeuwerik. Op de terugweg in een kreek, overblijfsel van de oeroude Schelde-loop duizenden kikkervisjes. En dan in een plas, ontstaan door de vele regen van de afgelopen tijd: een paartje brilduikers. Die vriendin Annelies trefzeker vangt met haar camera. geen zeearend, geen ijsvogel, geen groene specht dit keer, maar het was prachtig, rustgevend en tilde me weer even uit de dagelijkse en voortdurende beslommeringen van mijn soms tijd- en vaak energievretend ambt.

P1030351 (1)P1030353

De slechtvalk is een fijnproever

Met grote regelmaat maak ik, alleen of met Annelies, een goede vriendin en vogelkenner, een wandeling door de Duintjes, een natuurgebied tussen Woensdrecht en Bergen op Zoom. Ooit lag er een natuurbad, waarvan nog een paar resten zichtbaar zijn. Het is duinachtig, beplant met bomen, waarna naar het Markiezaatsmeer toe het terrein overgaat in ruige gras- en rietvelden. Op een van onze wandelingen ontdekten we vossenholen en eens hebben we ook een vos zien wegschieten door het hoge gras. Beiden gewapend met verrekijker zochten we ook deze middag de vossenholen op, konden aan de verse pootafdrukken afleiden dat er bewoning is, maar de bewoner zelf hebben we helaas niet gespot. Wel een paar kramsvogels, een vlucht rotganzen, een buizerd en plotseling dook een slechtvalk op. Van een honderd meter konden we die volgen en opeens een duik zien maken. We hoorden een ijselijke kreet en bij de boom gekomen, waar vandaan we dat geluid vermoeden, zagen we de slechtvalk wegschieten. Onder de boom vonden we     veertjes rond een postduif, bij wie de borst was weggegeten. De duif was geringd en voelde nog warm aan. Het nummer hebben we opgeschreven. Het is typisch voor slechtvalken om niets anders van een duif te peuzelen dan z’n borst. Van welk ‘roofdier’ kennen we dat ook? De slechtvalk is een ware fijnproever.

Kauwen als apen

In de bestuurskamer van De Toekomst, Ajax’ jeugdcomplex werd ik geïnterviewd voor het Ajax Clubnieuws. Ik zat met mijn rug naar de muur en had zicht door het grote raam op het veld en het hek er om heen. Ondanks dat ik me richtte met mijn blik en aandacht op de interviewer, Tijn Middendorp, al jaren eindredacteur van het blad, kon ik mijn ogen op gegeven moment toch niet afhouden van het veldhek. Recht tegenover me posteerde een kauwenstelletje. De zon scheen, nog niet uitbundig, maar voor de tijd van het jaar al best aangenaam. De twee kauwen in elk geval genoten daar zichtbaar van. Ze begonnen met elkaar te flikflooien, snavel in snavel, strekten hun vleugels, lieten die wapperen en begonnen zich zelf en uiteindelijk ook elkaar met hun snavels te vlooien. Het was zo’n vertederend tafereeltje dat ik m’n interviewer wel moest onderbreken om ook hem deelgenoot ervan te maken. Net apen die twee kauwen. De zon scheen, het interview verliep goed en dit was de slagroom op de taart: verend liep ik naar m’n auto en vrolijk reed ik huiswaarts.

Vogels in de tuin

Vanmorgen vers vogelvoer in bakjes gedaan en een nieuwe zak pinda’s aan een tak van de walnotenboom in mijn tuin geknoopt. Naast het netje waarin nog een restant aan pelpinda’s zit. Vanuit mijn woonkamer had ik een prachtig zicht op welke gevleugelde vrinden kwamen peuzelen. Een stel koolmezen was de eerste, daarna verscheen een roodborstje, er doken merels op en op de tafel landde een houtduif. Het mooist vond ik de komst van een kauw, die op de tak van de walnotenboom daalde en niet, zoals ik verwachtte, aan de verse pinda’s begon, maar keurig het restant van de oude pinda’s uit het netje pikte. zwiepend op de tak maakte hij/zij er echt werk van. Haalde het netje naar boven, rolde dat om de tak en kon zo beter bij de overgebleven pinda’s, die hij/zij gretig naar binnen werkte. wat een keurig opgevoede kauw! Eerst het oude voer op eten.  Of houden kauwen meer van oude dan van verse pinda’s? Overigens heeft een vink zich nu ook gemeld voor wat pitten en zaden.