Westerborkpad – 2 – Station Diemen – Station Weesp

Diemen ontleent zijn naam aan het riviertje de Diem, in de middeleeuwen een verbinding tussen het Bijlmermeer, de Gaasp en de Zuiderzee. Een duizend jaar geleden trokken mensen uit het Utrechtse naar het veengebied rond  en aan de Diem om het te ontginnen. De oudste vermelding van bewoning dateert van 1033 en is het daarmee ouder dan Amsterdam. Een houten kerk en wat huizen stonden op een drie meter hoge kerk; restanten van een stenen kerk uit de 15e eeuw zijn teruggevonden. Rembrandt heeft het dorpje in etsen en tekeningen vereeuwigd. De aanleg van zowel de Muidertrekvaart als mede de Weespertrekvaart in resp. 1638 en 1640 zorgde voor verplaatsing van het centrum naar de Diemerbrug. Het oorspronkelijke Diemen ging Oud-Diemen heten. Diemerbug breidde zich in de 18e en 19e eeuw steeds meer uit en halverwege de 20e eeuw werd het overloopgemeente van Amsterdam. Van het oude dorp vrijwel niets meer over dan een ( voormalige) smidse uit 1749, de gerestaureerde Schuilkerk De Hoop uit 1787 , een vroeger raadhuis uit 1882 en de RK Sint Petrusbanden uit 1910.

img_7476     520px-schuilkerk_de_hoop                      oude smidse                                           Schuilkerk de Hoop

sint-petrusbandenkerk-diemen

 

Vanaf het station over de Ouddiemerlaan naar de Muiderstraatweg en daar linksaf, onder het spoor door en over de brug, waar links een brede - darmachtige uitstulping van de Diem uitmondt in het Amsterdam-Rijnkanaal, rechts een verbinding met de Weespertrekvaart. Langs een bedrijventerrein en dan rechtsaf het Diemerbos in.

img_7477

Een jong bos, in de jaren ’90 aangelegd als onderdeel van natuurgebied Gaasp en Diem. Op deze mooie zondag wordt er druk gewandeld, vaak met een hond. Er wordt gefietst en gejogd. Ik loop rechtdoor tot in de buurt van de A9, waar het Telegraafbos heet, omdat de krant destijds nieuwe boomaanplant sponsorde. De ‘viezehanden-krant’ doet heus wel iets goeds! Naar links, rechts een vaart over en rechts langs een boerderij naar de Stammerdijk.

img_7478     img_7479

img_7480      img_7481

Onder het viaduct van de A9 onderdoor, een stukje langs de Gaasp, met boerderij De Goede Hoop. De Gaasp is een riviertje tussen Driemond en Diemen en verbindt het Gein met de Diem. 

img_7484

Het weidegebied weer in, richting Amsterdam-Rijnkanaal. Een roze beertje aan een hek. In het hele land vinden we achter ramen en ruiten teddyberen in diverse kleuren en maten: als bemoediging in corona-tijd. Schuin er tegenover zijn in het water restanten van veeneiken zichtbaar die wel enkele duizenden jaren oud zijn. De veeneiken stonden in een moerasbos en werden omver geslagen tijdens de Elisabethvloed van 1421. Deze woudreuzen liggen nog immer in de natte veenbodems.

img_7485 img_7488

Over de spoorbrug van het Amsterdam Rijnkanaal, het spoor 2 km volgen en dan is na een benzinestation de achterzijde van station Weesp bereikt.

img_7489      img_7490

 

Honden – column 4 – Ned. Dagblad – 8 mei 2020

Ik hou zo van dieren dat ik er geen houd. Vissen in een aquarium, een vogel in een kooitje,een hamster in een tredmolentje: ik moet er niet aan denken. Neem een kat’, zeggen vrienden soms. ‘Of een hond’, roept een ander. Ik ben er te neurotisch voor; vind het gedoe. Een kattenbak of hondenmand in huis, een zwiepende staart:daar gaat weer een kop koffie of een glas wijn; vlooien, naar de dokter, gevoeg opruimen. Ik vind dat zeker voor honden huizen zo groot moeten zijn dat ze net als kinderen een eigen kamer moeten hebben.  Ik ben zelf wel eens onheus bejegend door een hond en dat gesnuffel in het kruis is ook behoorlijk genant, alsof achter de rits de kern van mijn bestaan verborgen ligt of een konijn verstopt zit. Verder heb ik helemaal geen hekel aan honden, in tegendeel. Alleen het zijn er zoveel! Elke dag word mijn neus (en ogen en soms oren) op dat feit gedrukt. In de bosachtige omgeving dicht bij mijn huis,waar ik vrijwel dagelijks wandel ben ik echt de enige die zich zelf uitlaat. Verder miegelt het van mannen, vrouwen, stellen, gezinnen die een of meerdere honden uitlaten. (Of is het andersom?) Als  ‘Einzelgänger’ vraag ik me af: verdrijven die honden het wild niet? Wat dragen zij bij aan het stikstofprobleem? En kunnen ze ook corona verspreiden? En natuurlijk loopt er niemand met zakjes om het stinkend ongerief in op te bergen. Hondenpoep is viezer volgens mij dan welke dierengevoeg dan ook. Zou het daarom zijn dat honden in het midden-oosten als onrein beschouwd worden? In de Bijbel zijn ze dat in elk geval. In de Openbaringen wordt van het nieuwe Jeruzalem gezegd dat de ‘honden en de hoeren’ buiten zullen blijven.Daarentegen staat in de kunst  de hond juist voor ‘trouw’ en ‘waakzaamheid’. En dat brengt mij op een verhaal van Emmanuel Levinas. De joodse filosoof verbleef tijdens de oorlog in een werkkamp. Hij schrijft: ‘wij werden door de bewakers gezien als minder nog dan apen. In het kamp was er een onooglijk hondje. Hij blafte vrolijk naar ons ons en kwispelde als we ’s ochtends het kamp verlieten om in het bos te werken en wachtte ons weer ven zo vrolijk op. We gaven hem de exotische naam Bobby. Hij zag in ons nog mensen”. En zo vraagt Levinas zich af: “is Bobby een afstammeling van de hond van Odysseus, die hem als enige herkent als hij na zijn omzwervingen thuis komt?”. Nee, want Odysseus kwam inderdaad thuis, wij waren nog immer in de vervreemding, onze Bobby stamt af van één van de honden uit het Exodus-verhaal, die zich koest houden als het volk in de nacht Egypte verlaat’. In de gelijkenis van de rijke man en arme Lazarus zien we  dat honden de zweren likken van de sloeber.  De hondentong schijnt verzachtend te zijn. Bobby’s dus. Het Hebreeuwse woord voor hond is ‘kaleb’. De naam dus ook van de spion die met Jozua als enige vol vertrouwen de intocht in Kanaän aandurft, ondanks de ‘ reuze weerstand’ die verwacht wordt. Jozua en Kaleb, oftwel Jezus en de hond. Dat geeft te denken. 

En weet u dat er ook in oorlogstijden dieren zijn geweest, vooral honden, die bijstand verleenden, soms zelfs beslissend waren in de strijd tegen het onmenselijke, het vernederende. Zoals de hond Roselle die haar blinde baas uit de puinhopen van 9/11 haalde. (Zie Bibi Dumon Tak, Oorlogsdieren). Ik blijf pleiten voor minder honden, maar ook voor een nationaal monument voor het reddende dier. In diverse landen zijn die er al, bij ons nog niet.

Limespad – 5 – Bodegraven – Papekop

Op een stralende vijf mei vervolgden Anja, Fieke, Rob en ondergetekende het pad dat min of meer langs de oude Romeinse grens in ons land voert. Start bij het station van Bodegraven. Sinds oktober 1878 kent Bodegraven een station; het gebouw dat er nu staat is al het derde en stamt uit 1914. Sinds 2007 is het stationsgebouw gesloten voor publiek en is Het Kookstation er in gevestigd, waar o.a. kookworkshops worden gegeven.

532px-bodegraven_-_station_5_april_2018_2

 

Bodegraven was al in de Romeinse tijd bewoond. Daarna verdwijnt het in de mist van het verleden om als kleine nederzetting op te duiken in de middeleeuwen als Bodelo. In de strijd om het eigendomsrecht tussen de bisschop van Utrecht en de graven van Holland trekken de laatsten aan het langste eind. De nederzetting lag in moerassig gebied, waaruit gaandeweg steeds meer land werd ontgonnen, te beginnen vanaf de hoger gelegen rivieroevers van Oude Rijn, de Meije en de Oude Bodegrave. In 1350 werd een sluis gebouwd, beslissend voor een blijvend bestaan van het dorp. In 1672, het Rampjaar, lag Bodegraven vlak achter de Hollandse Waterlinie. Deze was geïnundeerd, maar in de winter bevroor het en konden de Fransen over het ijs verder trekken. Tussen Zwammerdam en Alphen werden ze staande gehouden en teruggedreven, waarbij ze Bodegraven met de grond gelijk maakten. Toen werd in opdracht van stadhouder Willem III in 1673 fort Wierickerschans gebouwd. In 1870 werd het dorp door een uitslaande brand van een bakkerij zwaar getroffen: honderd huizen brandden af, 130 gezinnen raakten dakloos. Een landelijke collecte bracht het dorp weer op de been. Bodegraven is een voornaam centrum van de kaashandel. In 2005 werd André de Jong tot grootste Bodegraven Aller Tijden gekozen. Uitgerekend in het jaar dat hij zijn fabriek sloot. Fabriek van shampoo, van het bekende merk Andrélon. De naam is een samentrekking van de naam van de kapsalon van zijn vader, ook André geheten: ‘Andrés Kapsalon’. 

Via een paar straatjes met fraaie voorname huizen komen we bij de Oude Rijn, waar aan de overkant pakhuis De Phoenix hoog oprijst. We volgen het pad langs het water. Een vrouw fietst ons tegemoet. Ze blijkt te horen bij iemand die parallel aan haar door het water ‘ploegt’. Met een oranje ‘blaasbalg’ op zijn rug. Ja zijn: onze aanvankelijke veronderstelling dat het om een vrouw gaat blijkt onjuist. Het is de dertienjarige zoon van de vrouw op de fiets die het zwemmen zo mist dat hij de Oude Rijn gekozen heeft voor zijn hobby. We volgen de Oude Rijn gedurende 2,5 km, tot aan genoemde Wierickerschans. 

img_7494   img_7495

Ik had de dag er voor mijn column voor het Nederlands Dagblad geschreven. Dat ging over honden. Vandaar de twee volgende foto’s. En nog een foto van een ‘hengelaar in miniformaat’?

img_7497     img_7500

img_7502     img_7499

 

Fort Wierickerschans ligt op de kruising van de Oude Rijn en de Enkele Wiericke. Op  de website van het fort wordt het een tijdloos militair monument genoemd. Ofschoon het fort weliswaar steeds wel werd aangepast aan de inzichten en veranderingen binnen en van de krijgsmacht, maar heeft het toch altijd zijn oorspronkelijke vorm  behouden. Woerden, Oudewater en Schoonhoven waren ook ‘stercke steden’, zoals deze forten werden genoemd, omdat en waarin het leven zich afspeelde achter poorten, wallen en bastions, maar die steden zijn bij uitbreiding in de 19e eeuw drastisch veranderd door sloop etc. Het fort is in gezonde tijden te bezoeken als museum, voor bruiloften en  partijen, om te varen e.d. 

 

unknown

 

Bij het fort wijken we af van de Oude Rijn, rechts om het fort heen en volgen al snel de Enkele Wiericke, een bijna acht kilometer lang kanaal, in 1364 gegraven om het overtollige water van de Oude Rijn te kunnen lozen op de Hollandse IJssel, bij Haastrecht. Parallel aan dit kanaal loopt de Dubbele Wiericke. Tussen de twee kanalen ligt de polder Lange Ruige Weide. Bij elkaar is het onderdeel van de oude Hollandse Waterlinie. Na het oversteken van de spoorlijn komen we voor lange tijd te lopen over een graskade, Prinsendijk geheten. De dijk is genoemd naar prins Willem III, die in 1672 opdracht gaf om de dijk op te werpen om het inundatiewater uit de bovenloop van de rivieren te keren en te verzamelen in de polder tussen de twee Wiericken. De Hollandse Waterlinie is hier op z’n smalst. De Enkele Wiericke vormt de grens tussen Hoogheemraadschap van Rijnland, waartoe de Prinsendijk behoort en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De laatste heeft hard gewerkt aan verbetering van de kade, het uitbaggeren van het kanaal, bestrijding van muskusratten. Als herinnering heeft het een uitkijktoren geplaatst, de Wierickerwachter, geflankeerd door 3 oude boomstronken met bovenop beelden van aalscholvers.

Voordat we daar zijn aangeland moeten we eerst de A12 onderdoor. Rob en Anja volgen het boekje en nemen het geasfalteerde fietspad; Fieke ontdekt een rechtstreekse onderdoorgang, voor voetgangers en ik volg haar. We houden een kleine picknick-stop op een wankele vlonder in het kanaal.

img_7507    a9b18f1d-3da4-4d69-a998-849f4b716f03

Nog 2,7 km over de Prinsendijk, bij een te koop staande fraaie boerenhoeve nog een hekje over, met daaraan bevestigd de curieuze mededeling dat het verboden voor fietsers is. Het is ons een raadsel hoe een fietser in staat zou zijn dit verbod te overtreden.

img_7509      img_7513

Bij reeds genoemde uitkijktoren weer een hek over en linksaf. Rob was ons al ver vooruit en heeft de uitkijktoren beklommen, maar als wij arriveren moedigt  hij ons niet aan om zijn voorbeeld te volgen. Dus rusten we onder de toren uit en foerageren. Een fietspad brengt ons in het dorp Driebruggen, waar er slechts twee bruggen te vinden  zijn. Evert Hartog uit Spakenburg staat er met een viskraam. Heerlijke kibbeling en lekker broodje makreel is ons deel. Aan zijn kraam- zoals overal – een A4 met maatregelen ivm de corona-crisis. De laatste: ‘eet meer vis’!                       img_7516 33b6d74a-c999-4585-b33a-ec57e1278d08     img_7517 img_7519     img_7521   voormalig gemeentehuisje uit 1928

Officiëel voert het Limespad na de ophaalbrug rechts over het erf van een oude boerenhoeve, maar die doorgang is zo smal, dat in deze tijd van de coronacrisis het niet verantwoord wordt geacht om die route te nemen. img_7524

Een alternatieve route brengt ons over een kronkelende dijk met oude en nieuwe boerderijen naar de grens met het dorp Waarder, waar we rechtsaf het weidegebied ingaan over een lang graspad. 

2d71e064-4a48-4771-99e1-c8b3ae1962e0   imkerechtpaar img_7530   silhouet Waarder

Uiteindelijk komen we weer op de oorspronkelijke route; we gaan links af ,een hekje over en over een graspad naar een asfaltweg. Er wordt een purperreiger gespot, zeker door Rob, Fieke en Anja; achterloper als ik ben,  heb ik letterlijk het nakijken: ik zie iets wegvliegen wat een purperreiger zou kunnen zijn.

img_7533

Bij de asfaltweg rechtsaf en na een kilometer bereiken we het gehucht Papekop, waar mijn auto staat. Rob en Anja liepen het laatste stuk behoorlijk voorop, ook omdat Fieke piepgeluiden vanuit een geknotte wilg met grote opening aan de bovenkant hoorde. Ja, verdraaid, geluiden als van kuikentjes. Van een steenuil? Helaas konden we diep in het donker van de stam niets zien. Maar  volgens de apostel Paulus is het geloof uit het gehoor, dus…

De weg die naar Papekop leidt heet de Johan. J. Vierbergenweg, genoemd naar een in 1916 in het Duitse Efferen bij Keulen geboren douanebeambte, die aanvankelijk in Oudewater woonde. Tijdens de oorlog is hij gestationeerd in Bergeijk. Dit dorp vormt een belangrijke schakel in het illegaal over de grens brengen van neergestorte geallieerde piloten. Vierbergen helpt daarbij, maar onderneemt in het voorjaar van 1944 met twee Britse piloten zelf ook een poging om via België, Frankrijk en Spanje Engeland te bereiken. Op een station tussen Dendermonde en Gent wordt het drietal ontmaskert en gearresteerd. Vierbergen belandt in de gevangenis van Bruchsal en verschijnt voor het vuurpeloton. Hij ligt begraven op het Ereveld te Loenen. Hij wordt in Oudewater met een monument herdacht en dus hier met een weg.

img_7535    1716-j-j-vierbergen

Papekop is een voormalige ambachtsheerlijkheid, de laagste bestuurseenheid op het platteland. Tot 1820 was het een zelfstandige gemeente binnen de provincie Utrecht. Daarna ging het tot Zuid-Holland behoren. In 1964 werd Papekop bij Driebruggen gevoegd, inmiddels ook al geen zelfstandige gemeente. Het grondgebied bestond in de Middeleeuwen voornamelijk uit moeras en was eigendom van de bisschop van Utrecht. Deze gaf de grond uit voor ontginning, een ‘cope’ genoemd. De opbrengst moest ook ten goede komen aan de pastoor, oftewel ‘paap’ van Waarder. Voila: Papekop. Het dorp kende een school, tot 1995; een koffiehuis, thans De Dijketelg en eveneens een treinstation. Dat werd in 1857 als station Oudewater, zowel voor personen- als voor goederenvervoer geopend. Tot meer bewoning en economische groei heeft dit niet geleid. Oudewater zelf had er ook niet veel aan: te ver van het stadje gelegen. Er kwam wel een paardentram op Papekop, later vervangen door een bus. In 1936 werd het station gesloten voor personenvervoer, in 1969 ook voor goederenvervoer. Station en stationsgebouw werden afgebroken.

img_7537    img_7492

Enfin , Rob en Fieke besluiten in Papekop nog door te lopen naar Station Woerden om vandaar terug te sporen naar Leiden. Voor Anja en mij is nog eens bijna zeven km te veel. Ik breng Anja terug naar Bodegraven, waar haar auto staat.  img_7540   afscheid in Papekop          

Westerborkpad – 1 – Amsterdam CS – Diemen Station.

Op zondag 26 april 2020 begon ik solo aan het Westerborkpad, sinds 2017 opgenomen als Lange Afstandswandeling in Wandelnet Nederland. De wandeling was al eerder ontworpen door Jan Dokter, van wie  twaalf familieleden werden weggevoerd. Mijn eerste etappe was uitgangspunt van een artikel voor het Nederlands Dagblad. (Zie onder rubriek geschiedenis en/of Bijbel)

De wandeling begint bij het Centraal Station van Amsterdam. Aan de stadskant rechtsaf. Links een mooi zicht op o.a. de Nicolaaskerk. Het is heerlijk weer en het is stil in de stad, vanwege de coronacrisis. De wandeling voert me naar de ‘grachtengordel, als eerste de Jordaanse Brouwersgracht. Ik neem de Melkmeisjesbrug. Dat intrigeert, omdat het melkmeisje het wapen van het dorp Huizen, waar ik geboren ben en thans weer woon, domineert. In de buurt van de Warmoesstraat prijkt een melkmeisje , een juk op haar schouders, waaraan twee emmers hangen als gevelsteen in een zijmuur van eeuwenoud huis. Er is al heel lang een relatie tussen Amsterdam en Huizen, vooral op gebied van de handel, o.a. vis. Was dat ook op zuivelgebied? Nog onduidelijk voorshands.

img_7388      img_7389

 

 

Herengracht, Herenstraat, Keizersgracht, Leliegracht, Prinsengracht en langs het Anne Frankhuis, vanwege dat pandemische, onzichtbare monster gesloten. Hoe zat het ook al weer?           Op 1 december 1940 vestigt Otto Frank zijn bedrijf in pectine ( een verdikkingsmiddel m.n. ten behoeve van het maken van jam) – Opekta – in Prinsengracht 263-267. In de loop van 1942 wordt een schuilplaats ingericht, die op 6 juli door het gezin Frank in gebruik wordt genomen, waar later de familie van Pels en medewerker Frits Pfeffer bij kwamen. Vanwege verraad van ???? valt de SD op 4 augustus het pand binnen , op 3 september volgt transport naar Auschwitz, vanuit Westerbork. De zusjes Frank komen uiteindelijk om in Bergen Belsen. Otto overleeft de oorlog en overlijdt in 1980. Miep Gies vindt de dagboekpapieren van Anne. Het Anne Frankhuis opent haar deuren in 1960.

Anne Frank Huis geopend.      g3jxfe9atlgs_wd640                             Otto Frank in 1961                                  Lange, lange rij toen, vóór Corona.

Dan doemt de Westerkerk op. Er staan wat banken en ik besluit tot een korte stop, pel een mandarijntje en dan zie ik voor me op de grond een tegel tussen de stenen met de tekst:

Ik denk, dus ik ben.                                                                                                                                                Terwijl ik wilde menen dat                                                                                                                         alles onwaar is, besefte ik dat                                                                                                                                                het noodzakelijk waar is dat ik,                                                                                                               die dat dacht, iets ben (1637)

Omhoog kijkend zie ik het huis waar Descartes, van wie de tekst is,  gedurende de zomer van 1634 woonde. De Westerkerk was een paar jaar eerder gebouwd. Het mooie van wandelen is dat je ‘leeg’ wordt en dus open voor wat gezien en gehoord wordt. Rechts van me bevindt zich het homomonument aan en in de Keizersgracht. Met die prachtige dichtregel van Jacob Israël de Haan: ‘ naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’.                 Ooit – 2007 – ging ik in de Westerkerk voor in een huwelijksdienst, met Jos van der Kooij op het oorlog, één van de beste kerkorganisten. In de Westerkerk was hij niet meer nodig en nu speelt hij in de Remonstrantse Kerk in Rotterdam.

img_7391       img_7392                    gedenktegel                                                                   woonhuis Descartes

De toren van de Westerkerk is de hoogste kerktoren van Amsterdam, met 47 klokken, waarvan drie voor het luiden en twee die de tijden slaan en de rest voor  het carillon.                  ”Vader, moeder en Margot kunnen nog steeds niet aan het geluid van de Westertorenklok wennen, die om het kwartier zegt hoe laat het is. Ik wel, ik vond het dadelijk fijn en vooral ‘s nachts is het zoiets vertrouwds”, schrijft Anne Frank op 11 juli 1942 in haar dagboek.

 

img_7395        unknown homomon.

 

Ik vervolg na de Westerkerk de Prinsengracht, sla links af de Reestraat in, waar Ischa Meijer ooit woonde, kom weer op de Keizersgracht en dan linksaf de Wolvenstraat in, met links in een muur  twee identiek vormgegeven gevelstenen, beiden met het jaartal 1758. De een echter een op het oog zwarte man voorstellend met slechts een korte broek aan en een pijl en boog, met daaronder de tekst: ‘de verlooren arbeyd’ en de ander met een zwarte wolf en de tekst: ‘de ouwe wilde wolf’. De site ‘Gevelstenen van Amsterdam’ geeft veel informatie over de oorspronkelijke panden die de twee teksten als namen droegen, maar niets over het waarom van de namen.

img_7397      img_7398

Enfin, naar de Herengracht, die blijven vervolgen tot ik op het Thorbeckeplein kom, genoemd naar de staatsman die aan de kop van het knusse plein in brons te pronken staat.

Op dit plein werd op 9 februari 1941 café en variététheater Alcazar door leden van de WA-dienst van de NSB kort en klein geslagen. Omdat er nog Joodse artiesten optraden, waarnaar ook Joods publiek luisterde. De Ordnungspolizei greep niet in. Boven Alcazar zaten 14 Joden ondergedoken. Tegen de verveling werd door hen een film gemaakt: Duikjoodbasis. Het scenario werd geschreven door de toen dertien jarige Henri Robinsky. Tussen juli 1942 en april 1943 werd er gedraaid. Op 28 mei 1943 doet de Gestapo een inval en bijna alle onderduikers worden gearresteerd, enkelen wisten te ontsnappen. In 1983 werd het pand verbouwd en vonden werklieden o.a. het script en sporen van de film. (Zie verder www.joodsamsterdam.nl)

img_7400          de-heeren-van-aemstel    vroegere Alcazar

Rembrandtsplein over , Halvemaansteeg, de Amstel over en rechtsaf naar het Waterlooplein. Op het Rembrandtplein werd tot aan de Februaristaking veel gevochten. Op 6 juni 1940 al werd het interieur van café De Kroon door Nederlandse nationaal-socialisten vernield: de zaak zou ‘Joods’ zijn. Toen op 9 februari 1941 daar nog geen bordjes hingen met de tekst dat ‘Joden niet gewenscht zijn’, werden de ruiten ingegooid. Op 17 augustus werden de leden van de Amsterdamse politie in Rembrandt Theater geinstrueerd over het ophalen van Joden.

De Kloveniersburgwal was vanaf februari 1941 de grens van de afgesloten Joodse wijk. In die zgn. Jodenhoek ( tussen genoemde wal, C.S., Waterlooplein, Valkenburgerstraat en Prins Hendrikkade woonden ruim 25.000 joden. Margo Minco zat in1944-1945 ondergedoken op Kloveniersburgwal 49.

unknown       unknown-1

Met Spinozastandbeeld en het monument voor het Joods verzet. Tijd voor een boterham en benen strekken. Op bankjes wordt wat ontspannen geluierd, maar het blijft onwezenlijk, maar wel aangenaam stil voor een stad, zeker voor Amsterdam.

Het Waterlooplein ontstond in 1882 na het dempen van Leprozengracht en Houtgracht. De Joodse straathandel kwam op last van het stadsbuurt gegroepeerd op dat plein, vanaf 1893 alle dagen open, behalve op zaterdag.  In het kader van de anti-Joodse maatregelen kwam er een eind aan de markt op 15 september 1941. Het plein kende een speeltuin en daar was nog tussen november 1942 en september 1943 een markt uitsluitend voor Joden. Op 11 februari 1941 hield de WA-dienst van de NSB een provocerende, zgn. ‘oefenmars’ door het Jodenkwartier. Hierop volgden gevechten tussen bewoners en Joden uit andere wijken en de WA, waarbij NSB’er Hendrik Koot gewond raakte en drie dagen later overleed.

unknown-2      unknown

Langs de Stopera naar de linkerkant van de Amstel, over de Walter Süskindbrug. De brug is genoemd naar de Duits-Nederlandse Jood die kans zag om 600 joodse kinderen uit de Hollandse Schouwburg te redden, alvorens hij uiteindelijk zelf met z’n gezin naar Westerbork moest.

img_7403    042b062-jpg9a8262b6ba2dfa17c354742b20e93944                                              monument joods verzet                     Walter Süskind

Langs de Hermitage, linksaf over de Nieuwe Keizersgracht naar de Weesperstraat en uiteindelijk kom ik op het Jonas Daniël Meijerplein met de Dokwerker.                                              Het plein is genoemd naar de eerste Joodse advocaat in ons land (1780-1834). Van 1942 tot 1945 heette het de Houtmarkt. Op 22 en 23 februari 1941 hielende nazi’s razzia’s in de buurt. 425 Joodse mannen en jongens werden op het plein samengedreven om uiteindelijk afgevoerd te worden naar Buchenwald en Mauthausen. Wat we nu kennen als de Februaristaking was daar een reactie op, die met geweld gebroken werd. In 1952 werd de Dokwerker onthuld, van Mari Andriesen.

520px-razzia_feb41_amsterdam     februari1941staking

img_7404   520px-dokwerker_amsterdam

Om de Portugees – Israëlitische synagoge heen naar het Wertheimpark, met het Holocaust-monument van Jan Wolkers. Het monument werd in 1977 onthuld op de Oosterbegraafplaats, vanwege ruimtegebrek en de toegenomen belangstelling bij de jaarlijkse herdenking werd het monument in 1993 verplaatst naar het Wertheimpark. In kapitale letters staat NOOIT MEER AUSCHWITZ boven een vierkant van gebroken spiegels: ‘de hemel is na Auschwitz nooit meer ongeschonden’, aldus de maker. Het monument is eenmaal vernield en meerdere malen beschadigd, helaas een signaal dat de tekst meer een wanhoopskreet is dan uiting van reële verwachting. Onder het monument bevindt zich een urn met as. Het is duidelijk waarnaar dat verwijst.                             Het park is overigens vernoemd naar de betovergrootvader van cabaretier Micha Wertheim, de bankier en filantroop Abraham Carel Wertheim (1832-1897).

520px-wertheimpark_fontein   therese_schwartze_-_abraham_carel_wertheim

auschwitz_monument_amsterdam

De rood-witte tekens leiden door de Henri Polaklaan, waar links het oog direct valt op de ‘Burcht van Berlage’, het voormalig hoofdkantoor van de Diamantwerkersbond, de eerste vakbond die in ons land werd opgericht. Door Henri Polak, die ‘de rebbe van de diamantbewerkers’ werd genoemd. De voorname laan, waar vooral welgestelde Joden woonden heette de Plantage Franschelaan. Ruim tweehonderd mensen uit deze straat zijn vermoord. Polak werd op 18 juli 1940 door de bezetter gearresteerd, werd niet gedeponeerd, maar stierf op 18 februari 1943 in Laren. Voor meer interessante informatie zie www.joodsamsterdam.nl. Ik wist dat in deze straat oud-VPRO-collega Rogier Proper woonde. En hij woont er nog, ik liep aan de linker zonkant van de straat en zag hem in de serre staan, waarvan de deuren waren opengeslagen. Een gesprek op de noodzakelijke afstand volgde. Toen ik uitlegde waaraan ik begonnen was zei hij – typisch Proper – : ‘mijn grootmoeder deed destijds de tocht met de trein, ging een stuk sneller’. Hij zei ook dat voor hem 4 mei niet speciaal was. ‘Wat gebeurd is met mijn familie zit zo diep in mij, dat is er eigenlijk elke dag’.

img_7407

Ik kom voor de hoofdingang van Artis- ook dicht – en sla rechtsaf naar de Hollandsche Schouwburg, in 1892 geopend en een populair theater in de Plantagebuurt. In 1900 ging Heijermans ‘ Op hoop van zegen’ er in première, om iets te noemen. In 1941 doopten de Duitsers het om tot Joodsche Schouwburg en was het een jaar lang uitsluitend bestemd voor Joodse artiesten en Joods publiek. Daarna was het verzamelplaats voor opgepakte Joden alvorens gedeporteerd te worden naar Vught of Westerbork. Tegenover de schouwburg lag de crèche en daarnaast de Hervormde Kweekschool voor Onderwijzers. De directeur , de latere hoogleraar en CHU-senator, Johan van Hulst, zorgde dat via dat gebouw de kinderen die uit de crèche gesmokkeld werden. 

img_7408

Bijna zeven kilometer heb ik gelopen en begeef me nu op weg naar Station Muiderpoort. Langs Artis- nauwelijks dierengeluiden die over de gesloten hekken naar buiten waaieren. Tegenover Artis in een plantsoen het Monument voor het kunstenaars verzet. Het waren de kunstenaars Gerrit van der Veen, Frank Duwaer en Willem Arondeus die de Persoonsbewijzencentrale oprichtten. De latere beroemde cineast Bert Haanstra speelde daar ook een rol in. Zeker 80.000 documenten werden vervalst. Op 27 maart 1943 vond o.l.v. Van der Veen een aanslag plaats op het Amsterdamse Bevolkingsregister. De aanslag lukt gedeeltelijk. Een deel van de groep werd opgepakt. Van der Veen deed een poging zijn vrienden uit de gevangenis aan de Weteringschans te bevrijden. Dat mislukte, hij werd gearresteerd en op 10 juni 1944 in de duinen bij Overveen gefusilleerd.

gerritvanderveen  willem_arondeus  Van der Veen – Arondeus

img_7409

De Muiderpoort doemt op, met de 15e eeuwse Sint Antoniespoort, sinds de 16e eeuw De Waag op de Nieuwmarkt, de enig overgebleven stadspoort. De huidige Muiderpoort is laat-achttiende eeuws, waardoor op 9 oktober 1811 keizer Napoleon de stad binnenreed. In de poort is sinds 2002 de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs gevestigd.

532px-muiderpoort_amsterdam_6     img_7413

Het pad voert langs het Tropenmuseum, door het Oosterpark, langs het OLVG, door de Transvaalbuurt naar het Muiderpoortstation. Vijfentwintig jaar heb ik in deze buurt gewoond en er vele voetstappen liggen. Daarom ben ik nu wat rechtstreekser naar het station gelopen. Vanaf het station werden ruim 11.000 Joden afgevoerd naar Westerbork. 

img_7418    img_7415

Ik volg niet lang het spoor, ga linksaf er onder door om in de Celebesstraat te geraken. Deze gaat over in de Valentijnkade. Ik loop langs het water, steek de Molukkenstraat over, blijf steeds maar rechtdoor lopen. Intussen blijkt Amsterdam-Oost ontwaakt en uit de huizen tevoorschijn gekomen. Het krioelt nu van wandelaars, hardlopers, fietsers, hardfietsers, kinderwagens, skateboarden. Ik zie een jonge vrouw met forse cameratuten in een berkenboom. Nieuwsgierig vraag ik haar wat ze ziet en/of wil zien en fotograferen? Het blijkt om staartmezen te gaan, leuk. Buiten de bebouwde kom ligt nu links de Joodse begraafplaats van Zeeburg, in 1714 in gebruik genomen door de Hoogduitse (Asjkenazische ) gemeente en een van de grootste in Europa. De gemeente was flink gegroeid, de begraafplaats van Muiderberg , sinds 1642 in gebruik, lag ver van de stad. Er werden steeds extra land bijgekocht. (Graven mogen niet geruimd worden, Jodendom kent eeuwig grafrecht). De tot 14 ha gegroeide begraafplaats bleef in gebruik tot 1914. Toen was het vol en werd de op 3 mei van dat jaar gewijde begraafplaats in Diemen gebruikt. In 228 jaar zijn wel bijna 100.000 mensen daar begraven. (Zie verder www.joodsamsterdam.nl)

img_7420    img_7421

De tocht voert langs het Flevopark en wordt over een houten bruggetje aan de overzijde van de vaart vervolgd tot bij een scheepswerfje en een huis met een pontje uit 1896, linksaf naar de Nieuwe Diep, die Merwedekanaal wordt van de stad af. De Westelijke Merwedekanaaldijk loopt onder de Noorderbrug in de ring A10-Noord. Onder de Nescio-fietsbrug door. WE zijn in Diemen. Er staat nog een tolhuis. Achter het tolhuis rechtsaf een schelpenpad op, het is ineens een stuk rustiger in dat kleine, maar fijne stuk natuur. Mij komt slechts een jongeman tegemoet, met wie een gesprekje ontstaat. Hij, Maximiliaan Siemers, blijkt een Beierse protestant, zoon van een (emeritus-)predikant, die in Amsterdam logica studeert, de enige plek in Europa, waar dat kan. Ik loop een tijdje langs het geluidsscherm van de Ringweg. Tot de Ouddiemerlaan, daar onder de viaducten door naar Diemen Station. Links voor de spoorwegovergang bevindt zich de toegang tot de Joodse begraafplaats.

img_7422    img_7423  sciencepark                                                                 huis met pontje

img_7424     img_7429         Noorderbrug                                                                Nesciobrug

img_7426      img_7427

img_7430

 

 

 

 

 

 

 

 

Denken, herdenken, gedenken.

Geplaatst als essay in Ned. Dagblad van 1 mei 2020

‘k ZAL GEDENKEN.

 

“Ik denk, dus ik ben.

Terwijl ik wilde menen dat

alles onwaar is, besefte ik dat

het noodzakelijk waar is dat ik,

die dat dacht, iets ben” (1637)

 

Vijf en twintig jaar heb ik in Amsterdam gewoond en nooit heb ik de tegel gezien met wat we gerust de ‘geloofsbelijdenis’ van René Descartes kunnen noemen. 

De tegel is aangebracht tussen de stenen recht tegenover het huis waar hij in 1634 een tijdje woonde. Vanuit dit huis keek hij op de drie jaar eerder gereed gekomen schepping van Hendrick de Keyzer, de inmiddels alweer decennia fameuze Westerkerk. Ik heb op een bank plaatsgenomen om een mandarijntje te pellen en te peuzelen als mijn blik de tegel treft. Het is een korte tussenstop op een wandeling die ik een uur geleden begonnen ben en die me in ruim vijftig etappes zal voeren naar Westerbork. Het Westerborkpad is een betrekkelijk nieuwe loot aan de enorme stam van Wandelnet Nederland.  De ontwerper van het pad is Jan Dokter, van wie twaalf familieleden werden gedeporteerd naar vernietigingskampen, via Westerbork. In 2008 – hij is dan 73 – begint hij al wandelend het spoor uit te zetten,dat in 2017 uitmondt in een boekje, dat ik nu bij me heb gestoken en me onbedoeld voor het huis van Descartes heeft gebracht. Dat maakt wandelen zo aantrekkelijk en van belang. Het getroffen worden door het onverwachte, onvoorziene, ongehoorde. Voor het ‘toeval’, letterlijk,wat je toevalt. Het toeval houdt de  wacht bij het wonder. Wandelen brengt in beweging, niet alleen de ledematen,maar ook het brein, de ziel ,de geest. Het is leeg worden om weer vervuld te kunnen worden. De staldeuren gaan open, opdat de zwaluwen binnen kunnen vliegen. Dat is m.i.ook de betekenis van Descartes’ inzicht. Hij voelde zich gevangen in vaststaande , eeuwige waarheden, gevangene van een systeem. Maar juist dat botste, gaf onrust, gaf twijfels. Klopte dat wel allemaal? Maar wat is dan mijn bestaansgrond? En toen dat inzicht: twijfelen is denken en dat doe ik zelf, dus ik besta.

Verlichting is twijfel als vertrekpunt tot onderzoek en waarheidsvinding. Steeds weer en steeds meer. Dat is wetenschap: altijd weer tot nader order. Zodra iets absoluut geweten wordt en eeuwigheidskarakter krijgt dan is het ideologie met vaak gruwelijke gevolgen en uitwerkingen.De tegel van Descartes ligt tussen links om de hoek aan de Prinsengracht het Anne Frankhuis en rechts van mij het homomonument. Descartes wordt beschouwd als de vader van het rationalisme. Maar zijn inzicht relativeert juist ook weer de ratio, het denken. Volgens Dick Swaab zijn wij ons brein.Dat kan wel zo zijn, maar dat brein is een instrument dat functioneert op wat er in gaat en genetisch er in verborgen ligt. Zoals de longen niets voorstellen zonder lucht, wat we juist dezer dagen ons heftig realiseren. Direct na de oorlog vroeg Abel Herzberg in zijn boek Amor Fati zich af hoe het kon dat mensen beulen werden. Lege mensen zonder orientatie, zonder permanente educatie zijn vatbaar en kunnen instrument worden van kwalijke en kwade krachten.

Ps. 1 zegt hetzelfde: goed af is hij die niet wandelt in de raad der goddelozen, die ,zo vertaal ik het , zich niet laat meeslepen door liefdeloze, mensonterende beraadslagingen, niet meedoet aan Wannsee-conferenties, zogezegd. Goed af is hij die niet staat op de weg van zondaars, dus niet de verkeerde afslag heeft genomen op een weg waarin we niet tot onze bestemming komen, nl God en medemens te omarmen, lief te hebben. Goed af is hij die niet in de stoel van spotters zit. Die niet totaal cynisch geworden is en derhalve geen hand uitsteekt om iets te doen. 

Het Westerborkpad start bij het Amsterdamse Centraal Station en bepaalt je vanaf het begin bij de catastrofale gevolgen van een denken, een levenswandel dat systematisch medemensen tot minder dan dieren discrimineerde, doet je stil staan bij dat destijds een weg werd ingeslagen, waarbij excuses niet meer zijn dan verlepte bloemen die al te lang staan. Het pad geeft je momenten om te bedenken dat cynisme begrijpelijk is, in ieders hart huist, maar nooit het laatste woord mag hebben. Vanaf het begin bewijst zich dat als waarde om dit pad te lopen. Bewust worden van wat destijds gebeurd is, bewust worden voor welke keuzes we staan, wat we in ons brein toelaten en wat niet. Je wandelt van (meest stenen) getuigen naar getuigen, die door de verhalen tot leven komen, pijnlijk leven en erger dan dat. Getuigen ook van ‘hoe voor dezen ons de Heer heeft gunst bewezen’. (ps.77: 7  O.B.) Getuigen van mensen die ondanks zich zelf vaak helden werden. En tussen die bezinningsmomenten de wandel met open ogen en open oren, waarbij het nu heel erg helpt dat ook in Amsterdam de stilte me toezingt. 

De tocht voert na het Anne Frankhuis via Thorbeckeplein, Waterlooplein, over het Jonas Daniël Meijerplein langs de Dokwerker, door het Wertheimplantsoen met Wolkersmonument van gebroken spiegels ( ‘na Auschwitz is de hemel nooit meer ongeschonden’, aldus de maker) naar de Hollandsche Schouwburg, waar tragedie geen theater meer was, maar podium van de eerste beestachtigheden. De wandeling gaat daarna verder naar het Muiderspoortstation, waarvandaan de beruchte treinen naar het Drentse achterland vertrokken.

Van het Muiderpoortstation wandel ik door een stuk van de Indische buurt, langs de kleine Joodse begraafplaats van Zeeburg, waar twee staartmezen in het lentegroen van een berk om elkaar heen wippen, langs het Flevopark,  het Amsterdam Rijnkanaal, onder de Nescio-fietsbrug door om uiteindelijk mijn tocht te eindigen bij station Diemen, gelegen naast een andere, een grotere Joodse begraafplaats. Het eerste deel van mijn nog lange herdenkingstocht is ten einde. Ik zal verder gaan en nog meer stilstaan. Gaan om stil te staan. Massaal over enkele dagen. Dodenherdenking. Maar wat is herdenken? Is het alleen terugdenken, een gang naar het verleden? En na de twee minuten stilte gaan we weer naar waar we gebleven waren, de plas en alles bleef zoals het was?  Is herdenken niet meer? Moet het niet meer zijn? De Bijbel kent het woord ‘herdenken’ niet. Wel ‘gedenken’. ‘Doet dit tot mijn gedachtenis’, zegt Jezus ten aanzien van het avondmaal. In het breken van brood en delen van wijn is Hij er bij. Gedenken is opnieuw relevant zijn, waar worden en van waarde zijn, gelden. Als herdenken geen gedenken wordt, dan zijn alle woorden die gesproken als kaf in de wind. ‘Nooit meer Auschwitz’ staat er boven Wolkers’gebroken spiegels in het Amsterdamse Wertheimpark. Als we dat vroom beamen, waarom laten we dan al die vluchtelingen creperen in kamp Moria, zijn we niet eens bereid om kinderen op te nemen? Gedenken is nog meer, getuige ps.8.

‘ Wat is de mens dat Gij hem gedenkt, het mensenkind dat Gij naar hem omziet?’ Gedenken is liefhebben en dat is zeggen: jij mag er zijn! Hoe de Eeuwige ons ziet en naar ons omziet, zo ook wij naar elkaar.  Descartes schrijft dat hij in het denken weet dat hij iets is. Met ps.8 mogen we zeggen dat we in het gedacht worden en gedenken iemand zijn. Iets of iemand zijn, daar gaat het om, op 4 mei, elke dag op onze levensweg.

Zuiderhof, begraafplaats Hilversum

Begraafplaatsen blijven trekken. De rust, wie liggen er, vreemde grafteksten. Op koningsdag, dit jaar i.v.m. corona woningsdag geheten een afspraak met Henk Abma bij deze dodenakker. Om of over de hei te wandelen of over het kerkhof. Het werd bijpraten, kouten al wandelend tussen en langs de graven. Henk woont in Hilversum en kwam op de fiets. Op de hei miegelde het van de mensen met honden en/of kinderen. Op de begraafplaats geen hond te zien, ook niet in mensengedaante. Een verademing. Een aantal jaren geleden is een crematorium er bij gebouwd. De aula, met galerij met doorkijkjes naar het enorme voorplein is een ontwerp van de beroemde Dudok. Het grote voorplein doet sterk denken aan een appèlplaats van een kazerne.

hilversum2003-01    begraafplaats_zuiderhof

Op de begraafplaats gaat Henk me onmiddellijk voor naar het graf van Alje Klamer en diens vrouw.  Klamer is bekend geworden als radiopastor bij de IKON. Hij was in de kerk één van de eersten die het opnam voor homofielen en hij had een pastoraal oor voor de noden van pedofielen en kinderen van vroegere NSB’ers. Klamer werd geboren op 25 april 1923 in Groningen als zoon van een kruidenier. Omdat hij de ariër-verklaring niet wilde tekenen moest hij onderduiken. Maar toen zijn ouders bedreigd werden kwam hij weer tevoorschijn. Hij werd te werk gesteld in Berlijn en kwam terug met TBC.  Daar studeerde hij ook theologie. Zijn eerste standplaats als predikant was Westernieland-Saaxumhuizen (1949). In 1953 vertrok hij naar Maastricht om in 1959 in Hilversum neer te strijken. Hij overleed op 1 juli 1986 , op slechts 63 jarige leeftijd. Ik herinner me nog goed zijn uitspraak : ‘zij die zich tegen homo’s keren, strijden eigenlijk tegen zich zelf, een agressieve verhulling van eigen aard en wezen’. Een bruikbare richtlijn zo bleek mij vaak. Van zijn vier kinderen zijn Arjo bekend geworden als econoom en SP -politicus in Hilversum en Ronald als zakelijk en artistiek leider van Het Toneel Speelt.

img_7432       unknown

In dezelfde rij van Klamer vinden we het graf van Marinus Voorberg. Hij werd op 7 mei 1920 in Hoek van Holland geboren. In 1940 behaalde hij aan het Haagse conservatorium zijn diploma piano en orgel. Hij trok rond door Europa als concertpianist  om 1950 tot 1952 koordirectie in Italië te studeren. Vervolgens werd hij  dirigent van het NCRV Vocaal Ensemble tot het opheffen van dat koor in 1978.  Met dit ensemble beperkte hij zich niet alleen tot het traditionele a capella-repertoire, maar wijdde ook veel aandacht aan avant-garde composities. Voorberg was vanaf 1961  de leider van het Amsterdams Kamerorkest en van 1975 tot 1981  van het Stuttgarts Radiokoor. In 1970 ontving hij een Edison voor een uitvoering van madrigalen en responsoria van Monteverdi. Voorberg overlijdt op 29 maart 1985.

img_7431      unknown

Al wandelend stuiten we op het graf van Koos Koster.Koos ( 9 januari 1936) groeide op in Sint Annaparochie als zoon van een gereformeerd predikant. Hij volgt het voetspoor van zijn vader en studeert van 1957 tot 1963 in Kampen. Daarna wordt hij benoemd tot vicaris van de Nederlandse Oecumenische Gemeente in Berlijn en werkt daar samen met ds. Bé Ruys. Hij werkt er tot 1969 en is met name actie in de DDR, dat hij typeert als het stiefkind van Europa. Hij stapt over naar de journalistiek om de bekendheid van de DDR te vergroten. Steeds meer raakt hij teleurgesteld in het rigide dogmatisme van staat en kerk. Na een tv-interview met de Duits- Joodse schrijver Stefan Heym, mag hij de DDR niet meer in. Intussen richt hij zijn blik op Latijns Amerika en raakt onder de indruk van de Braziliaanse bisschop Hélder Câmara, de ‘rode bisschop’ en van de Colombiaanse bevrijdingstheoloog  Camillo Torres. Hij vestigt zich in Chili en huwt de Mexicaanse Ana Maria Rumayor. Hij werkt dan als journalist voor de IKON, Hervormd Nederland en De Nieuwe Linie. Na de Chileense staatsgreep van 11 september 1973 wordt hij reporter er van opgepakt en met velen opgesloten in het voetbalstadion van Santiago. Hij woont achtereenvolgens in Peru en Mexico en wordt gesterkt in zijn opvatting dat journalistiek niet neutraal kan zijn, maar geëngageerd dient te zijn, door een gesprek in 1980 in El Salvador met aartsbisschop Oscar Romero. Deze wordt kort daarna doodgeschoten. Zijn reportages over de doodseskaders in El Salvador krijgen kritiek van het land en van de VS. In maart 1982 is hij weer in El Salvador, met zijn collega’s Hans ter Laag, Jan Kuiper en Joop Willemsen. Ze interviewden gevangengenomen guerrilla-strijders. De politie vindt op het lichaam van een gedode strijder een briefje met de naam en het adres van Koster. Het team, voor de IKON op pad, werd eerst door een agent in burger ondervraagd en vervolgens in de pers beschuldigd van steun aan de guerrilla. Het team verliet het land niet. Op 17 maart reisden ze naar Chalatenango, waar ze met leden van de FMLN, het bevrijdingsfront, het land in trokken, uiteindelijk te voet. Nauwelijks op pad werden ze door militairen van het leger neergeknald. Naar later bleek kwamen ze in een bewust gelegde hinderlaag. 

img_7437      unknown

260px-soort_ereplaats_in_adam_waar_5_kruisen_zijn_geplaatst_4_voor_de_omgekomen_nl_journalisten_en_1_voor_de_40-000_vermoorde_mensen

Niet ver van dit graf de laatste rustplaats van Hennie Budie. Een zoon van Jo Budie, die z’n hele werkzame leven als musicus en orkestleider in dienst was van de KRO, met op het laatst , vanaf oktober 1967 als dirigent van het KRO-huisorkest in het programma Van twaalf tot twee, met als blikvanger het spel Raden maar! van Kees Schilperoort. Jo kreeg twee zoons, Henny en Jos, die beiden tv-regisseur werden. Henny werd in 1944 geboren en overleed in 1993.

img_7438      00005

Er liggen ook nog wat meer predikanten. Zoals G.J.Koolhaas. Hij werd op 5 februari 1884 in Waardenburg geboren, studeerde in Utrecht en werd in 1913 door zijn broer B.C.Koolhaas uit Utrecht bevestigd tot  predikant van de Hervormde Gemeente van Kamperveen. Daarna diende hij achtereenvolgens in Barneveld, Oldebroek, Oud-Beijerland, Rotterdam-Charlois, Huizen en tenslotte in Lopikerkapel, waar hij in 1948 door zijn zoon dr.A.A.Koolhaas bevestigd werd. In 1953 gaat hij met emeritaat om later als hulpprediker in Hilversum te gaan wonen. Koolhaas was lid van het hoofdbestuur van het Ned. Bijbelgenootschap. Tijdens de bezetting zette hij zich in voor joden en andere onderduikers. In het Reformatorisch Dagblad van 30 aug 2013 vind ik een artikel over een dienst in de Oude Kerk in Huizen, waarin ds. Koolhaas voorging. Het is 31 augustus 1941, de verjaardag van koningin Wilhelmina. Na het uitspreken van de zegen zet de organist spontaan het Wilhelmus in. De Duitse bezetter krijgt het te horen en ds. Koolhaas moet zich melden bij de Sicherheitsdienst in Amsterdam. Na verhoor krijgt de gemeente een boete van 59.450 gulden opgelegd. In een week werd 34.000 gulden opgehaald. Daar neemt de bezetter aanvankelijk geen genoegen mee. Ds. Koolhaas en zijn collega ds. Vermaas zien kanseen Duitse collega, legerpredikant in Den Haag te bemiddelen. Er werd niets meer vernomen. Er kwam nog 1000 gulden binnen. Het idee was om daar een gebrandschilderd raam voor te maken. Is niets van terecht gekomen. Organist Jan Baas moest ook bij de SD op het matje komen en werd voor drie weken opgesloten in het huis van bewaring. Koolhaas overleed op 10 nov. 1965. 

img_7440-2       unknown

Volgende graf: dr. Frederik Hendrik von Meijenfeldt. Hij werd op 23 oktober 1919 geboren in Surabaya en overleed op 28 november 2000 in Delfzijl. Hij was gereformeerd predikant in Harmelen, Noordwijk-Binnen, Amersfoort, Leiden, Hilversum, Niewolda en Woldendorp. Ging in 1984 met emeritaat. Hij promoveerde in 1950 bij prof. Aalders aan de VU op ‘Het hart (leb, lebab) in het O.T.’ Hij schreef en preekte veel, doceerde in het Frans Hebreeuws en O.T. in Congo, was in Hilversum leraar godsdienst aanzet Comenius College, later predikant in die plaats. Hij vertaalde niet onverdienstelijk sonnetten van Shakespeare en gedichten van Baudelaire. Een zoon , Carl, heeft een website aan zijn vader gewijd: www.meyenfeldt.nl. 

img_7441

En dan stuiten we op mijn oud-collega Han Reiziger. Als Henri Gerardus geboren op 4 april 1934 in Haarlem. Zijn vader was producer van klassieke muziek bij platenmaatschappijen, o.a. een magistrale uitvoering van Bachs Mattheus Passion van de Ned. Bachvereniging o.l.v. Anton van der Horst. Han speelde piano, studeerde na het Coornhert Lyceum sociale geografie. Maar deze studie brak hij af om begeleider te worden van cabaret Lurelei. Als componist werkte hij voor Liesbeth List en Jasperine de Jong. In 1963 kwam hij in dienst van de VPRO, voor de klassieke en lichte muziek. Later wordt hij Hoofd van de Muziekafdeling en als de VPRO de A-status krijgt is hij ‘baas’ klassieke muziek en ook de jazz, wat zijn grootste liefde was. Hij maakte prachtige radioprogramma’s, zoals ‘Met Mozart op reis’ (1976), samen met radiotechnicus Jan Tittel, een groot Mozart-kenner. Han ontving verschillende prijzen, waaronder een Prix Italia en postuum de Paul Acket Award vanwege zijn verdiensten voor North Sea Jazz. Beroemd werd hij met het tv programma ‘Reiziger in Muziek’, op zondagochtenden uitgezonden van 1989 tot 2001. In 1997 ging hij met pensioen, maar het programma liep dus nog door, voor RTV Rijnmond maakte het ‘Reiziger in Rotterdam’; hij speelde piano in de band Spinvis. In 2005 wordt er kanker bij hem geconstateerd, waaraan hij op 6 mei 2006 overlijdt. Minder bekend is dat hij ook een voortreffelijk poppenspeler was. Ik heb weinig direct met Han gewerkt, maar hem immer een opgeruimde en innemende collega gevonden. En hij leek op Lenin, in mijn ogen.

img_7443    han_reiziger

Een andere omroepman die hier ligt is Aart Alewijn van Bergeijk, radiopresentator bij de NCRV, vooral bekend geworden door Volgspot, een programma over theater en kleinkunst. Aart, van streng orthodox-hervormde huize (Hoogblokland, 5 okt.1946) en homoseksueel, maakte op 18 april 1991 een eind aan zijn leven na een drama met zijn partner. Heb begrepen dat zijn ouders niets van zijn geaardheid en leefwijze wisten.

img_7450

Al wandelend komen we ook wat merkwaardige graven tegen. Zoals van een graf met de tekst: ‘Maar wij verwachten de komst van de Here Jezus. U ook?’ . En een graf met een stenen pop, duidelijk koningin Juliana voorstellend.

img_7446

 

Niet gezien, maar hij ligt er wel : Johan Bodegraven, geboren op 3 juli 1914 in Tiel en op 8 maart 1993 in Hilversum overleden. Elke oudere radioluisteraar hoeft niet verteld te worden wie hij was. Mastklimmen, met de ‘hamvraag’!

 

 

 

 

Romeinse Limespad – 4

Op tweede paasdag liepen we van Alphen- station naar Bodegraven- station. Een tocht van zo’n 16 km. Wij waren: Rob en Fieke, Anja en ik. Schraal maar mooi weer. Maar wat is dat Alphen lelijk. Wat is er in de loop van de tijd toch gebeurd? Het bestaat al sinds de Romeinse tijd, als Albaniana. In de tachtiger jaren kwam het in het nieuws als ‘Afval aan de Rijn’ vanwege een vuilnisbelt vol gif in de Coupépolder, er werd een golfbaan aangelegd en zodoende ontdekt. Tegen mensen die beweren dat er geen ruimte meer is voor begraafplaatsen zeg ik : zo lang er ruimte is voor golfbanen, is er nog plek zat voor hen die zich niet als vuil wensen te verbranden, maar het proces van natuurlijke ontbinding en ‘compostering’ begeren. Op 9 april  2011 kwam Alphen opnieuw in het nieuws, zelfs internationaal, vanwege een schietpartij in winkelcentrum De Ridderhof. Er vielen zeven doden, onder wie dader. En op 3 augustus 2015 gleden twee kranen met een nieuw wegdek voor de Koningin Julianabrug van pontons kwamen terecht op vier huizen en winkels aan de Hooftstraat.  Genoeg Alphense ellende. We passeren de Hervormde Adventskerk, uit de twintiger jaren van de vorige eeuw. De vader van minister Hugo de Jonge was er predikant. Hugo’s moeder is een zuster van mijn  ex-vrouw. Hij lijkt sterk op zijn opa van zijn moeders kant. De kerk herbergt een Steinmeijerorgel uit 1922. De Beijerse orgelbouwer is bekend van het wereldberoemde, immense orgel van de Dom in Passau.

dsc_3783    kon-julianabrug_alphen-ad-rijn

Bij de kerk slaan we rechts af, we steken de Oude Rijn over en blijven tot Zwammerdam langs de Oude Rijn lopen. Het eerste stuk in Alphen nog heet Raadhuisstraat, met een oude villa, waar Limes Netwerk van notarissen is gevestigd en een krijtfabriek, krijt in de zin van tekenmaterialen. We wandelen langs een parkje, met een monument, een poort als restant van een oude hofstede/ridderlijk buiten.

img_7279    img_7280  notarissen kantoor                                                    krijtfabriek

f038993c-b261-440c-a8bd-46a26c2e1763 1,5 meter!

Waar de Gouwe in de Oude Rijn uitmondt en verder noordwaarts gaat als kanaal moeten we omhoog naar de brug over dat kanaal en daarna weer dalen om verder te gaan over het jaagpad langs de Oude Rijn. Even een korte rugstop daar waar ons pad kruist met het Groene Hartpad, tevens hier Pelgrimspad. Verder weer achter huizen langs soms en af en toe achter de rug van goed geoutilleerde hengelaars. 

img_7284

Na een kilometer of zes, zeven wacht ons Zwammerdam. Hier werd in 1972 bij toeval een boomstamkano ontdekt. Het begin naar bleek van een hele reeks spectaculaire vondsten uit de Romeinse tijd: drie kano’s, drie grote platbodems, soort rijnaken, de grootste wel 30 meter lang. Een fort met vlootfaciliteiten was opgegraven, corresponderend met het Romeinse ‘Nigrum Pullum’ oftewel ‘zwarte grond’. De huidige naam is een verbastering van Suadenburcherdam, genoemd naar een dam die in de 12e illegaal werd aangelegd om het water buiten Holland te houden, ten nadele van de Utrechtse kant. Die daar woonden beklaagden zich bij keizer Frederik Barbarossa, van hem kregen ze gelijk en de Hollandse graaf kreeg opdracht de dam te verwijderen. Helemaal verwijderd werd deze niet, het bleef over alleendam met opening. Het dorp lag aan de Oude Hollandse Waterlinie. In het rampjaar 1672 ( ‘het volk redeloos, de regering radeloos, het land reddeloos’) trokken in december 9000 Franse soldaten moordend en plunderend door het dorp dat met zijn nog geen 2000 inwoners nog tot 1964 een zelfstandige gemeente. In 1906 woedde een gigantische brand in het centrum, begonnen vanuit een bakkerij. Alle huizen kenden rieten daken, dus …..Gemeentehuis, doktershuis en een hotel gingen in de vlammen op. Ze zijn weer opgebouwd in Art Nouveau-stijl ,in de jaren 1906- 1909. We wandelen dat kleine centrum binnen langs een stenen uitvoering van het wapen van het dorp, een zwaan op een kasteeltoren. In een hoekje tussen geboomte houdt zich de 17e eeuwse Remonstrantse Kerk schuil. Merkwaardig : er ligt een hamer op het brede pad er naar toe. In het (voormalige) gemeentehuis zijn gedenkstenen aangebracht, oa. ter nagedachtenis van een inkwartiering van soldaten tijdens de mobilisatie van 1914.

img_7285      img_7286

img_7291    img_7288

Een klein ommetje naar de Hervormde Kerk. De route zelf voert er niet langs, wat ik niet begrijp, omdat de kerk het enige historische grote monument is. In Katwijk aan de Rijn liet de route de historische kerk ook al links liggen. Ik verdenk sommige route-ontwerpers van rabiaat atheïsme, in elk geval met een hekel aan kerken. De Zwammerdamse kerk is in de 16e eeuw gebouwd op de plek van een oudere kerk. Na 1672 moest de kerk hersteld worden. De kerk is open, dat is al fijn. Maar gebruik van toilet is vanwege …..juist ja het c-woord niet toegestaan. Op het predikantenbord zie ik drie voorgangers die ik heb gekend.  Als nr. 29 staat vermeld Joseph Hendricus Bartholomeus Maria Haakman. Roomser kan niet en dat klopt. RK opgevoed en voor een deel tot priester opgeleid bekeert hij zich tot het protestantisme. Hij is een jaargenoot van me in Utrecht en medelid van het orthodoxe theologisch dispuut Voetius. Zwammerdam is Jos’ eerste gemeente, komt in juni 1979 en vertrekt vier jaar later naar Dronrijp.  Jos woont tegenwoordig als emeritus in Baarn, een zachtmoedig mens. Op nr. 31 Bastiaan Adrianus Dubbeldam die in juni 1990 overkomt van Lage Zwaluwe en in april 1996 vertrekt naar het Friese Twijzelerheide. Bas zie ik nog zo voor me als een frisse ‘boer’ met blozende wangen, blauwe ogen en vriendelijke uitstraling. Na hem komt in januari 1997 Job Neeleman, een zogenaamde late roeping die ik als praeses van Voetius nog als lid heb welkom geheten. Job kwam van Nieuw Vennep en ging in 2001 met emeritaat. Job was van januari 1939, geboren in Zevenhuizen. Hij overleed op 72 jarige leeftijd in november 2011 in zijn oude standplaats Dedemsvaart. Ik zie hem nog zo voor me met zijn krullerige haardos, knoestig gezicht en twinkelende ogen.

img_7292    img_7296

img_7297      img_7299

In de kerk kunnen we even rusten, met fijne orgelmuziek op de achtergrond. We wandelen daarna Zwammerdam uit, langs De Hooge Burch, een grote borglocatie voor verstandelijk gehandicapten . Jarenlang verbleef hier ook een jongere broer van mijn vader, inmiddels al weer enige tijd overleden. We steken een spoorlijn over , gaan onder een autoweg door en wandelen door weidegebied met boerderijen met namen als Vosholstede(!), Boxhoeve, Groenoord en Nieuw Zomerzorg. Slaan linksaf en wandelen over de Warmoeskade ,kruisen weer het Pelgrimspad, over de J.C.Hoogendoornlaan, voor een brug linksaf, langs een gemaal. Voor het gemaal een opslagplaats van muskusratten-vallen. 

img_7300      img_7302

Een uitbundig bloeiende prunus maakt vrolijk, we gaan nu onder de N11 door en steken een onbewaakte spoorweg over. Net op tijd, want even later zoeft een trein richting Alphen achter onze rug langs. We zijn in Bodegraven en niet veel later bij het station. Einde van de vierde etappe, mijn rug hield zich goed, het weer was goed, het gezelschap meer dan.

 

 

 

Romeinse Limespad – 3

Woensdag 29 april liep ik solo een stuk van circa 12 km, wat ik nog niet had gedaan. Start weer op de Gemeneweg tussen de twee Hazerswoude’s in, bij die oude boerderij Ruimzicht. Ik loop in westelijke richting, wat goed uitkomt want de wind is redelijk stevig westelijk, het is grauw, maar droog. Het is hier de Galgweg. Stond hier ooit een galg? De naam Hazerswoude duidt er op dat in vroege middeleeuwse tijden hier bos lag, veel bos. Hazers verwijst naar ambachtsheer Haduard die hier inde 13e eeuw jachtrecht bezat. Voor meer informatie over de streek zie de site ‘Wandelspinsels’. Aan de Galgweg ligt recreatieboerderij Jeu de Boer, waar je je  o.a.kunt uitleven in boerengolf. Het ligt ook hier nu allemaal stil.  Weids zijn de uitzichten naar Dorp en Dijk. Tussen 15 mrt en 15 juni – het broedseizoen – is de route die door de weilanden voert afgesloten. Ik volg de weg en sla na een brug over een flinke sloot rechts af een fietspad in, die onderlangs een dijk leidt. Een molen wiekt boven de dijk uit; ik klom naar boven voor beter zicht. Het is een blauwe wipmolen, maar in verval. In de omgeving van Hazerswoude staan wel acht molens.

img_7452    img_7453

img_7454    img_7457

img_7458

 

Tegenover de molen sla ik linksaf loop door tuindersgebied. Bij elke tuinderij wel tafeltjes met potjes planten ,voor 1euro of nog minder. Jonge kinderen steppen me tegemoet, hun blonde haren wapperend in de wind. Ik ga een vaart over en sla direkt links af. Rechts van mij Hazerswoude – Dorp, voor me uit een forse molen. Als ik dichterbij kom op het wegdek een flink bord, waarop staat dat een doorgang via Klein Giethoorn i.v.m.de coronacrisis niet geoorloofd is. Maar een alternatieve routes er niet om in het spoor van de Limes te blijven. Voor me uit zie ik een stel lopen. Ik waag het er op. Bij Klein Giethoorn, een bed en breakfast, café en roeibotenverhuur gekomen blijkt het pad versperd met rood-wit lint. Wat te doen? Ik kan onder het lint door. Ik zoek het telefoon nummer van de uitspanning op, bel en krijg een jonge vrouw aan de lijn. Ik hoef nauwelijks uitleg te geven: ‘gaat u maar rustig door, hoor’.  Bukken dus en verder lopen om uiteindelijk op de Burgemeester Smitweg te geraken. Overigens de Rietveldse molen, genoemd naar de polder, stamt uit de 17e eeuw en functioneerde als grondzeiler tot 1966; Klein Giethoorn bestaat al bijna honderd jaar (is van1925).

img_7460    img_7461

bb-klein-giethoorn   klein-giethoorn

Anderhalve kilometer wandel ik tussen kwekerijen; aan een lantaarnpaal een bord dat waarschuwt voor inbrekers; op een bromfiets wordt de post rond gebracht.Bij een van de tuinderijen een haan op een hek, luid kukelend, terwijl het toch al na het middaguur is. Aan het eind van de weg een picknicktafel, waar ik de meegebrachte boterhammen nuttig en een mandarijn pel. 

img_7462   img_7463

Ik kom bij de Spijkerboorse Kade. Een wandeldijkje tussen groen en talrijke sloten, bijna een kilometer lang. Daarna een lang stuk langs de spoorlijn. Bij het naderen van de N11 naar links tussen het groen door en klaphekjes naar een parkeerplaats. Naar rechts de N11 onderdoor. Linksaf langs het Archeon, de wijk Kerk en Zanen door , maar niet saai, want langs water en door groen. Na een stadspark rechtsaf en daar is al Alphen Station, het einde van mijn tocht. Ik spoor naar Leiden- Lammenschans. Neem daar een bus Diemen in de buurt van mijn auto brengt. Daar waar ik ‘s ochtends bij zorgcentrum Roomburg opgestapt was op bus 187 naar het begin. Inmiddels is de zon gaan schijnen.

Romeinse Limespad – 2

Het tweede gedeelte heb ik wederom met Rob gelopen en met Marianne, die dit gedeelte ook niet met de anderen kon lopen destijds. Het gaat om het stuk Leiden – Hazerswoude. Globaal gesproken, want het pad voert noch door Hazerswoude – Rijndijk noch door Hazerswoude- Dorp, maar door het groene gebied daartussen in. Vanwege de harde oostenwind hebben we dit stuk niet vanaf Leiden gelopen, maar daar naar toe. Bus 187 zet ons af halte Galgweg aan de Gemeneweg, de weg tussen Hazerswoude- Rijndijk en H’w-Dorp. Bij een wit gepleisterde boerderij met rieten dak op zuiltjes, Ruimzicht geheten. We lopen de Vierheemskinderenweg in, waaraan de 17e eeuwse molen de Rode Wip staat te prijken. Een molen uit 1639, maar buiten bedrijf. Hij functioneert nog wel en op zaterdagen laten vrijwilligers dat graag zien en vertellen o.a. verhaal dat er ooit een molenaarsgezin woonde met negen kinderen.

img_7343    maak368-php

We gaan het natuurgebied De Wick in, één van de plekken, waar vogelkenner en vogelfotograaf Adrie de Groot uren doorbrengt om wat vliegt en broedt te spotten en vast te leggen. Je kunt je gratis op zijn levendige dagboek abonneren: voor elke vogelliefhebber een must! Enfin, de weilanden zijn vol grutto’s, kieviten, grauwe ganzen, Canadese ganzen, een eend vliegt plotseling op. Van een nest met een ei zo blijkt. Twee hazen op ons pad, die het hazenpad kiezen. Eén waagt besprong in een sloot en zwemt naar de veilige overkant. De ander durft niet, blijft voor ons uit rennen. Aan het eind van de kade tussen twee sloten, durft hij nog steeds niet te springen en rent met een enorme vaart langs ons heen terug. Ooit bedacht ik : het konijn ging er als een haas vandoor. Maar dit geheel terzijde. 

img_7345    img_7346

img_7348   img_7349

Na een vogelkijkhut volgt volgens Rob een nog al lang saai stuk langs een autoweg en nu ook nog met veel fietsverkeer. Hij kent een alternatieve route. We slaan rechts een asfaltweg richting de N11. Waar de weg dood loopt treffen we twee mannen die met een drone en een camera aan het werk zijn. Het is de eerste keer dat ik een drone zie, anders dan op tv of in een krant. Vanaf de mannen steken we een weiland door, met nieuwsgierig rundvee aan de andere zijde van de sloot. We komen uit bij de Welpoortsche Vliet, waarvan gezegd wordt dat via dit water de Geuzen de stad Leiden binnenkwamen. Bij de N11 steken we de vliet over om aan de andere kant er langs te lopen tot aan een buurtschap met boerderij Welvaart. Daar slaan we rechts af tot aan de Blauwe Wipmolen.

img_7351   img_7353

img_7354

 

Bij de molen slaan we linksaf en volgen een kaarsrecht fiets- en wandelpad naar de Leidense rand van Zoeterwoude-Dorp. We zijn weer op de oorspronkelijke route die over de A4 loopt, maar Rob kent een spannend en aantrekkelijker alternatief. We gaan de snelweg onderdoor over een lange houten vlonder, hier en daar wat wiebelig en er moet gebukt worden, in elk geval ik moet dat zeker. Over een dijkje links naar een voormalig klooster, nu studentenhuis, over een met huizen bebouwde dijk naar park Cronesteyn, aan de rand van Leiden. Een koffiehuis verkoopt koffie, thee en versnaperingen om mee te nemen. Alzo ook aan ons. Vanaf het park dik bezaaid met bloeiend daslook is het nog een uur naar de auto. Voor mij een martelgang in verband de heviger dan ooit opspelende onderrug. Toch een zeer geslaagde dag al met al, waarbij de 1.5 meter behoorlijk gerespecteerd werd.

d9552f07-20cc-4b43-acbb-7310a9d656b9     img_7355

img_7356      e6c2f42e-2a86-4f35-9042-cb7625d6dd5a

 

Romeinse Limespad – 1

Veertig officiële Lange-Afstand-Wandelpaden zijn er momenteel in ons land, met een gezamenlijke lengte van circa 10.000 km. Daarnaast nog vele streekpaden, lokale rondjes, themawandelingen, NS- wandelingen en dan vergeet ik vast nog andere ‘paden’. Ons land is een wandeleldorado bij uitstek.

Een redelijke nieuwe loot aan de reusachtige stam is het Romeinse Limespad,dat loopt van Katwijk naar Berg en Dal bij Nijmegen, met een totale lengte van 275 km.                       Ik loop dit pad met Rob Lut, Fieke Kroon uit Leiden, Marianne Thomassen en Gerrit Kolthoff uit Amsterdam en Anja Koster, eveneens uit Amsterdam. Overigens niet altijd in dezelfde samenstelling. Het eerste traject, van Katwijk naar Leiden, heb ik gelopen met Rob, die dat eerder al liep met anderen, toen ik niet kon, maar zo graag wandelt, dat hij mij graag vergezelde. 

Limes is Latijn voor grens. We vinden het nog terug in ‘limiet’ en afleidingen daarvan. We lopen dus wat ooit de Romeinse grens vormde. Katwijk was toen het westelijke eindpunt van de Nederlandse Limes. Lugdunum Batavorum heette Katwijk toen en lag aan de monding van de Oude Rijn. Daaraan de Noordzee bouwden de Romeinen een versterking, Brittenburg, uitstekende uitvalsbasis voor veroveringen van Britannia. Er is niets meer van over, een kunstwerk van Nicolaas Dings herinnert er aan en vormt het startpunt van de tocht. Dankzij vondsten, opgravingen, maar vooral dankzij de zgn. Peutingerkaart hebben we een redelijk beeld van hoe de grens verliep. In sommige namen leven de oude locaties nog voort, zoals Albaniana in Alphen (aan de Rijn) en Noviamagus in Nijmegen. De Peutingerkaart is een reproductie van een oude Romeinse reiskaart uit de 3e of 4e eeuw na Chr., met daarop namen en afstanden van en tussen de diverse castella. Een 13e eeuwse kopie bevindt zich in Wenen. De Augsburgse humanist Konrad Peutinger liet van die wel bijna zeven meter lange perkamente versie een nieuwe ‘kopie’ maken.

Het monument van Dings stelt op een ijzeren tafel een bronzen sculptuur vaksoldaten van keizer Caligula voor, die staan opgesteld om tegen de zee te vechten, naar een verhaal van Suetonius. De soldaten zouden gewonnen hebben en als gedenkteken werd een vuurtoren gebouwd: Kalla’s (Caligula) toren. Op het kunstwerk de tekst: ‘Kalla’s toren, hier geboren zocht Neptunus toorn. De heelzee zou hij bezitten en vechten om het huis te Britten’.

22951f61-c488-4603-ae74-35ed5b64abac

Wat Oude Rijn was is aan het eind Uitwateringskanaal gaan heten. Bebouwd en bewoond                      Katwijk ligt ten zuiden ervan. We steken het kanaal over en lopen de smalle duinstrook door gedurende een km. Daarvoor nog staande oog in oog met het Monument voor de Verdronken vissers. Volgens Suetonius overwonnen de soldaten van Caligula de zee, meer wens dan realiteit of eerder geluk dan wijsheid. Het monument laat zien hoevelen van de Katwijkse vissers genomen heeft.

img_7246               img_7247

Tegenover de witte kerk verlaten we duin en strand en zee. We lopen om de kerk heen steken door het Andreashof door een poortje komen we op het Andreasplein. In het hofje worden we verrast door een vlucht putters. De naam Andreas is ook verbonden aan de kerk. Vernoemd naar de apostel Andreas, onder meer schutspatroon van vissers. Het wapen van Katwijk is een azuurblauw andreaskruis op een zilver fond. De kerk is gebouwd circa 1460 en op 5 april en 24 mei 1571 geplunderd door de watergeuzen. Voor de kerk nog een vissersmonument: vissersweduwe met zoon. Met dit monument worden de vissers herdacht die tijdens WO.I door zeemijnen om het leven kwamen. 

img_7248         266px-katwijk_kunstwerk_vissersweduwe_met_zoon

Enigszins kris kras door het zuiden van het oude Katwijk bereiken we het grote duinengebied ten zuiden van het dorp van Dirk Kuijt, Esther Ouwehand en veel verder terug in de tijd Charley Toorop. Het prachtige lenteweer heeft velen de duinen ingevoerd en dus is het in deze tijd van ‘het nieuwe normaal’ steeds alert blijven.

img_7249             img_7250

We worden de bebouwde wereld weer in geleid, door de wijk Zanderij, langs een brede sloot, waaraan pubers zitten te vissen en inderdaad behoorlijke grote karpers zichtbaar zijn. We steken de N206 over en belanden in Katwijk aan de Rijn en daar is een bakker open en gelegenheid om weer even te rusten, vooral voor mij noodzakelijk vanwege een steeds weer opspelende pijn in de onderrug. Het Uitwateringskanaal wordt in dit dorp Additioneel Kanaal. Maar hier komen we ook bij de oorspronkelijke Oude Rijn, waar we langs lopen met zicht op prachtige voorname panden en tuinen, vervolgens een stukje langs genoemd Additioneel Kanaal, dat afsnel uitmondt in de Oude Rijn en breder zijn loop vervolgt verder landinwaarts.  Katwijk aan de Rijn ontstond in de 12e eeuw, z’n vismarkt verloor het al in de 14e eeuw aan het steeds meer groeiende Katwijk aan Zee. Katwijk aan de Rijn ging toen vooral bestaan van land-en tuinbouw, er waren eeuwenlang ‘lijnbanen’, waar touw werd geslagen. (In Elburg is er nog steeds één die functioneert, van de firma Deetman) Begin deze eeuw werd de groenteveiling opgeheven, terwijl die daarvoor een eeuw lang een belangrijke plaats in nam, omdat Katwijk de grootste producent van waspeen was in Europa. Het dorp is al eeuwenlang verbonden met een tak van het huis Wassenaer, waarvan een bekende telg, Maria van Reigersberg in een praalgraf van Rombout Verhulst in de Dorpskerk uit 1300 begraven ligt. In het centrum van het dorp pronkt pontificaal de oude herberg De Roskam, waar recht gesproken werd, schouten en schepenen vergaderd werden en nu centrum voor feesten en evenementen.

266px-katwijk_aan_den_rijn_-_dorpskerk    120px-katwijk_roskam

We lopen een stukje langs het kanaal en dan Oude Rijn, ontmoeten een vrouw die de hand uitlaat (in deze coronatijd heb ik nooit zoveel honden gezien), die met manlief de Limes heeft gefietst, vanaf Regensburg tot thuis, hier in Katwijk. Enfin, geleidelijk zijn we feitelijk Rijnsburg ingewandeld. Even een stop voor rug en maag in een speeltuintje. We steken de A44 onderdoor , wandelen door modern Oegstgeest en langs Endegeest in de verte links en eindigen bij Leiden CS, waar ik de trein terug neem naar Amsterdam, de tram naar Zeeburg, waar mijn auto staat. Rob wandelt naar zijn huis in de sleutelstad.              Endegeest is een kasteel , oorspronkelijk  uit 1307, waar van 1641 tot 1643 Descartes verbleef. Het huidige kasteel werd gebouwd na zijn verblijf van 1647 tot 1651. In 1895 koopt de gemeente Leiden het om er een psychiatrische inrichting in te vestigen. Ruim honderd jaar werd het met park en landgoed voor de geestelijke gezondheid gebruikt. img_7252   img_7254