Bach en 1710

Bachs baas in Weimar, hertog Wilhelm Ernst, moest in principe de macht over Saksen-Weimar delen met z’n twee jaar jongere broer Johann Ernst, bij wie Bach in 1703-1704 ‘ persoonlijk muzieklakei’ was geweest. Wilhelm Ernst wist langs juridische weg al snel z’n broer macht te ontnemen en die van zich zelf te vergroten. Twee jaar later eiste hij het hoogste rechterlijke ambt voor zich zelf op. Protesten bij de keizer hielpen z’n jongere broer niet en die legde zich neer bij de situatie. In 1707 overleed hij. Wilhelm Ernst kreeg de voogdij over zijn twee zoons: Ernst August en Johann Ernst. De oudste van de twee had genoeg geldingsdrang om zich niet als mederegent uit te laten schakelen, zoals z’n vader had gedaan. Dat leidde tot onverkwikkelijkheden tussen oom en neef. Bach was als organist verbonden aan het hof van Wilhelm Ernst. Er was een orkest, er was een koor, er waren trompettisten voor de jachtmuziek. De functie van  hofkapelmeester was al jaren in handen van de familie Drese. In Bachs tijd was kapelmeester Drese 64 jaar oud, ziekelijk en gemakzuchtig en zijn zoon, die vice-kapelmeester was kende weinig ambitie. Zodoende kon Bach zich een steviger plek verwerven en nam meer en meer het werk van kapelmeester over. Daarnaast was Sebastian ook actief op het Rote Schloss, het onderkomen van de neven Ernst August en Johann Ernst. Bach had hen al les gegeven in dat ene jaar dat hij in dienst was van hun vader. Dat werd nu voortgezet, de neven waren muzikaal. van de jongsten zijn zelfs composities bekend, waarvan Bach er twee tot orgelconcerten heeft omgewerkt. De oudste speelde goed viool, maar liet zijn politieke ambities prevaleren en ging de strijd met zijn oom aan. In de onderlinge machtsstrijd liet de vrijgezelle oom de raadsheren van zijn neef opsluiten. Dankzij bemiddeling van buiten Weimar kwam een wapenstilstand, maar geen verzoening tot stand. Hieronder een orgelconcert, bewerking van Bach van een werk van Johann Ernst van Saksen Weimar.

In Bach’s privé-leven is 1710 van belang, omdat op 22 november z’n oudste zoon geboren wordt: Wilhelm Friedemann Bach.

In 1710 geeft de VOC het eiland Mauritius op. In 1598 werd het tot dan onbewoonde eiland voor een deel gekoloniseerd door Hollandse zeelieden onder leiding van de Amsterdammer Wybrand van Warwijck, die het eiland vernoemde naar prins Maurits. Vanaf 1638 werd het als tussenstation gebruikt. Met succes werd de suikerteelt ontwikkeld, nog immer een belangrijke bron van inkomsten. Na een zware orkaan die het eiland in 1695 trof had de VOC niet veel zin meer om in het eiland te investeren en werd de in 1652 door Jan van Riebeeck gestichte verversingspost Kaap de Goede Hoop het   enige tussenstation  op weg van en naar de Oost, van belang. 

In 1710 worden behalve Bachs oudste zoon ook geboren: Giovanni Battista Pergolesi (4 januari);  de latere koning Lodewijk XV (15 februari); de Britse componist Thomas Arne (12 maart) en de Duitse natuurkundige Georg Bose, die als eerste theorieën rond elektriciteit ontwikkelde (22 sept in Leipzig).

http://www.youtube.com/watch?v=22-I_ZGz0R4