Van fort naar kapel

Toen ik het Grebbeliniepad liep kwam ik er langs, maar gunde me toen geen bezoek, omdat ik net lekker de gang er in had. Afgelopen week heb ik het goed gemaakt en dus toog ik naar Fort aan de Buursteeg bij Renswoude. Een belangrijke plek in de Grebbelinie, gerestaureerd en met een bezoekerscentrum. Na het kopen van een kaartje van 5 euro volg je een brede rode lijn, die al spoedig een trap opvoert en je in een zaaltje brengt waar een korte informatieve film over de streek en de Grebbelinie te genieten valt. Vervolgens kom je op een omloop rond dat zaaltje, waar met foto’s en goede teksten de vaderlandse militaire geschiedenis uit de doeken wordt gedaan, uitlopend in het hoofdbestanddeel: de strijd aan en om de Grebbelinie. Het is generaal Winkelman geweest die niet de Hollandse Waterlinie als ultieme verdediging van het westen van ons land aanwees, maar de Grebbelinie. De Gelderse vallei was ook geschikt om te inunderen, maar op sommige punten was het wel zo smal dat voorposten en zelfs forten gebouwd moesten worden. Zoals hier aan de Buursteeg bij Renswoude. Ook de Grebbeberg moest aan de voet versterkt worden.

img_5091

In augustus 1939 liepen de spanningen in Europa dermate op, dat onze regering besloot over te gaan tot eerst een voor-mobilisatie en later de mobilisatie zelf. Zeker 200.000 in dienstplichtige soldaten in vijftien lichtingen ( van 1924 tot 1938)  werden opgeroepen hun woonplaatsen te verlaten en zich te melden bij voorlopige inkwartieringsplekken.  Als Duitsland Polen binnenvalt vertrekken ze naar hun definitieve onderkomen. Er worden 500 extra treinen ingezet; 60 goederentreinen vervoeren 14.000 gevorderde paarden. Officieren en onderofficieren worden in huizen ondergebracht, terwijl de gewone infanteriesoldaten in fabriekshallen en scholen de nacht moeten doorbrengen. De cavalerie vindt met de paarden onderdak op boerderijen, waarbij de soldaten boven hun viervoeters op de hooizolder slapen. Ter plekke volgt een medische keuring, worden nieuwe uniformen uitgereikt, indien de oude niet meer voldoen of passen, er wordt een wapen verstrekt. Keukenwagens worden klaargemaakt, er worden legersteden van stro vervaardigd, commandogroepen geformeerd en wachtposten uitgezet en dan is het wachten op eventuele actie of een opgelucht ademhalen dat ons land wederom neutraal blijft. Het wachten duurt echter veel langer dan men gedacht had en intussen krijgen de jongens gezelschap op hun legersteden van luizen, vlooien, muizen en ratten: het Nederlandse leger waakt letterlijk!

img_5093
img_5088

In de Valleidorpen is de bevolking overwegend streng protestant en dat geeft soms spanningen met soldaten uit een totaal ander milieu. Toch vindt er ook verbroedering plaats en kunnen de jongens van rats, kuch en bonen ook genieten van extra aandacht, gezellige avondjes en hartelijke ontmoetingen, die wellicht ook wel verder gaan en uiteindelijk tot een ja-woord op het gemeentehuis leiden.

img_5096
staaltje huisvlijt van een verloofde.
img_5095

De foto’s geven een aardig beeld van die tijd en vondsten in de buurt brengen niet alleen de mobilisatieperiode, maar ook de gevechten in de mei-dagen van ’40 dichterbij.

In het centrum kunnen boeken, ansichten e.d. gekocht worden en er aan verbonden is een ruim restaurant en een groot terras, waar ik een uitstekende uitsmijter nuttig.

Over schilderachtige wegen en door fraai coulissenlandschap rijd ik vervolgens naar de Langsteeg bij Leusden, waar een door de Duitsers in ’44-’45 gebouwde  bunker te bezichtigen valt.

Ik vervolg mijn weg naar en door Amersfoort, neem de weg richting Bunschoten , maar sla al weer snel links af het polderland van Hoogland in. Een slingerende weg tussen bomen en soms stokoude boerderijen, een cafeetje en plots verschijnt links een kerkhof met witte kapel. Het blijkt om de Kapel van Coelhorst te gaan, sinds 1972 een Rijksmonument. De kapel is in 1363 gebouwd op een kunstmatige heuvel in oost-westrichting en gewijd aan de heilige Nicolaas terwille van parochianen die tot Leusden behoorden, maar aan de andere kant van de Eem woonden. Pas in 1659 kwam het in protestantse handen. Stormen teisteren het kerkje, het wordt weer opgebouwd en in 1843 wordt het verkocht aan de eigenaren van landgoed Coelhorst, de familie van Tuijl van Serooskerken, nadat het Hoge Land oftewel Hoogland een eigen Hervormde gemeente kreeg en een eigen kerk. De kapel is thans eigendom van de familie Beelaerts van Blokland en fungeert als onderkomen van de graftombes van beide families. Het kerkhof er om heen is in gebruik gebleven van de Hervormde Gemeente van Hoogland.

img_5108
coelhorst_4

Op het kerkhof liggen drie predikanten begraven en tegen de kapel staat nog een oude zerk van een overleden priester. De predikanten zijn: Hendrik Jan Bodisco Massink, W.C.Posthumus Meijes en Otto Samuël Jellema.

  Jellema   en    Bodisco Massink.

Laatstgenoemde is de vader van de dichter C.O. Jellema. Hij werd geboren op 29 augustus 1889 in Wonseradeel, was in de jaren twintig predikant voor de Nederlanders die in Davos verbleven (Thomas Mann -De Toverberg), werd predikant in Amersfoort en na zijn emeritaat geestelijk verzorger in het Haagse Bronovo-ziekenhuis. Hij overleed op 10 februari 1961. Van Bodisco Massink zijn geen nadere gegevens bekend. Posthumus Meyes is een bekend geslacht van predikanten en architecten. De oorspronkelijk Friese familie heeft een eigen website, een fonds en organiseert familiereünies. Op hun site staat de menukaart van het huwelijksdiner van de hier begraven Willem Christiaan met Maria Elisabeth de Hoop Scheffer op 5 mei 1909.

img_5105
menu1