RK BEGRAAFPLAATS NIJMEGEN

ND SERIE KRUISWEGSTATIES VOORJAAR 2021

Knarsend van ouderdom opent zich de begraafplaats aan een leeg, kaal plein; de meeste oude graven, met veel liggende stenen zijn door weer en wind groen uitgeslagen. Machtige beuken zorgen voor schaduw en verkoeling op hete dagen. Vogels laten zich horen en zien, zoals het vurige roodborstje; eekhoorns springen golvend over de graven.

Rechts tegen de brokkelige grensmuur kun je de kruisweg lopen; alle staties verweerd en door de tijd aangetast.
Door de gang langs de veertien staties kun je je geliefde doden verbinden met de gang van de Messias en mag in geloof het met recht een dodenakker zijn, waar onze lichamen gezaaid worden, wachtend op de grote Oogst.

September 1884 vroegen de kerkbesturen van de vier Nijmeegse parochies aan het gemeentebestuur toestemming voor een begraafplaats aan de Daalseweg. Die kwam er en op 24 juni 1885 zegende de bisschop van ’s Hertogenbosch deze eerste dodenakker van de stad aan de Waal in, met een dag later de eerste begrafenis.

Steeds meer kwam de begraafplaats ingesloten te liggen binnen uitbreidende bebouwing met als gevolg dat de in 1940 voorgenomen sluiting in 1948 daadwerkelijk plaats vond. Met uitzondering van graven met eeuwig grafrecht werden graven geruimd, maar dankzij stichting In Paradisum kan er sinds 1993 weer begraven worden.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog kwamen hier de meeste Nijmeegse katholieke burgerdoden te liggen. Waaronder driehonderd (van de zeker 800) die omkwamen tijdens het bombardement van 22 februari 1944 door Amerikaanse slecht geïnformeerde vliegers.
Verder zijn nog een honderdtal burgerslachtoffers uit de eerste oorlogsjaren en de periode rond Market Garden bijgezet. Een eenvoudig monument in de vorm van een huisje houdt hun smartelijke dood in herinnering. Een verleden die voelbaarder wordt juist in deze tijd waar zovelen een gruwelijke dood vinden aan de oostgrens van Europa.

De twee staties waar wij voor deze aflevering speciaal bij stil staan zijn de derde en de vierde.

III. Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis.

Dit feit komt in de Bijbel niet voor. Wat ook geldt voor de twee volgende keren dat Jezus onder het kruis valt. Waarschijnlijk zijn ze toegevoegd om de zwaarte van zijn kruisweg te onderstrepen, vanwege de last van onze zonden.

IV. Jezus ontmoet zijn moeder

Ook dat staat niet zo in de Bijbel. Maria is wel bij de kruisiging aanwezig: Marcus 15: 40, Johannes 19: 25.

Titus Brandsma mediteerde in 1942 in de Scheveningse strafgevangenis bij deze twee:

3. ‘O Jezus, die ons, als wij onder de rampen, die ons treffen, meenen te bezwijken een voorbeeld hebt willen zijn ter bemoediging, wat moet het voor U, God van hemel en aarde, een vernedering zijn geweest, uw kruis niet fier en krachtig te kunnen dragen, maar daarbij neer te vallen.

4. O Jezus, wat een nieuw en ontzettend leed moet het voor U geweest zijn, verplicht te zijn, uw

lieve Moeder te doen deelen in het lijden, dat Gij voor ons op U hadt genomen. Hoe gaarne zoudt Gij haar voor dit lijden hebben behoed, maar het moest strekken tot haar heiliging en verheerlijking, het moest Johannes en ons terugvoeren naar hun Goddelijk Voorbeeld.