TSJONGER

ND RIVIERENSERIE ZOMER 2021

Een hengelaar onder een grote paraplu, eindelijk niet vanwege druilende regen, maar een warmte gietende zon. Kieviten dartelen boven een vers gemaaid weiland, in het riet een grote zilverreiger en er boven in kalme zweef een blauwe kiekendief. We rijden op een smalle kronkelende dijk tussen Slijkenburg en Schoterzijl langs de Tsjonger oftewel |Kuinder.
In de venen van Haule, geboortedorp van schaatsbroer en zus Bob en Elma de Vries neemt de Tsjonger een aanvang. Het stroompje krijgt weldra versterking van het Groote Diep uit de venen van Fochtelo en het Kleine Diep uit die van Appelscha. Dan stuit het op de 34 km lange Opsterlandse Compagnonsvaart, tussen Gorredijk en Smilde.

De Tsjonger gaat onder de Vaart door middels een duiker. Wij bevinden ons in het gebied van de zogenoemde Tsjongercultuur uit het Laat-paleolithicum, 10 tot 9000 voor Christus. Een cultuur van jagers, waarvan tussen 1925 en 1942 de eerste vondsten werden gedaan door een amateurarcheoloog. Tussen de ontdekte vuurstenen voorwerpen werden helaas ook falsificaties gestopt.

Gekanaliseerd stroomt de rivier westwaarts langs Oldeberkoop, in de vroege middeleeuwen al ontstaan op de zandruggen van enerzijds de Tsjonger en anderzijds de Linde. De romaanse tufstenen Bonifatiuskerk doet het hart van elke architectuurliefhebber smelten.

De Tsjongervallei is tot Mildam vanouds een eldorado voor weidevogels als kievit, grutto, wulp, kemphaan, scholekster; voor de leeuwerik, de gele kwikstaart en de patrijs. Helaas sinds 2010 ook hier een achteruitgang. Na Heerenveen stroomt de weinig bevaren rivier
onder het Tsjeukemeer langs en het natuurgebied Brandemeer, ontstaan door turfwinning. Na het meertje Het Wijd doet het Langelille aan, een non-descript dorpje van 240 inwoners.

Aanvankelijk voegde de Tsjonger zich bij Slijkenburg in de Linde. Je zou ook kunnen zeggen dat de Linde juist gebruik maakte van de oude stroom van de Tsjonger. Dat alleen al maakt ze tot tweeling-rivieren. Zware stormen in 1833 en 1834 bracht het Rijk er toe de monding van de Linde bij Kuinre af te sluiten en westelijk daarvan vanaf Slijkenburg een kanaal te graven dat wel in de Zuiderzee uitmondde. Dat Nieuwe Kanaal scheidt dus sindsdien de tweeling. Overigens zorgde de Noordoostpolder voor volledige afsluiting van ook deze monding. Water van de Tsjonger wordt nu via de Friese boezem afgevoerd bij Harlingen en Stavoren.

De Peter Stuyvesantweg loopt tussen de tweeling door. Kuinre ligt er tussen in. Begonnen als vissersplaatsje, werd het in de 11e eeuw voorzien van een burcht en groeide vandaar uit tot een piratennest. De beroemdste Heer van Kuinre was Heynric de Crane, aan wie een monument is gewijd op het pleintje tegenover de Hervormde Kerk.

De Tsjonger is in twee opzichten een heuse grensrivier. Aan het eind, aan de benedenloop vormt het de grens tussen Friesland en Overijssel. Aan de bovenloop vormt het een taalgrens, die tussen het Fries en het Stellingwerfs. Een monument van Atte Jongstra, schrijver in het gebied geboren, uit 1999 getuigt van die grens.

Maar ook de hier besproken rivier doet dat: voor de Fries is het de Tsjonger , voor de Stellingwerver de Kuinder.