Bijbel en dier – 12 – het hert

Gelijk een hinde die naar de waterbeken smacht, zo smacht mijn ziel naar U, o God

Psalm 4

“‘t Hijgend hert der jacht ontkomen.” Misschien wel de bekendste psalmregel van vroeger. In de nieuwe berijming werd het “een moede hinde”. Poëtischer, maar in mijn ogen en oren minder plastisch. Herten zijn sterke, pezige dieren, inde Bijbel veelal het toonbeeld van souplesse en elegantie. En ook dat is heel herkenbaar. Wie veel wandelt door bossen en beemden, kan wel eens een hert tegenkomen, dat wil zeggen meest een ree. Van een boswachter heb ik geleerd dan net te doen of je het dier niet ziet en gewoon doorlopen, dan schiet het schichtige dier niet direct weg. Eens liep ik met vrienden over de Tafelberghei bij Blaricum, hier en daar begroeid met kleine bossen. Een hei, waar een schaapskooi staat en de kudde vrijuit kan lopen. Er zijn wel eens schapen die afdwalen, ook uit de Bijbel bekend uit de gelijkenis van het ‘verloren’ schaap, wat juist door de Goede Herder gezocht wordt om te redden uit struikgewas of als mogelijke prooi van een roofdier. Enfin, wij liepen door een stukje bos, er kwam ons een vrouw tegemoet die ons enthousiast vertelde dat er even verderop een hert te zien was. Toen wij op die plek kwamen, bleek het zo’n verdwaald schaap te zijn!

In het Hooglied wordt de geliefde met een hert vergeleken: kracht en elegance ineen. En in een visioen van Jesaja aangaande het Godsrijk zien we lammeren zich als een hert voortbewegen.                                                                                                                                               De psalmist vergelijkt zich zelf met een hert dat schreeuwend naar water dorst. Hij snakt naar God, zoals een hert naar water dat aan de jacht ontkomen is. Hij heeft moeten rennen voor zijn leven. Voor de psalmist is het leven ook een kwestie van overleven geworden, waarbij hij God schreeuwend, hijgend en puffend hard nodig heeft.                             “Mijn God, mijn God , waarom hebt gij mij verlaten”, roept Jezus vanaf de executiepaal en citeert daarbij een andere psalm, psalm 22.                                                                                                Dan wordt de psalmist indachtig dat hij eens met een feestende menigte optrok naar Gods huis en dat beurt hem op en doet hem uitroepen: “Mijn Verlosser en mijn God!”         Je dorst lessen aan de ‘vrolijke wetenschap’ deel uit te maken van een lofzingende menigte! Zoals de wandelaars van de deze week weer van start gaande Vierdaagse van Nijmegen zich optrekken aan vrolijke zang.