Applaus

In alle Nederlandse stadions klonk afgelopen weekend applaus. Niet in de 14e minuut, maar nadat de 14e minuut al vervuld was, dus in de 15e. Applaus voor – u begrijpt het – voor Johan Cruijff. Ik wist er eerlijk gezegd geen raad mee. Ik zag sommigen prominenten ook ongemakkelijk de handen op elkaar brengen en volgens mij klapte Van Hanegem helemaal niet. En dat begrijp ik goed. Het is natuurlijk erg als je te horen krijgt dat je (long)kanker hebt. Een uitgelekt bericht, waarvan Cruijff zelf zei – aardig gevonden – “ik ken de voornaam, maar de achternaam nog niet”. Waarvoor dient een applaus? Als uiting van dank en van bewondering. In die zin had het iets van hartelijk dank voor alles wat je voor ons en het voetbal hebt betekend. Alsof bij voorbaat de ‘achternaam’ al bekend is, in ongunstige zin. Verder was het ook vreemd, omdat er gewoon doorgevoetbald werd. De voetballers zelf, waarvan JC de grootste was, konden niet meedoen. Bij PEC-Zwolle werd er juist in die bewuste minuut gescoord en werd er daarna alsnog geapplaudisseerd; zal wel twee keer geweest zijn, eerst nog voor het doelpunt. Was het niet beter geweest als de scheidsrechter de wedstrijd even had stilgelegd en dat de stadionomroeper namens allen een steun had uitgesproken? Mijn moeite geldt ook nog iets anders: voor JC als voetballer en trainer kan ik altijd de handen op elkaar krijgen, maar wat hij bij Ajax de laatste jaren heeft gedaan, heb ik het tegendeel van een applaus over. De beste reactie las ik nota bene in De Telegraaf die ik kocht in Monschau, waar ik o.a.afgelopen weekend was. Die sprak zijn hoop op herstel uit, juist ook om Cruijff zo nodig te blijven kritiseren, zoals hij steeds heeft gedaan, waar het de zgn. fluwelen revolutie betreft. Dus wat mij betreft ook nog lang geen 1 minuut stilte in de echte 14e minuut en spelers met rouwbanden. Of misschien dan juist ook gevolgd door een applaus.

Applaus voor mij wel voor Willem Aantjes. Bewogen politicus, die net als Merkel de moraal een plek wilde geven in de politiek, het evangelie ook en juist voor het politieke handelen serieus wilde nemen. Wiens val door een bewuste lek werd uitgelokt; die bewust kapot is gemaakt door valse beschuldigingen van nota bene toen de JC van de WO.II-geschiedenis. Afgescheept met een beschamend onberekend baantje bij nota bene de Kampeerraad. Weggemasseerd. Maar Aantjes bleef betrokken, liet zich niet verslaan en bleef de man met moraal en moreel. En hij deed niet aan revoluties al dan niet van fluweel, hij bleef zijn partij kritisch trouw en was niet uit op beschadigen. Ik was ooit lid van Arjos en AR, kom uit hetzelfde milieu als Aantjes en weet hoe moeilijk het is je daar authentiek aan te ontworstelen, zonder wrok en met behoud van wat ook in dat milieu als waardevol werd meegegeven. Applaus dus, een lang applaus, van zeker een minuut. En wellicht doet het CDA er goed aan op een congres zijn zgn. Bergrede nog eens te laten horen. dat kon nog wel eens verrassend actueel zijn. Dan wordt gedenken niet gestold in een verplicht, van boven georkestreerd ritueel, maar krijgt het kracht in het heden.