DE MALIEBAAN

De Utrechtse Maliebaan werd in 1636 aangelegd buiten de singels ten behoeve van de dan onlangs opgerichte universiteit als sportveld. De structuur van toen is nog steeds zichtbaar: 750 meter lang aan weerszijden beplant met vier rijen linden en iepen.

In de vestingwallen werd een poortje gemaakt en daarachter een brug over de singel, de Maliebrug. De sport die beoefend werd was de zo geheten palle maille, een soort kolf, een populair tijdverdrijf onder studenten en de gegoede burgerij. Het maliespel was een voorloper van het croquet en golf. In Londen is er nog een Pall Mall, in Hamburg Palmaille, Washington National Mall en in Den Haag het Malieveld. Maar nergens is de baan zo gaaf als in Utrecht.

Spoedig werd de baan ontdekt als fijne wandelpromenade en vestigden zich uitspanningen langs de baan. Het huidig aanzien werd gevormd tussen 1860 en 1900; voorname families vestigden zich er in monumentale panden. Het neo-classicisme was toen in de mode wat zich goed laat aflezen in de architectuur, ofschoon ook andere neostijlen en eclecticisme vertegenwoordigd zijn. De erkers die je aantreft gaan terug op tuinhuizen die in het nieuwe huis werden opgenomen.

Op 1 juli 1883 werd in de uitspanning Buitenlust – nu Maliebaan 81 – de Nederlandse Vélocipedisten Bond opgericht, de voorloper van de ANWB. In 1885 gaf het stadsbestuur toestemming om een van de wandelstroken van de Maliebaan open te stellen voor fietsers.

Tijdens de bezetting werden een aantal deftige panden door de Duitsers gevorderd als onderdak voor de Germaanse SS, de Luftwaffe en de Wehrmacht en de Sichereitspolizei met hun martelkelder. Op nummer 35 hield de NSB van Mussert kantoor. De Duitsers noemden de Maliebaan ‘Unter den Linden’.

De wandeling begint in het Singelplantsoen, bij het Lepelenburg, een in 1579 aangelegde versterking van de vestingwerken. In de 19e eeuw werden de wallen gesloopt en kwam hier het plantsoen van de tekentafel van Zocher. Er stond ook het muziekcentrum Tivoli, die ik me zelf herinner toen we met het koor van de kweekschool Rehoboth onder leiding van dhr Kwakkel jaarlijks een uitvoering verzorgden, onder andere de Carmina Burana van Orff.

Via de fraaie slanke Herenbrug, met natuursteen bekleed en in 1906 gebouwd van gewapend beton, een zeer vroege toepassing van deze toen nieuwe techniek, komen we op de Maliesingel en slaan rechtsaf.

Op nummer 27 staat daar Huis Rustenburch, omstreeks 1712 een herberg met beugelbaan. Beugelen is een van de oudste sporten in ons land. Het is de bedoeling om een zware bol met houten schop door een ring in het midden van de baan te laten rollen. Het is verwant aan het kolven, croquet en het maliespel. In de 19e eeuw is het huidge herenhuis gebouwd.

Op nummer 28a komen we langs het Maliehuis, ook een voormalige herberg, dat getuige een tegelplateau in 1637 de functie kreeg van Maliehuis, waar de beheerder van de Maliebaan woonde. Hij verhuurde ook de spelmaterialen. Eind 18e eeuw raakte het spel uit de gratie, in de 19e eeuw werd het huis vergroot.

Na dit huis direct linksaf de Maliebaan op.

Op nr. 10 vond tijdens de bezetting de Ordnungspolizei hier onderdak.

Op nr. 12 een oorspronkelijk woonhuis, een herbouw uit 1871, was tijdens de oorlog het woonhuis van Bruno Müller- Reinert, Beauftragte van Seys-Inquart.

Op nr. 14 een huis ontworpen in 1862, ook nu een kantoor. Tijdens W.O.II zetel van het Nederlands Arbeidsfront. De vakcentrale van de NSB, onder leiding van Hendrik Jan Woudenberg.

Op nr. 16 een herenhuis uit 1897 van architect S.J.van Rooy voor hem en zijn gezin. Later huisvesting van de Katholieke Jeugdvereniging voor oudere meisjes. En daarna hield J.H.Fentener van Vlissingen er kantoor.

Op nr. 18, een neoclassicistisch woonhuis uit 1866, nu onderdak van het Oranje Fonds.

De panden op de nrs. 20 t/m 26 kenmerken zich eveneens door een neoklassieke stijl.

We steken de Nachtegaalstraat over en aan de overzijde vinden we op nr. 40 het paleis van de aartsbisschop van Utrecht, met daarin opgenomen de Willibrordkapel. Het werd in 1868 gebouwd als villa voor de toenmalige directeur van de Nederlandse Rhijnspoorweg-Maatschappij, Hermanus Ameshof. In 1898 werd het pand aangekocht door mr. Henricus van de Wetering die het liet ombouwen tot bovengenoemd paleis, inclusief neogotische kapel.

Op nr. 42 het Fentener van Vlissingenhuis, uit 1881, een ontwerp gebaseerd op de 16e eeuwse Italiaanse palazzo.

Op nr.66 was het hoofdkantoor van de SS gevestigd o.l.v. Henk Feldmeijer.

Veel neoklassieke panden volgen tot we op nr. 70a bij een voormalig woonhuis uit 1880 in neorenaissance stijl aanbelanden. Tekens aan de voorgevel maken duidelijk dat hier een vrijmetselaarsloge is gehuisvest.

Op nr 74 zat de Sicherheits Polizei, waar op 25 januari 1945 in de tuin Jo Siljade en Gerrit van Stokkem werden geëxecuteerd. Op 3 februari werden hier zeven mannen gemarteld, die betrokken waren bij een schietpartij in Benschop, waarbij drie Duitsers omkwamen.

Op de nrs 74 en 76 huisden de staf van de NSB WA -Weerbaarheidsafdeling.

De nummers 82-84 stammen uit 1871, kennen een neogotische stijl, waar de katholieke architect Alfred Tepe woonde en zijn compagnon beeldhouwer en schilder Friedrich Wilhelm Mengelberg zijn atelier had. Van hem zijn nog twee beeldjes te zien: Barbara en Willibrord. Het pand is links in 1906 uitgebreid met een dienstwoning, met mooie tegeltableaus in de voorgevel. En thans ook Maliegarage.

Op nr. 82 woonde tijdens WO II ds. Gerrit Oberman (1869-1967) die voedselacties organiseerde.

Op 84a was het hoofdkantoor van de Wehrmacht gevestigd, later kantoor van de Landwacht.

Op nummer 90 was de NSB Stichting Winterhulp Nederland gevestigd. Op nr. 92 woonde eerst Frits Elzas, de vice-voorzitter van de Utrechtse Joodse Raad, later werd het kantoor van de Abwehr. Op nummer 108 was de Nachrichtenabteilung van de Luftwaffe gehuisvest.

Links lopen we even de Maliestraat in en zien voormalige woningen , samengetrokken tot het Maliehotel.

Weer terug lopen we naar het Oorsprongpark. Van oorsprong liep de Maliebaan door tot aan de Biltstraat. In 1787 werd over genoemde straat een schans aangelegd als extra verdediging van de stad. Na de Franse tijd werden langs de Biltstraat twee buitenplaatsen aangelegd, De Oorsprong en Hoogeland. Tussen beide buitenplaatsen kwam een plantsoen, na 1870 doorsneden door de spoorlijn Hilversum- Utrecht. Huis De Oorsprong is in 1824 gebouwd als buitenhuis voor cementfabrikant Cazius op de plek van een herberg. Voor het huis – met nu kantoorfunctie – staat een zeldzame Gingko-boom.

We steken het spoor over en slaan de Museumlaan in, met links in het plantsoen Het Hoogeland. Tot 1888 was het van de familie Ram, daarna werd het Stedelijk Museum en tegenwoordig is het kantoorpand.

Even doorlopen tot aan de Prinsesselaan met de R.K. Begraafplaats Sint Barbara. Deze is in 1874 aangelegd naar een ontwerp van Alfred Tepe, met directeurswoning en lijken- en baarhuis in neogotische stijl. De kapel is vijf jaar later gebouwd. Naast gewone burgers vonden bisschoppen, pastoors, zigeuners en Polen hun laatste rustplaats. Drie aartsbisschoppen zijn bijgezet in de grafkelder van de kapel. In een andere grafkelder vonden 21 religieuzen van de Zusters van Liefde van Tilburg een plek; 35 in de grond achter de kapel. Rond de kapel liggen nog vier aartsbisschoppen en meer dan veertig pastoors uit Utrecht en omgeving. En in de buurt eveneens tachtig Poolse mannen die meevochten voor onze bevrijding.

De familie Dreesmann, beeldhouwer Pieter ‘d Hont, cinefiel Huub Bals, journalist Herman Wigbold en Willem AAntjes werden ook hier ter aarde besteld.

We gaan weer terug de Museumlaan in en dan links af de Emmalaan op. De woonhuizen op 1 -19 is als groep gebouwd in 1898 naar ontwerp van P.J.Houtzagers voor Levensverzekeringmaatschappij ‘De Utrecht’ op een deel van de voormalige buitenplaats Hoogeland.

Terug naar de Museumlaan, naar het spoor, die oversteken en dan aan de linkerkant de Maliebaan weer aflopen.

Op nummer 107 vond de violist Boris Lensky een onderduikadres.

Op nr 89 ligt naar achteren de voormalige sociëteit Oranjelust, uit 1767. In 1826 is het huis vernieuwd en de tuin werd ingericht als bloemkwekerij. In 1902 kwam in het hoofdhuis Paul Kruger, oud-president van Zuid-Afrika te wonen. Later werd het Kweekschool voor Onderwijzers. Op de voortzetting daarvan Rehoboth heb ik mijn diploma’s voor onderwijzer en hoofdonderwijzer gehaald. Deze school stond aan de Koningsbergerstraat, Utrecht Zuilen.

Op nr. 81 het voormalige Buitenlust, met in de 19e eeuw kegelbanen in de tuin. Hier werd in 1883 de ANWB opgericht.

Op nr. 71 Garage Grund. In de kelder bevond zich tijdens de bezetting de drukkerij van een deel van Vrij Nederland.

We komen bij de Burgemeester Reigerstraat. Waar nu een smakeloos appartementengebouw staat stond ooit de fraaie Oosterkerk in neoklassieke stijl uit 1887.

Dan vraagt links een klein straatje de aandacht. Het is de 2e Korte Baanstraat, waar op nr.1 jaren en jaren de zusters Hanna en Hebe Kohlbrugge woonden. Beiden zaten diep in het verzet, zijn verraden en kwamen Ravensbrück. Ze overleefden. hanna werd hoogleraar Iraanse taal- en letterkunde. Hebe werd actief voor het werelddiakonaat van de Hervormde Kerk en organiseerde verblijven voor Nederlandse studenten aan Oost-Europese universiteiten. Een vorm van solidair contact met verdrukte kerken. Zelf kwam ik door haar voor twee jaar te wonen, studeren en participeren in het Roemeense Cluj aan het Hongaarstalig Theologisch Instituut (1976-1978). Hebe werd 102 jaar, Hanna werd voor de ogen van Hebe in hun straatje doodgereden door een achteruit rijdende vrachtwagen.

Op de nrs. 37 en 39 waren gedurende bezetting kantoren van de Sicherheitsdienst.

Op nr 35 zit nu kinderopvang Heppienest. In de jaren dertig vestigde Anton Mussert hier de NSB. Op 19 mei 1942 bezocht door Heinrich Himmler. Op de nummers 25 t/m 31 zaten diverse afdelingen van de NSB.

Op nr.15 had de Beauftragte Bruno Müller- Reinert zijn kantoor. Het was het woonhuis van de sigarenfabrikant Ribbius Peletier, gebouwd in 1901. Boven de natuurstenen erker bevindt zich nog een tegeltableau met plantenmotieven. Het heeft – het wordt monotoon – thans een kantoorfunctie.

Op nummer 1 bevindt zich het kantoor van het Spoorwegmuseum. Het museum zelf bevindt zich in het voormalige Maliebaanstation links om de hoek. Als station raakte het in 1939 buiten gebruik en sinds 1953 is het museum.