Zoveel loten, zoveel staties

Kruiswegstaties – ND 8 april 2022 – OLV ter Nood Bergharen – beeld ~Maarten Boersema

page48image7825920

‘ Ik loop elke dag de kruisweg met hem’, naar de langharige viervoeter aan haar voeten wijzend.

Het gaat om een kruisweg die tegelijk de ronding is van een beboste heuvel dat uit het verder vlakke polderland verrijst in het Land van Maas en Waal. Ruim 21 meter verheffing bij Bergharen, waar behalve een kruisweg ook een Mariakapel en molen De Verrekijker de aandacht trekken. Vanaf de 14e eeuw vindt op deze plek al een Mariaverering plaats. ‘Ook vanwege haar loop ik elke dag dit rondje’, zegt de vrouw wier achtertuin grenst aan deze door cisterciënzers gestichte devotie.

De monniken hadden hier een kloosterboerderij, van waaruit land rondom bewerkt werd. De komst van
de Reformatie leidde tot de sloop van de kapel, het Mariabeeld werd gered en kreeg onderdak in het kas- teel van Hernen. Waar de kapel stond werd een linde geplant, een ‘heilig boomke’. Op 3 augustus 1927 keert het beeld op een ezelskar terug. Een aantal pastoors spannen zich in voor een goed onderdak, wat resulteert in de huidige kapel, gebouwd in 1948.
Het uit circa 1500 stammend beeldje stelt een piëta voor en is 87 centimeter hoog en vervaardigd van eikenhout. Een sereen ogende Maria in haar hemelsblauwe mantel houdt haar zoon na de kruisafname op haar schoot. Een replica hiervan bevindt zich in de kapel, het origineel in de parochiekerk van Bergharen.

Het ‘heilig boomke’ wordt geveld door een lentestorm op 15 maart 1964. Veertien loten schoten uit haar tronk omhoog, waarin soms doeken als ex votum gebonden worden. Zoveel loten, zoveel staties. Die we nu in alle rust lopen, met de eerste hoorbare boomklevertjes, komen uit het atelier van Jac. Maris (1900-1996) van het beroemde gelijknamige kunstenaarsgeslacht. In 1939 had hij al het verzoek gekregen van Titus Brandsma voor een kruisweg rond de Bonifatiuskapel in Dokkum. Na de oorlog en de bouw van de huidige kapel volgde de opdracht voor de kruisweg rond de O.L.V. ter Nood Gods. De dertiende statie is een ontwerp van zijn assistente Els Tervoort.
Zijn keramische verbeeldingen in aansprekende kleuren van Jezus’ gang naar Golgota en graf houden je gevangen, trekken je het verhaal in en wekken de bijbehorende emoties.

Statie 11 – Jezus wordt aan het kruis genageld

Maris verbeeldt Jezus machteloos liggend op zijn rug, maar wel goud gekroond.

Titus Brandsma mediteert in 1942: ‘O, Jezus, hoe vreeselijk moet het voor U zijn geweest, met plompe nagelen aan de beide kruisbalken te worden vastgespijkerd om in die wonden hangend langzaam van pijn en uitputting te sterven.’

Statie 12 – Jezus sterft aan het kruis

Zijn ramen lang gerekt, bijkans scheurend lijkt, het hoofd gebogen, evenals die van zijn moeder en Jo- hannes aan de voet van het hoog gerichte kruis. Drie gebogen hoofden, maar goud gekroond.

Titus Brandsma:
‘O Jezus, het is voor ons een onbegrijpelijk geheim, hoe Gij tenslotte voor ons hebt willen sterven, het rijk des doods hebt willen ingaan, alsof heel uw zending was mislukt, alsof heel uw leven nutteloos was ge- weest, zoodat uw vijanden schijnbaar triomfeerden.’

‘Elke dag een rondje langs de staties en door vrolijk bos, heilzaam voor ziel en lichaam’, zegt de vrouw met de langharige collie.

Het uit circa 1500 stammend beeldje stelt een piëta voor en is vervaardigd van eikenhout.