HUIS DOORN

Woning van de Duitse ex-keizer Wilhelm II van 1920 tot zijn dood in 1941

Keizer met zijn tweede echtgenote Hermine van Schönaich-Carolath.

Een eerste vermelding van de plaats Doorn stamt uit het jaar 838. Het middeleeuwse huis was oorspronkelijk een waterburcht die aan het eind van de 13e eeuw werd gebouwd voor domproost Adolf van Waldeck.[1] In de eeuwen daarna bleef het bezit en residentie van de domproosten van Utrecht. In 1322 werd het verwoest. Ongeveer vijfentwintig jaar later werd met de herbouw begonnen. Van dit bouwwerk zijn bij graafwerkzaamheden de resten gevonden, zo deelde de gemeente Utrechtse Heuvelrug mee op 23 februari 2015.[2] Het bestond uit drie ronde torens en een vierkant hoofdgebouw.

In 1536 werd het een ridderhofstad. In de 16e en 17e eeuw verrezen er rond het binnenplein woongebouwen die nu een geheel vormen met het hoofdgebouw. In 1796 werd het huis ingrijpend verbouwd, mogelijk onder leiding van de Amsterdamse architect Abraham van der Hart. Het omringende park werd aangelegd in Engelse landschapsstijl.

De omvang van het landgoed vormde een belemmering voor de ontwikkeling van het dorp Doorn. In 1874 werd het landgoed verkaveld.

Eind 19e eeuw werd het huis bewoond door Frans Labouchère (1854-1938), wethouder van de gemeente Doorn en in 1894 de eerste voorzitter van de Doornsche Golf.

Poortgebouw wat de keizer liet bouwen in de jaren 20

Op 16 augustus 1919 kocht de voormalige Duitse keizer Wilhelm II Huis Doorn, inclusief de aangrenzende zestig hectare bos, van de eigenaresse Ella barones Van Heemstra (de moeder van Audrey Hepburn[3]). Een van de redenen was dat het landgoed goed te beveiligen was. Hij betaalde er een half miljoen gulden voor[4] en liet het vervolgens verbouwen. De extra kosten kwamen uit op 850.000 gulden.[4] Het kasteel werd van alle gemakken voorzien, onder andere van elektriciteit, modern sanitair en verwarming. Verder liet hij de oprijlaan van de Dorpsstraat verleggen naar de rustigere Langbroekerweg waar een poortgebouw in Hollandse neo-renaissancestijl werd neergezet. Het kasteel werd ingericht met objecten uit zijn keizerlijke paleizen in Berlijn en Potsdam. Deze inboedel kwam in 59 treinwagons naar Nederland. Op 15 mei 1920 betrok de ex-keizer Huis Doorn.[4]

Ruim zestig wagonladingen kwamen aan om het kaal opgeleverde kasteel de keizer een thuis te geven.

De keizer was een liefhebber van hout hakken. Met die ongelukkige linkerhand is het de vraag of hij echt zelf hakte of toezicht hield.

In de grote vestibule word je verwelkomd door portretten van onze stadhouder Willem V en zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen, dochter van August Wilhelm van Pruisen, broer van Frederik de Grote.

Wilhelmina van Pruisen die terwille van haar man naar Den Haag trok, bij Bonrepas aan de Vlist werd staande gehouden en vastgehouden in een boerderij bij Goejanverwellesluis. Haar broer Frederik II die de kinderloze Frederik de Grote was opgevolgd stuurde een leger, waardoor Willem V nog weer als stadhouder zijn (zwakke)gezag kon laten gelden.

Friedrich Wilhelm van Pruisen alias de Grote Keurvorst van Brandenburg, die in 1647 huwt met Louise Henriette van Oranje Nassau, dochter van Frederik Hendrik.

Luise Henriette zelf.

Op deze wijze liet de keizer bij binnenkomst al zien hoe sterk hij verwant was met het Oranjehuis. De band tussen de Oranjes en Hohenzollern was zo sterk dat ook Hohenzollern zich Prinsen van Oranje mochten noemen. De laatst levende nazaat van de keizer mag dat ook nog immer.

Buste van Friedrich II, Frederik de Grote bij wie Carl Philipp Emanuel Bach in dienst was en bevriend was met Voltaire. Aan het eind van zijn leven was de grote Bach op bezoek in Berlijn en de Grote Frederik gaf hem een melodie op om op te improviseren, wat uiteindelijk leidde tot Bachs laatste grote werk Die Kunst der Fuge.

Friederich I, koning van Pruisen

Frederik II als kroonprins in de rookkamer

Verzameling snuifdoosjes

Georg Wenceslaus von Knobelsdorff, de architect van Slot Rheinsberg en belast met de het toezicht op de koninklijke gebouwen vanaf 1742.

De Gele Salon, zitkamer van de keizerin

Gobelinkamer, met wandtapijten vervaardigd in Beauvais. Door het hele huis heen loopt een expositie van kunstwerken uit Bauhaus e.d. Dit om rijkssubsidie te waarborgen .Vind het zelf – en velen met mij- een affront.

Grisaille van putti in trompe l’deuil.

Louise von Mecklenburg Strelitz, zeer geliefde echtgenote van Friedrich Wilhelm III en moeder van de latere koningen Friedrich Wilhelm IV, die in 1861 overleed en opgevolgd werd door zijn broer die in 1871 keizer werd als Wilhelm I. Hij overleed in 1888, werd door zijn zoon Friedrich Wilhelm opgevolgd, maar stierf al snel en werd door diens zoon Wilhelm II opgevolgd. 1888 geldt zo als het Driekeizerjaar.

De laatste keizer zelf, zijn kortere linkerhand verdoezeld

Portret van keizerin Auguste Viktoria en daaronder een vikingschip als allegorie van het Schip van Staat, aangeboden door de Duitse vorsten en vrije steden ter gelegenheid van Wilhelms vijfentwintigste regeringsjaar in 1913.

Kinderkostuum van de keizer

Keizerlijk galakostuum

Russische vazen

Sterfkamer van de keizer

De keizer hield zijn gewicht bij.

Bibliotheek

werkkamer, met zadel als stoel

Slaapvertrek van het keizerlijk paar

Toiletkast van de kamer van eisers tweede vrouw

Tekening naar een foto tijdens huwelijk van Victoria van Louise van Pruisen, de enige dochter van de keizer. In 1913 trouwde zij met Ernst August III van Hannover, hertog van Brunswijk. Aanwezig zijn de Engelse koning Georg V, in het midden.

En van linksboven tsaar Nicolaas II.

En hier links boven de keizer en naast hem de keizerin. Eerste en laatste keer dat drie neven rond de dis geschaard zijn.