Category Archives: Reizen

Volle kerken

De Saksisch- Lutherse hoofdkerk in Bistrita wordt grondig gerestaureerd en is derhalve tot augustus gesloten. We gaan op zoek in de omgeving naar de paar burchtkerken die in het noorden van Transsylvanie overgebleven zijn. Het is stralend, zomers weer. Bij het binnenrijden van het dorp waar we zijn willen zien we ze lopen: oudere vrouwen met zwart hoofddoekje onder de kin geknoopt, eenvoudige handtas en bloemetjesrok. Duidelijk op weg naar de kerk. Als we het forse godshuis naderen zien we ze toestromen. Bij de kerk stoppen auto’s met jonge gezinnen. Er klinkt ons luid gezang toe. Geen Duits, maar Roemeens. Een voormalige Lutherse kerk biedt nu onderdak aan de Roemeens Orthodoxe denominatie. Zinvol hergebruik. Het gebouw zelf is volkomen in tact gelaten, wat zou je ook sleutelen aan rebuustheid van eeuwen. Binnen is een grote hoeveelheid ikonen en schilderingen aangebracht. Een ikonenwand scheidt het heilige af. De dienst blijkt al lang begonnen, maar nog steeds klimmen vrouwen en een enkele man naar boven. Ach, de dienst is van verre al te volgen vanwege de aan de voorgevel aangebrachte luidsprekers. Vrouwen en mannen, meisjes en jongens zitten gescheiden, de vrouwen/meisjes links, mannen/jongens rechts. De jonge priester zingt prachtig, een vereiste in de oosters-orthodoxe traditie. Protestantse voorgangers moeten goed kunnen preken, orthodoxe van de Byzantijnse snit goed kunnen zingen, dehele liturgie wordt zingend volvoerd. Ik zou er wat dat betreft goed passen. Een jongetje van een jaar of vijf gaat met zijn moeder even naar buiten, hij moet plassen. Als ze terugkomen rent hij weer naar de bank waar zijn vader zit. Buiten zit voorovergebogen een jong meisje, ze heeft hoofdpijn zegt ze met duidelijk gebaar. In alle kerken waar we daarna komen zitten ze vol met orthodoxe gelovigen. Er wordt ook gedoopt. Terug in Bistrita blijkt er een folkorefestival in volle gang. In het Duits zelfs als Pfingstfestival aangekondigd. Er valt nu veel op z!n plaats.Dit weekend is het Orthodox Pinksteren. Dan wordt er volop gedoopt, het is een hoogfeeste, dus zitten de kerken voller dan andere zondagen. Toch zijn ze hier nog veel kerkser dan bij ons. En niet alleen zitten Orthodoxe kerken vol. Je kunt ook terecht bij baptisten, zevende dags adventisten, pinkstergemeenten, jehovagetuigen . De Hongaren kunnen daarnaast naar Hervormde kerken. Of ze zijn unitariër, lutheraan of Rooms Katholiek. Er zijnkerken van de Grieks- Katholieke ritus. Er is een keur aan mogelijkheden. Op het grote Roemeense kussen passen veel geloven. Zoals er ook nog talrijke folkloregroepen zijn, van traditioneel tot modern. In het zonnetje met een fris pot bier is het goed naar ze kijken en luisteren. Het Roemeense Pinksteren is vreedzaam en geestrijk in veel opzichten.

Trouw

Esther is al weer vroeg op de been in de bediening. Ze laat in niets merken dat ik met haar heb gedanst. Enfin, ik heb sokken gekocht, want het is al een poosje kouder dan ik had gedacht, verwacht. We koersen noordwaarts door schitterend landschap van kleurrijke heuvels. Dan is er een dorp met een hoog gelegen witte kerk, een vuilniscontainer met een door ziekte tam geworden bonte kraai; een klooster met twee Fransiscaner monniken en sauna en tot slot het grootse kasteel, met kantelen als guirlandes, voormalig onderkomen ( niet de enige) van Bethlen Gabor, de Willem van Oranje van de Hongaren. Al verder rijdend richting Reghin en uiteindelijk Bistrita vallen ons de bruiloftsstoeten op. In Bistrita, een stad met de grootte van Gouda, staan bruidsparen en hun gevolg( familie , vrienden) in rijen te wachten op die beurt, dat zij door priesters hun huwelijk krijgen ingezegend. Een continue bedrijf. Restaurants doen goede zaken. Het restaurant van ons hotel is ook in beslag genomen door zo’n party. Ik neem er een kijkje als de polonaise wordt ingezet. De meest enthousiaste is een jongeman, die ik in m’ n diepste herken als gevoelsgenoot, maar voor familie, kerk en zich zelf de kastdeur nog niet durft open doen. Hij heeft wel zo’n nichterig,koket kuifje, maar dat zal beschouwd worden als jeugdig modern. Zijn moeder weet zwijgzaam uiteraard al lang beter.

ik vraag me overigens wel af hoeveel van deze verbintenissen hoe lang stand zullen houden? Trouw moet ook in Roemenië blijken.

Dansen met Esther

We zijn in het land van de Szekler, oerHongaars , dorpen,stadjes aan de flanken van de Oost-Karpaten. In de hoofdstad van de streek versperren agenten de doorgang door het centrum. Overal spelende kinderen, families in goed pak, kraampjes, bloemen, spelletjes op straat, optredens van schoolklassen. Het is de laatste dag van het schooljaar, dat moet gevierd worden. In het hotel dat we hebben geboekt zijn alle zalen bezet met uitbundig etende families. Dat blijkt in alle hotels, restaurants het geval. Alle zalen, alle stoelen bezet, maar voor ons wordt apart gekookt. Esther en Ildiko bedienen, mooie Bogdan serveert. Als de families zijn uitgegeten, uitgefeest zitten wij nog met koffie en een glaasje. Esther begint te dansen, Esther is mooi, frivool, haar dansen wekt en trekt, ik volg , ik wervel mee, we laten ons opslepen, pirouettes, voeten van de vloer, losschietende heupen, hartstocht, het is heerlijk, het is goed. Esther is wat haar naam zegt: Esther is een ster en ik mag meestralen.

Honden en andere dieren

Een vrolijke, jonge vrouw opent de poort die naar de zoveelste burchtkerk leidt – we krijgen er geen genoeg van, want elke kerk is verrassing – . Een nog vrolijker hond springt ons tegemoet en tegen ons op. Hij heeft een olijke snuit, is zwart – wit, laat zich graag strelen en begeleidt ons tot voor de deur van de kerk. We zien veel honden: hofhonden, honden met een baasje, bazinnetje, maar merendeel straathonden, echte vuilnisbakhonden,groot, geel, vaal, soms mooi zwart, grauw, vuil. Ze steken altijd onverwachts over, ze horen schijnbaar bij niemand, ze worden regelmatig doodgereden. Katten zien we vooral ook zwerven. Wild laat zich nauwelijks zien, terwijl het land er van moet barsten, maar er is zoveel ruimte zonder menselijke aanwezigheid. Rond Brasov en nog ver het land in zijn beren en wolven. De boeren merken het aan schapen die aangevallen, geroofd worden. Door het hele land stofferen zich de groene dalen met ettelijke kuddes schapen, met weer andersoortige honden. Minder in aantal, maar toch ook met grote regelmaat te bewonderen grote kudden koeien, gehoed door oude herders, jochies, families. Soms ook kleine kudden geiten. Zelfs op de grote doorgaande wegen doemen karren  met paarden op, gemend door meestal twee besnorde mannen. In dorpen grazen koeien alleen in de berm. Op de schoorstenen ooievaarsnesten, nu bevolkt met jonkies. Ooievaars zweven ook over het land, majestueus , statig, betoverend. Dat ze in de sprookjes en mythen de brengers van baby’s zijn, laat zich goed voorstellen. Vandaag zagen we ettelijke gele kwikstaarten op een mesthoop, als mede bonte kraaien. Tapuiten heb ik gezien, een valk in (territorium?) gevecht met een sperwer, mussen die elkaar vrolijk achterna zitten of een stofbad namen. Kraaien en eksters in overvloed, een enkele keer slechts wat reeën. Van alle dieren kwam die hond van de kerk het dichtst bij in mijn ziel. Qua ras geen herdershond, maar qua aandacht meer dan. Hij was mij een herder.

Botten in Brasov

Naast de naar verluid grootste oude kerk tussen Wenen en Istanbul wordt gegraven. Groene schermen onttrekken het archeologisch onderzoek aan het oog. Maar niet overal. We ontdekken een gat in de omheining en hebben zo zicht op hoopjes menselijke botten. Een jonge opgravingschef ontdekt ons en schreeuwt ons weg. Maar wij hebben al gezien en onze camera’s hebben al geklikt. Wat is er zo erg aan dat wij dankzij een niet door ons gemaakt gat in het scherm botten hebben gezien? Te snelle conclusies die we zullen doorgeven? Piëteit ? Of omdat het om botten van leden van de Saksische minderheid zal gaan, overigens eeuwen meerderheid in Brasov? Het laatste zou zo maar kunnen. Er wordt gegraven op het vroegere kerkhof van de centrale stadskerk van de Saksen. Transsylvanie kent een geschiedenis van volksverhuizingen, vestigingen van buiten, brute invallen. Oorspronkelijk woonden er de Daciers, die zich wellicht versmolten met de imperialistische Romeinen. En zo werd de basis gelegd voor naar verondersteld wordt het Roemeense volk. In de tiende eeuw kwamen de Magyaren uit het oosten, vonden ruimte in het zgn. Transdunabische bekken aan de binnenzijde van de als een gekromde elleboog het land instekende Karpaten, zij bleven er tot op de huidige dag, tot 1919 heersend. Hongaarse vorsten haalden boeren, landlieden uit het huidige Vlaanderen, Luxemburg, het Rijnland en meer typische zgn.Duitse gebieden, die zich vrij mochten vestigen tegen de Karpaten aan en een verdedigingstaak kregen tegen invallende volken als Mongolen en Tataren. Zij namen spraak, gewoonten en bouwwijzen mee en tot op vandaag lezen we hunherkomst nog af in de architectuur van hun dorpen en steden. Deze immigratie kwam al in de 12 e eeuw opgang. Waarom zij Saksen werden genoemd is redelijk onduidelijk. Zij bouwden ook de weerkeren, waarin de totale bevolking kon schuilen, inclusief voedsel en vee, bij de zoveelste inval van over de Karpaten. Brasov is zo’n van oorsprong bijna puur Duitse stad, Kronstadt geheten. Ons hotel , een van de oudste in het centrum, heet ook deftig Hotel Corona, is lang zo deftig niet meer, maar ademt nog vroeger, vooral communistisch vroeger. Zouden de botten van slachtoffers van dat afschuwelijke regime kunnen zijn? Niet waarschijnlijk.

Thuis komen.

Zonder er ooit geweest te zijn, kun ergens thuis komen, een gevoel van willen tabernakelen, een tent opzetten, zoals de drie discipelen in het verhaal van de verheerlijking op de berg. We waren ook op een berg, een heuvel, boven een idyllisch dal, met slechts de echoënde geluiden van een blaffende hond, een ratelende boerenkar, de slagen van een hamer en verder stilte, rustgevende stilte. Boven op de heuvel de stokoude kerk, waarin niet meer gezongen, gebeden, gepreekt wordt. Waaruit engelenbeelden gestolen waren, elektrische bovenleidingen geroofd, met een vredig kerkhof, waar plaats genoeg is, maar waar slechts nog een enkele Saks een laatste ligplaats zal vinden. In ieder geval de man met jagershoedje en forse, zachte snor, die ook weggetrokken was naar het vermeende beloofde land, Duitsland, maar er daar achterkwam in hart en nieren boer te zijn en dan vooral op de grond en in het dal, waar eeuwen geleden z’n voorouders een thuis vonden. Hij en z’n vrouw en z’n oude moeder keerden tien jaar geleden terug en werden gelukkig, omdat ze thuiskwamen. Zoals met vrijwel alle voormalige Saksische dorpen hadden Roma-families intrek genomen in de oude boerderijtjes. De man die ons de aan verval onderhevige kerk liet zien, zei het goed met ze te kunnen vinden. De enorme, schilderachtige pastorie was reeds lang verlaten en was van binnen door rovers gestript. Zigeuners, zei de gelukkige boer. Een forse bosuil vloog voor ons op. Mij overviel een thuisgevoel, een geest van rust en vrede voelde ik tot in mijn tenen neerdalen. Zoveel verval, maar zoveel schoonheid. Te mooi om aan te kunnen. Thuis zal ik vooral in mij zelf, bij mij zelf moeten zien te geraken en wellicht is de beweging van reizen daartoe wel noodzaak

Bazna of op z’n Duits Baasen

Hoofdthema van onze reis is het unieke verschijnsel van de Saksische weerkerken. In Bazna, tussen Alba Julia en Medias, wachtte ons niet alleen de verrassing van weer zo’n parel van solide eenvoud, volkskunst en eeuwen van getrotseerde tijd, met de uitleg van een vriendelijke oude vrouw, een van de weinig overgeblevenen van de Duitstalige, Lutherse bevolking, maar ook de gastvrijheid van een copieus middagmaal. In het dorpshuis was de vorige avond uitbundig het huwelijk gevierd van een Roemeense jongen met z’n in Duitsland gevonden lief. Wij mochten genieten van de nog immer smakelijke restanten van heerlijk zelf bereid voedsel, evenals de ploeg die gecharterd was om zaal te kuisen en de keuken te ruimen. Of het nu om Roemenen of Hongaren gaat of de nog weinige Saksen, de gastvrijheid is spreekwoordelijk. Delen verhoogt de levensvreugde. Samen eten en vooral ook drinken en het liefst allebei tegelijk maakt het leven echt de moeite waard. In de katholieke liturgie staat niet voor niets de eucharistie centraal. Eucharistie betekent dankzegging, het is een dankbaarheidsritueel: de Eeuwige deelt z’n leven met ons, waardoor het de moeite van leven waard is. Jammer dat het nooit in een kring gevierd wordt, ieder stapt voor zich naar voren om individueel de ouwel te ontvangen en in meer verlichte gemeenschappen ook nog een slokje wijn. Bij protestanten heet het Laatste Avondmaal, maar de sfeer staat soms ver af van vreugde, dank en zeker van de oorsprong. In de vroege kerk was het onderdeel van het met elkaar delen van eten, leven, vrolijk vanwege geschonken gein door en in Christus, wiens leven en sterven uiteindelijk ritueel weer te binnen werd gebracht aan het eind van het liefdesmaal .In elk geval, wat is heerlijker dan samen het glas te heffen en op te scheppen , de smaakpapillen komen los met de tongen en omgekeerd. Niet alleen God ziet dat het goed is.

Alba Julia

Als wij klimmen, dalen ze ons tegemoet: afgestudeerde studenten. Op hun hoofden baretten van dunne katoen, om hun schouders even zwarte lange toga’s en een sjaal om de nek in de kleur van hun faculteit van afstuderen. Op het hoofdplein aangekomen zien we honderden van deze gelukkige jongelui, met nog gelukkiger ouders, grootouders, broers, zussen, tantes en ooms. Theologen hebben een rose sjaaltje, wat niets zegt over hun geaardheid. Het is feest in Alba Julia, in meerdere opzichten, het zijn de stadsdagen, met tientallen kraampjes, optredens, vrij entree tot een museum en met huwelijksinzegeningen. Des avondspits een band en vuurwerk. Er is aan alle behoeften gedacht, er staan ook ecotoiletten. Alba Julia kent een hoog gelegen citadel, waar het zich afspeelt en waar de kathedraal staat, waar belangrijke vorsten begraven liggen. Zoals Bethlen Gabor, die voor de Hongaarse minderheid de betekenis heeft als Willem van Oranje voor ons. De Roemenen kunnen niet om hem en een paar andere vorsten van Hongaarse komaf heen, maar zouden hem het liefst ontkennen. Transsylvanie behoorde tot 1919 aan Hongarije, tot verdriet van officieel Roemenie. Eerlijk is eerlijk, Hongaren zijn geneigd om op hun beurt Roemenen een minderwaardiger plek in verleden en heden te geven. In elk geval werd het Ceausescuregime niet moe om Roemeense historie sterker te verheerlijken dan gerechtvaardigd en dat van de Hongaren weg te moffelen. Daarom overal aandacht voor Mihail Viteazu, die in de zestiende eeuw acht jaar belangrijk was. Ook in Alba Julia zit hij meer dan levensgroot in brons op z,n paard. In het historisch museum nog een opvallende vorm van ontkenning van het verleden. Met het einde van de Eerste Wereldoorlog stopt het abrupt. Niets over het interbellum, niets over W.O. 2, niets over de communistische tijd. Opeens een paar zalen met oude ansichten en lelijke schilderijen. Gedurende het Ceausescuregime  werd uit schaamte ook weinig aandacht besteed aan de voor Roemenië zwarte tijd van fascisme en keuze voor de As. Wel zalen vol met verheerlijking van de eind december 1989 geëxecuteerde ‘Conduttore’. Die zijn gelukkig weg en wie weet dat de nu afgestudeerde studenten geschiedenis het duistere verleden ook weer een plek weet te geven en ethnische motieven te elimineren. Ik mocht overigens van een knappe student even z,n toga aan en z,n baret op. Stond me niet onaardig, wat toga betreft wist ik dat al. Zwart staat me goed.

Hunedoara

Communistische regimes hadden een hekel aan bezit. Dat wil zeggen aan dat van een ander, beter nog aan bezit in handen van een ander. Het huiveringwekkende goede boek van Jaap Scholten, Kameraad Baron, laat zien hoe gewelddadig, mensonterend die hekel was. Hunedoara wordt beheerst door het machtige kasteel, waaraan de naam en geschiedenis verbonden is van Hunyadi Janos, een vijftiende eeuws Hongaars vorst. Het is een bezoek en klim zeer waard. Maar het kasteel is leeg, niets is over van de ongetwijfeld rijke inrichting. Het zal lekker roven geweest zijn. Het Roemeense Communistische regime had ook nog een grondige hekel aan alles wat en

wie Hongaar(s) was.

Deva

Ik moet denken aan Angela. Angela ontvangt, ontvangt mannen, die haar betalen. Angela ontvangt mannen met koffie, bier en schnapps, Angela is jong, mooi, maar ook decent. Angela heeft een blokhut, met buitenwc, de blokhut is verwarmd als het moet en het kan er knus zijn. Vroeger zou je het een pleisterplaats noemen. In het stille, zeer beboste dal met z,n wild stromende rivier is Angela even een rustpunt en oplaadstation. Het dal staat vol acaciabomen, vol in bloei en daarom ook staat het dal vol bijenkorven. Heerlijke honing, acaciahoning. Deva, waar we gisteren aangekomen zijn, is grauw, troosteloos, vervallen grootstedelijk, met ons hotel als een parel van rust, heerlijk bed en zalig eten daartussen in, maar we gaan verder. Het is maar even een pleisterplaats, net als Angelo, die als zovelen hier kettingrookster. En dat mag ook nog overal.