Italiaanse barokcomponisten – 35 – Giuseppe Tartini

250px-Giuseppe_Tartini2250px-Piran_Tartini_Denkmal_10032007_04  Links het portret van Tartini en rechts zijn standbeeld in het Istrische Pirano, waar hij op 8 april 1692 werd geboren. Zijn rijke ouders hebben voor hem een loopbaan als geestelijke in gedachten, maar Giuseppe denkt daar anders over en vertrekt naar Padua in 1709 om er rechten te gaan studeren. Hij voorziet in zijn onderhoud met het geven van schermlessen. In het geheim huwt hij in 1712 een jongere vioolleerlinge. Met een aanklacht van de aartsbisschop van Padua aan zijn broek vlucht naar Assisi, waar hij onderdak vindt in het Minorietenklooster. Hij ontmoet er de grote violist Veracini, onder wiens invloed zijn vioolspel tot grote hoogte stijgt.  Hij wijdt zich daar eveneens aan muziektheorie. En hij ontdekt er het bestaan van verschiltonen. De bisschop neemt hem weer in genade aan, maar al spoedig vertrekt hij naar Ancona voor een betrekking als violist in het operaorkest. In 1721 volgt zij benoeming tot eerste violist aan de basiliek St.Antonio in Padua. Een slecht betaalde baan, maar leerlingen uit heel Europa zorgen voor extra inkomsten. Onder hen Nardini, Pugnani, Graun en de Nederlander Pieter Hellendaal. Als pedagoog besteedt hij veel aandacht aan de stokvoering. Zijn eigen spel kenmerkte zich door een combinatie van virtuositeit en zangerigheid. Tot 1765 blijft op z’n post, met een onderbreking van 1723 tot 1726 als kamermusicus van Graaf Kinsky in Praag. Gedurende de laatste jaren van zijn leven wordt hij getroffen door een gebrek aan zijn arm, waardoor hij zelf de viool niet meer hanteren kan. Hij had gedurende zijn leven zeker 70 leerlingen, wat hem de titel ‘Maestro delle nazione’ (Leraar der naties) opleverde. 

De verschiltoon of Tartini-toon wordt ook wel combinatietoon genoemd. Het is een derde toon die bij het aanstrijken van twee tonen na elkaar waargenomen wordt. Het gaat dan altijd om een lagere toon, waarvan het aantal trillingen bepaald wordt door de trillingsgetallen van de de andere twee klanken van elkaar af te trekken. Er bestaan ook meeklinkende hogere tonen, zgn. somtonen, waarvan het aantal trillingen van de twee juist worden opgeteld.

Tartini schreef rond de 200 vioolconcerten, 50 trio’s en 150 vioolsonates een aantal strijkkwartetten. Zijn beroemdste werk is wel La Sonata del Diavolo in g klein, ook wel de Duivelstriller genoemd, gebaseerd op de legende dat de duivel hem die ‘s nachts in zijn oor deed klinken. De sonate bevat een bijzonder moeilijke triller op een dubbelgreep.          Op 26 februari 1770 overlijdt Tartini in Padua.