Westerborkpad – 3 – Weesp- Naarden

Het is dinsdag 12 mei in het Coronajaar 2020. Ik vervolg mijn tocht naar Westerbork. Auto aan de achterzijde van station Weesp. Paraplu mee, want er zijn buien voorspeld en ik zie de dreigende luchten van het noorden uit dichterbij komen. Het is fris, maar heerlijk wandelweer. Onder het spoor door het aardige stadje Weesp in, waar markt gehouden wordt in de Nieuwstraat, met op nr. 5 de synagoge. De synagoge werd in 1840 ingewijd, nadat een godshuis uit 1774 te klein geworden was. In 1947 werd de Joodse gemeente opgeheven en kwam de synagoge in handen van een garagehouder. In 1986 werd het gebouw gerestaureerd  en was het Arbeidsbureau ( vinding van de Duitse bezetter!) er in gevestigd. Sinds 1997 is het weer in gebruik als synagoge. In het aanpalend woonhuis is het Overlegorgaan Joden en Christenen gevestigd. Het is echter de Joodse Gemeente uit Almere die hier af en toe diensten houdt, de Weesper kehila/ gemeente valt onder Bussum.  Een plaquette op de zijgevel herinnert aan de omgekomen Weesper Joden.

Weesp is vanouds een stadje dat economisch dreef op jenever, bier en cacao. Wellicht dat daarom erkend en fervent jeneverconsument Midas Dekkers hier domicilie koos. In de 14e eeuw verwierf het stadsrechten, maar al zes eeuwen voor Christus was er bewoning blijkens gevonden restanten. De oevers van de Vecht waren al intensief bewoond vanaf 300/200 jaar v.Chr. De Grote of Sint Laurenskerk stamt uit 1462 en kent een Bätzorgel. Het oude stadhuis werd in de jaren 1772-1776 in neoclassicistische stijl gebouwd.

Weesp kent twee voormalige raadhuizen : van de stad en van Weesperkarspel, het polderland rondom. De plattelanders waren sterk op de stad betrokken: ze verkochten er hun producten, ze gingen er ter kerke. In de Franse tijd werd het een zelfstandige gemeente. Zo’n duizend mensen woonden er verspreid in ver van elkaar gelegen boerderijen, met enkele kleinere concentraties zoals het huidige Driemond, toen Geinbrug geheten. Gezien de oppervlakte van de veeteelt levende gemeenschap behoorde de gemeente tot de grootste van ons land. Administratief werd intensief samengewerkt met de grote stadsbroer, men deelde een gemeentesecretaris en eens ook een burgemeester, die dus het ‘urbi et orbi’ zou hebben kunnen uitspreken vanaf het bordes c.q. balkon. In 1966 werd de gemeente opgeheven, nadat het besluit gevallen was om in de Bijlmerpolders een reusachtige flatwijk uit de grond te stampen.                                      

Een ophaalbrug brengt me aan de overzijde van de Vecht, op de Ossenmarkt, waar zich het oorlogsmonument bevindt. En daar achter het fort, dat ik rond, waarna de weg langs de Vecht volgt, richting Muiden. Op het monument een tekst van de in Weesp geboren Mies Bouhuys: ” De doden herdenken is een teken van leven. Het is levend houden wat nooit geschiedenis of dood kan zijn. Het is ons eigen overleven als mens”. Hier past slechts een royaal ‘amen’. 

Het fort maakte met de stad zelf deel uit van de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie en werd in 1861 voltooid; vanaf 1892 werd het onderdeel van de Stelling van Amsterdam.  Donkere luchten pakken zich intussen samen en voortstappend langs de vaak riante woonboten en een enkele boerderij ter rechter/polderzijde kan de paraplu zijn dienst bewijzen om buien van korrelhagel, zoals in het weerbericht genoemd, op te vangen.

Biologische boerderij De Groene Griffioen trekt aandacht en bezoekers voor eigen kaas, melk, vlees en een bericht aan het weilandhek geen 112 te bellen als er een koe in de sloot ligt. De groene boeren controleren genoeg om groot onheil te voorkomen. Nou ja, zo iets. In de ‘groene’ sloten geen ‘ouwe koeien’ derhalve. De buien houden op op het moment dat ik de A1 over ga. En vervolgens Muiden binnenwandel, over de Herengracht. Bij de brug over de Vecht rechtsaf, het stadje weer uit. De snacktent op het parkeerterrein net buiten aan  de Naardense kant van het stadje is open en bereidt heerlijke friet. Met goeie mayo een traktatie. Kauwtjes verzamelen zich rondom mij. (Een uitgebreide wandeling door Muiden vind je elders op deze website)

De tocht loopt door over een onverharde grasdijk langs eerst Vecht en daarna Gooimeer. Mooi zicht op het Muiderslot. Groot nadeel deze dag: het ‘sterft’ van de muggen, werkelijk van bijkans Bijbelse (Exodus!) proportie. Een mondkapje zou nu uitkomst bieden! De plotselinge  ’openbaring’ van een lepelaar maakt veel goed. 

Na het voetbalveld volgt aan mijn rechterhand het zgn. Echobos. In dat bos bevindt zich een Echomuur, een vervanging van een eerdere muur uit circa 1800. Het hoorde bij het buiten Rustrijk, dat halverwege 19e eeuw al gesloopt werd. Als je richting muur iets luid roept hoor je een verdubbeling; er is sprake van een ‘gelijkspelende echo’. Tijdens onze reportageserie ‘ In de voetsporen van Jan. P.Thijsse’s Verkadealbum Langs de Zuiderzee’, kwamen Ronald van de Boogaard en ik ook in het Echobos en werden daar rondgeleid door een vooraanstaand lid van de Historische Kring. Hij zou ons de echo demonstreren. Vele pogingen werden gedaan, maar helaas. ‘Horen jullie het niet’, riep de man wanhopig. Op een geven moment zeiden we dat we het hadden gehoord. Een leugentje om bestwil. In de studio hebben we een echo gefabriceerd. 

Muiderberg is gebouwd op een stuwwal en bestond al toen hier in 1296 graaf Floris V werd vermoord. De Gooise boeren , bij wie ‘de keerlen Gods’ geliefd was, omdat hij hen grond in bruikleen gaf – het begin van de zgn. Erfgooiers – kwamen te laat. Ik koester de illusie dat onder die boeren zich ook een voorvader Vos bevond, aangezien onze familie sinds mensenheugenis in Huizen woont en tot twee generaties terug nog boerde.

Muiderberg is de geboorteplaats van Piet Lieftinck, bekend van het naoorlogse gelijknamige ‘tientje’. Hij werd geboren in 1902 als zoon van een predikant. Voor de oorlog was hij lid van de CHU, na de oorlog (hij was geïnterneerd in kamp Sint-Michielsgestel) ging hij over naar de Partij van de Arbeid, in 1971 naar DS’70. Hij overleed in 1989.

Ik vervolg mijn weg over de lommerrijke Brink, langs de muziektent, met buste van componist G.A.Heinze en langs het Rechthuis, een oude pleisterplaats sinds de 17e eeuw, waar van 1811 tot 1892 over kleine geschillen recht gesproken werd. Nescio pleisterde er graag, getuige zijn zgn. Natuurdagboek. Ik kom langs de muur van de grootste Joodse begraafplaats van ons land te lopen. Het is in 1642 gesticht door Hoogduitse  Joden. In 1660 stichten er naast Poolse Joden hun begraafplaats. Al weer heel lang is het een geheel. Er liggen circa 45.000 mensen begraven. De dodenakker is nog steeds in gebruik. Max van Wezel is een van de meest recente. Andere bekende Joden die hier liggen zijn o.a. Hanny Michaelis, Jaap van Meekeren, Max Tak, Ellen Blazer, Ben Bril, Esther de Boer-van Rijk.

Mijn benen brengen me bij de Hakkelaarsbrug, een ophaalbrug over de Naardertrekvaart, de oude trekschuitverbinding tussen het Gooi en Amsterdam. De naam ‘Hakkelaar’ is een samentrekking van hangi en haar, Oud-Germaans voor resp. zandige heuvel en duin. Bij deze brug zou Floris V vermoord zijn. In de buurt van de brug stond het zgn. Witte Huis, waar Lou de Palingboer woonde. Als in Amsterdams- Joodse kring gezegd werd ‘Hij of zij is al bij de Hakkelaarsbrug’ betekende dat dat de betreffende persoon dodelijk ziek was. De overledenen werden per trekschuit naar Muiderberg gebracht, via de trekvaart en dan via de Goog, riviertje tussen Muiderberg en Naardermeer. De bewoners rond de brug hebben zich verenigd in de Vrije Republiek Hakkelaarsbrug uit onvrede met de situatie in 2017 rond de bouw van de spoorbrug en verbreding van A1 en A6. 

Na de brug genoemde verbrede A1 over en onder het spoor door naar het begin van het Naardermeer. Linksaf over de Meerkade, om het meer heen door bos, langs gemaal De Machine , doorlopen tot in de bebouwing van Bussum tot je bijna vanzelf bij het station uitkomt. Een kilometer of 20 zitten er op. Een voldaan gevoel blijft over.