Westerborkpad – 4 – Bussum – Hilversum – Loosdrecht – Hilversum

Op zondag 17 mei in het jaar van Corona – 2020 zette ik naar bleek  ruim 30.000 stappen richting Westerbork. Groter kathedraal dan het ‘ruime hemelrond’ (ps.19) is er niet en na een half uur lopen zocht ik op mijn mobiel naar de uitzending van de kerkdienst vanuit de Oosterlichtkerk in mijn dorp. ‘Het geloof is uit het gehoor’; ik hoef collega De Vries niet te zien of wie er ook voorgaat. Wat heeft ze te zeggen? En dat was goed deze ochtend. Intussen liep ik op de Bussumerheide richting Hilversum. Ik was gestart bij station Bussum-Zuid. Eigenlijk had ik moeten beginnen bij station Naarden- Bussum, waar ik de vorige etappe geëindigd was. Echter het stuk door Bussum daarna gaat over de Brediusweg naar de Amersfoortsestraatweg voor een bezoek aan de Joodse begraafplaats. Die had ik echter al eens bezocht en ook de synagoge , dichtbij de Brediusweg was me al bekend. Verder heb ik al eens door Bussum gewandeld in het spoor van Frederik van Eeden en op deze site daarvan verslag gedaan. 

De Joodse gemeente van Bussum kent meer dan 100 leden, ontstaan in 1917, nadat die van Naarden ernstig geslonken was. De Naardense gemeenschap ontstond in de 18e eeuw en bestond uit Sefardische Joden. De Bussumse gemeenschap ontstond doordat steeds meer Amsterdammers in het Gooi kwamen wonen, onder wie ook Joden. Zij waren meest Asjkenazisch en waren met zoveel op den duur dat ze besloten tot een eigen gemeente. Sinds de dertiger jaren wordt er sjoel gehouden in wat eerder het kerkgebouw van de Apostolische Gemeenschap was.

De Joodse begraafplaats is een onderdeel van de oude begraafplaats van Naarden, die sinds 1830 bestaat. Bekende Naarders en Bussumers liggen er begraven, zoals Clinge Doorenbos, Dirk Witte en Floris Vos, een voorvader van mij, voorzitter van de Erfgooiers, Tweede Kamerlid en bestormer van een tol, wat het begin was van het afschaffen van lokale tollen in ons land. De Joodse begraafplaats werd in 1917 aangelegd. Op de begraafplaats een monument voor de slachtoffers van WO.II. Een redelijk recent graf is dat van Ab Courant, jarenlang radio- en krantencorrespondent in Griekenland, die ik leerde kennen en met wie ik mocht werken – samen met Ronald van den Boogaard – voor een VPRO-uitzending over en op Cyprus. We werkten met een satelliet, in een koffer meegebracht, zodat we rechtstreeks in de uitzending konden. Dat was toen – circa 1995 – volkomen nieuw. Wel gedoe op het balkon om de antenne goed gericht te krijgen naar de juiste satelliet.

Tot zover wat wel bij het W-pad hort, maar ik dus anderszins al wandelde en bezocht.

Ik start dus bij station Bussum-Zuid en kom spoedig op de Bussumerheide, waar ik bepaald niet de enige ben die de ruimte van 160 ha zoekt. De Bussumerheide eindigt bij de Nieuwe Crailoseweg, een kaarsrechte onverharde weg/fietspad van Crailo naar Hilversum, vanwege de bijna 3 km lengte in onze contreien ‘Gebed zonder end’ genoemd.

Achter het Gebed heet het Westerheide, met prehistorische relicten, zoals grafheuvels, urnenvelden en doodwegen. Ik kom uit op de Erfgooiersweg, de randweg van Hilversum-Noord en loop langs de Noorderbegraafplaats, een ontwerp van W.H. Dudok. De dodenakker kwam in 1929 in gebruik. Dudok zelf ligt er ook, als mede dirigent Hans Brandts Buys (1905-1959). Hij heette officieel Johann Sebastian B.B, naar de componist van wie hij een groot kenner zou worden. Verder:  cabaretier Fons Jansen (1925-1991), dichter Halbo Kool 1907-1968), actrice Emmy Lopes Dias (1919-2005), wier vader, wethouder in Hilversum, in 1942 in Mauthausen werd vermoord en hoofd Bureau Inlichtingen in Londen 1943-1945 J.M.Somer (1899-1979). En de man die hardnekkig bleef beweren dat de aarde plat is, Klaas Dijkstra. En oh ja, de zanger van ‘Pappie, loop toch niet zo snel’, Herman van Keeken vond hier in juni 1995 zijn laatste rustplaats.                                                      Ik sla rechtsaf naar station Mediapark en dan links af naar Hilversum Station.

Links het  voormalige Hilversumse eindstation van de Gooise Moordenaar, een stoomtram van Amsterdam door het Gooi naar de omroepstad. Er vonden nog wel eens dodelijke ongevallen plaats, vandaar de bijnaam. Ik laat het station nog even rechts liggen. Ik loop langs een door Dudok in 1919 ontworpen politiepost. In de tijd dat ik bij de VPRO werkte woonde daar Irma, het uiterst bekwame hoofd van onze knipseldienst. Plotseling was ze dood, nog erg jong.

Vroeger stond op het plein aan de noordkant van het station een viskraam van Poepjes. Een Friese naam met Duitse wortels. Verbastering van ‘Buben’, dat waren Duitse jongens die kwamen werken in Friesland, vooral om het gras te maaien: hannekemaaiers.                  De route leidt me door de prof. Donderstraat , waar op nr. 11 zich de Winkel van Sinkel bevond van de Amsterdamse Joodse familie Philips. In nov.1942 wordt de winkel in beslag genomen en de familie gedwongen naar Amsterdam terug te keren. In april 1943 worden het echtpaar Philips en hun vier kinderen bij een razzia opgepakt. Via Westerbork worden ze gedeporteerd naar Sobibor. Drie van de vier worden daar direct vermoord, zoon Meijer – via Vught gedeporteerd – sterft in een turfstekerskamp bij Sobibor. Stolperstenen herinneren aan de familie. Ook voor een andere weggevoerde familie liggen er ‘struikelstenen’.

Onder het station door en door het lelijke hart van Hilversum. Koffie met een bagel in het zonnetje. Om het voormalig stadhuis heen en tegenover de ingang van de Grote kerk via trappen de oude begraafplaats op. Deze ‘Gedenkt te sterven’ dateert uit 1792 en is tot 1943 in gebruik geweest. Er zijn nog 157 graven, van o.a. de beroemde Hilversumse notaris en chroniqueur Albertus Perk en de 19e eeuwse dokter Van Hengel ( berucht vanwege zijn rol in wat genoemd wordt de Urker schedels). Op het kerkhof een aantal monumenten.            

1. Gedenksteen van Het Nieuwe Lyceum met de namen van tien leerlingen c.q. oud-leerlingen die tijdens W.O.II het leven lieten.                                                                                              

2. Mauthausensteen. Door de Joodse verzetsstrijder Bill Minco meegenomen uit de steengroeven van Mauthausen. Hij was ter dood veroordeeld vanwege zijn aandeel in het Geuzenverzet. Omdat hij nog minderjarig was werd dat omgezet in levenslang en werkend in de steengroeven heeft hij vier kampjaren overleefd.                                                

3. NSF Herdenkingsplaquette. De NSF, de Nederlandse Seintoestellen Fabriek, ontstaan in Hilversum en de bakermat van de omroep, werd later van Philips. Op de plaquette worden acht NSF’ers herdacht die als verzetsstrijders het leven lieten.  Toen Philips haar deuren sloot in Hilversum kreeg in 2010 dit eerbetoon een plek op de begraafplaats.

Via de Vaartweg het centrum uit, bij benzinestation linksaf, de ‘beestenbuurt’ door en dan richting de Provincialeweg naar uiteindelijk Haarlem. Ik passeer de Joodse begraafplaats. De Joodse gemeente kreeg in 1751 voor het eerst een eigen begraafplaats. In 1860 werd deze gesloten en werd de huidige aan de Vreelandseweg in gebruik genomen. Eind 19e eeuw maakte de Joodse gemeente een stevige groei door en in de jaren ’30 vonden circa 125 Joodse vluchtelingen uit Duitsland en Oostenrijk in Hilversum en omgeving een voor als nog veilig heenkomen. De begraafplaats is dicht en zodoende krijg ik het het monument ter nagedachtenis aan de weggevoerden niet te zien.                          De weg voert me door Kerkelanden om uiteindelijk uit te komen voor de hoofdingang van Zonnestraal. Het was een beroemd sanatorium, in eerste instantie bestemd voor ( ook Joodse) diamantslijpers die tuberculose hadden opgelopen. Het werd geopend in 1928. Het was een initiatief van Jan van Zutphen, een van de voormannen van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond. 

Na anderhalve kilometer bereik ik de rotonde die Nieuw-Loosdrecht van Oud-Loosdrecht scheidt. Links bevindt zich het Monument voor de Jeugdalijah. ‘Alijah’ – Hebreeuws voor ‘opgang’ – staat voor het opgaan naar Jeruzalem c.q. Israël. In september 1939 vestigde een groep Duitssprekende Joodse jongeren zich in het Paviljoen Loosdrechtse Rade. Ze waren tussen de 15 en 17 jaar oud en waren zonder hun ouders gevlucht voor de nazi-terreur. Hier werden ze opgevangen en klaargemaakt als Palestina-pioniers. In 1941 verbleven er nog 41 van deze jongeren in het paviljoen. De groep van Joop Westerweel heeft 70 procent van hen weten te behoeden voor deportatie middels onderduik. De anderen die niet gered konden worden staan vermeld op het monument. Naast het monument staan een aantal enorme panelen over Loosdrecht in de oorlog, waaronder ook het verhaal van de jongeren en van ds. Versteegt, de motor van het Loosdrechtse verzet. Ook worden op deze plek anderen herdacht die een gewelddadige oorlogsdood stierven.

Bij het monument Nieuw-Loosdrecht in, al snel linksaf , terug richting Hilversum. Na de randweg van N-Loosdrecht de natuur in, de bossen rond Zonnestraal en de Hoorneboegsche Heide op. Buitenplaats De Hoorneboeg functioneert als zodanig sinds eind achttiende eeuw. Om te verblijven, te confereren, te bezinnen, te eten, steeds met wisselende ideeën en eigenaren. De wandeling loopt er om heen. Een ‘hunebed’ van boomtakken trekt de aandacht.

Na vijf kilometer bos en hei de bebouwde kom van Hilversum weer in, Diependaalse buurt. Op de Diependaalse Drift nog een tweetal plekken met ‘ stolperstenen’. De Laapersweg met Hotel Laapershoek, naar rechts langs park en grote vijver en wederom een Dudokschepping beland ik bij Station Hilversum Sportpark. Bijna 21 km in de vermoeide maar voldane benen.