Zangers (m/v) – 11 – Laurens Bogtman

Bogtman-Laurens-01[1963]  Ik verbeeld me dat ik Laurens Bogtman nog heb horen zingen in de Grote Kerk in Naarden in een Mattheus-Passion olv Anton van der Horst. Tijdens mijn periode op de Mulo (1961-1965) en de Kweekschool (1965-1970) was ik bevriend met Lukas Kruijmer, onlangs als Gereformeerde Bondspredikant  met emeritaat gegaan. We hadden een vriendengroepje van vier en om beurten kwamen we na een gezamenlijke wandeling bij elkaar aan huis voor avondboterham en ontspanning. Bij Lukas was dat altijd het beluisteren van klassieke muziek. Het virus sloeg daar bij me over. Bij twee van ons deed klassieke muziek niet zo veel dan een zekere welwillendheid in het besef dat de komende zondagavond besteed werd aan spelletjes of zo maar wat kletsen. Dankzij Lukas kwam ik ook in Naarden. De eerste uitvoering was nog onder leiding van Van der Horst en daarna olv Charles de Wolf. Bij Van der Horst zong altijd Laurens Bogtman de Christus-partij en Guus Hoekman de bas-aria’s. Ik koester een grammofoonopname op cd overgezet van zo’n briljante Van der Horstuitvoering, die toen al de eerste stappen zette richting authentieke uitvoering. Wat blijkt uit z’n tempi en o.a. gebruik van een gamba, gespeeld door de legendarische Carel van Leeuwen Boomkamp, telg uit een Indische plantersfamilie. Bogtman werd geboren op 8 februari 1900 in het Noordhollandse Oudkarspel als zoon van een verffabrikant en begon een serieuze zangstudie op dertigjarige leeftijd. Tijdnes zijn lagere schooltijd in Hilversum zong hij in een kinderkoor. Zijn vader zag in hem zijn opvolger en daarom bezocht hij in Amersfoort de Middelbare Handelsschool, maar hij bleek meer talent voor tekenen te hebben en kwam zo in het glazeniersatelier van een broer van zijn vader in Haarlem terecht. Hij is dan zestien jaar en neemt voor het eerst zanglessen, die hem zo teleurstelden dat hij er mee stopte. Al snel vertrekt hij weer naar Hilversum om in 1918 een atelier voor kunstnijverheid te beginnen met zijn twee zussen. Hij is vaardig in potten bakken, edelsmeden, emailleren, weven, batikken en meubeldecoratie. Op de wereldtentoonstelling van 1925 in Parijs behaalt hij zelfs een ziveren medaille. In 1918 neemt hij weer zangles, bij Max Kloos en pianoles bij diens vrouw. Maar ook weer zonder echte vooruitgang en tot werkelijke bevrediging. Pas in 1930 besluit hij zich op de zangkunst toe te leggen en omdat Cornélie van Zanten in den Haag hem afwijst vanwege naar haar zeggen z’n ‘piepstem’ vertrekt hij naar München. Daarna studeert hij  in Berlijn, Wenen en bij Aaltje Noordewier-Reddingius, een beroemde sopraan. Na twee jaar studie maakt hij al z’n debuut bij de Köllner Bachverein en volgt een imposante loopbaan die hem niet alleen in ons land, maar ook in Duitsland, Engeland, Oostenrijk, het Verre Oosten en in Afrika bekendheid geeft. In 1932 zingt hi ook voor het eerst de Christus-patij onder Van der Horst in den Haag. In 1938 treedt hij op tijdens het Salzburg Festival. Hij zingt veelvuldig met het Concertgebouworkest olv Willem Mengelberg. Na de oorlog klinkt z’n welluidende bas opnieuw in ons land, in België, Frankrijk en Denemarken. In dat land overlijdt hij op 10 november 1969.  Vanaf 1962 was hij docent in Kopenhagen en woonde daar. Bogtman zong gedurende 35 jaar meer dan zevenhonderd maal in een Mattheus of Johannes, met tussen 1949 en 1963 jaarlijks de Christus in Naarden. Hij kende ook een uitgebreid liederenrepertoire, voor de oorlog met Hans Schouwman op de piano en er na met Felix de Nobel. Schubert, Loewe, Wolf, Fauré, Ravel, Britten, Debussy, noem maar op, hij beheerste het allemaal. Van zijn indrukwekkende Winterreise van Schubert verscheen een grammofoonplaat. Hij gaf ook grotere bekendheid aan het werk van Alphons Diepenbrock. Tijdens de bezetting bleef hij optreden en richtte met Corrie Bijster, Roos Boelsma en Frans Vroons in 1942 het Nederlands Vocaal Kwartet op. Na de bevrijding sprak de Eereraad voor de Muziek hem vrij. Aafje Heynis en David Hollestelle behoorden tot zijn leerlingen. Op You Tube is helaas niet veel van hem te vinden. Hieronder een lied, het Te Deum van Diepenbrock, waaraan hij meedoet en een filmpje over een straat in Hengelo (OV), naar hem vernoemd.